Maintenance (Onderhoud)
Tabel 30. Maintenance (Onderhoud)
Optie
Service Tag
Asset Tag
SERR Messages
BIOS Downgrade
Bios Recovery (BIOS-
herstel)
First Power ON Date
System Logs (Systeemlogboeken)
Tabel 31. Systeemlogboeken
Optie
BIOS events
Advanced configurations (Geavanceerde configuraties)
Tabel 32. Advanced configurations (Geavanceerde configuraties)
Optie
ASPM
Het BIOS updaten in Windows
Het wordt aanbevolen om uw BIOS (Systeeminstallatie) bij te werken wanneer het moederbord wordt vervangen of als er een update
beschikbaar is.
OPMERKING:
Als BitLocker is ingeschakeld, moet deze worden opgeschort voordat u het systeem-BIOS updatet en
vervolgens weer ingeschakeld nadat de BIOS-update is voltooid.
1. Start de computer opnieuw.
2. Ga naar Dell.com/support.
•
Vul de Service Tag (Servicetag) of Express Service Code (Express servicetag) in en klik op Submit (Verzenden).
•
Klik of tik op Detect Product en volg de instructies op het scherm.
26
Systeeminstallatie
Beschrijving
Toont de servicetag van uw computer.
Hier kunt u een inventaristag voor de computer maken als er nog geen inventaristag is ingesteld.
Deze optie is niet standaard ingeschakeld.
Bestuurt het SERR-meldingsmechanisme. Deze optie is standaard ingesteld. Voor sommige grafische
kaarten is vereist dat het SERR-meldingsmechanisme is uitgeschakeld.
Hiermee kunt u vorige revisies van de systeemfirmware flashen.
•
Allow BIOS Downgrade (BIOS-downgrade toestaan)
Deze optie is standaard ingesteld.
BIOS Recovery from Hard Drive (BIOS-herstel van harde schijf): deze optie is standaard ingesteld.
Hiermee kunt u het beschadigde BIOS herstellen vanuit een herstelbestand op de HDD of een externe
USB-stick.
BIOS Auto-Recovery (Automatisch BIOS-herstel): hiermee herstelt u het BIOS automatisch.
Hiermee kunt u de datum van eigendom instellen. De optie Set Ownership Date (Datum van eigendom
instellen) is standaard niet ingesteld.
Beschrijving
Hiermee kunt u de POST-gebeurtenissen van de System Setup (BIOS) bekijken en wissen.
Beschrijving
Hiermee kunt u het ASPM-niveau instellen.
•
Auto (standaard): er vindt een handshake plaats tussen het apparaat en PCI Express-hub om de
beste ASPM-modus te bepalen die wordt ondersteund door het apparaat.
•
Uitgeschakeld: ASPM-stroombeheer is altijd uitgeschakeld
•
Alleen L1: ASPM-stroombeheer is ingesteld op het gebruik van L1