6.5 LED signalen
De LED (ref. A) is uit als de CV-ingang niet gesloten is (stand-by-toestand). Het gaat aan wanneer het CV-contact gesloten is en geeft de
normale werking aan.
− Knippert regelmatig als de roostermicroschakelaar S1 is geactiveerd vanwege de filterreiniging
− 1 keer knipperen + pauze duidt op een alarm voor het stilvallen van de ventilator vanwege ongeschikt water (met H2-watersensor
aangesloten).
− 2 knipperingen + pauze door motoralarm (bijv. verstopping door vreemde voorwerpen, defecte rotatiesensor).
− 3 knipperingen + pauze geeft een losgekoppeld of defect watersondealarm aan.
6.6 Watersensor beheer met thermostaat met 3 snelheden
Als de kaart wordt gebruikt met elektromechanische thermostaten of met andere commerciële regelaars met watersensor, mag de boordsensor
H2 niet worden aangesloten en wordt de ventilator geregeld door de afstandsbediening.
Als de controller daarentegen niet is ingesteld voor het beheer van de watersensor, kan deze functie door de kaart worden uitgevoerd door de 10
kΩ-sensor op de batterij aan te sluiten op de H2-connector op de kaart (ref. B).
In dit geval voert de kaart de functie voor de minimumtemperatuur uit voor verwarming en de functie voor de maximumtemperatuur voor
koeling. Daarom, als de watertemperatuur niet geschikt is voor actieve werking (boven 20°C bij koeling, onder 30°C bij verwarming), wordt de
ventilator gestopt en wordt de storing gesignaleerd door een enkele flits + pauze van de LED (ref. A).
Het onderscheid tussen verwarmen/koelen wordt geactiveerd via de ingang Zomer-Winter (ref. C) van de kaart: als deze open blijft, activeert de
kaart de verwarming, gesloten activeert de koeling. Als de sensor na het aansluiten wordt losgekoppeld of onjuiste waarden meet (bijv. installatie
van een sensor van 2 kΩ in plaats van de sensor van 10 kΩ), wordt de storing gesignaleerd door 3 knipperingen + pauze van de LED (ref. A) en
wordt de werking gestopt
Om de werking zonder sensor te bevestigen, zet u de stroom naar de kaart uit en vervolgens weer aan. Deze voorwaarde wordt door het bestuur
bewaard voor toekomstige start-ups. In ieder geval keert het apparaat, naarmate en wanneer de sonde wordt aangesloten, terug naar de
normale werking met temperatuurdrempels.
B
A
20
C