5. Inbedrijfstelling
5.2
Controlepunten vóór inbedrijfstelling
5.3
Het apparaat inschakelen
44
8
Voorbereidingsprocedure voor de inbedrijfname van het
apparaat:
4 Controleer of de installatie en de ketel (primaire kring, secundaire
kring sanitair warm water) goed gevuld en ontlucht zijn.
4 Controleer de afdichting van de koppelingen van de leidingen
(brandstof en water).
4 Controleer of de tank goed met brandstof gevuld is.
4 Controleer de waterdruk van de cv-installatie.
4 Controleer of de sifon met water gevuld is.
4 Controleer of de veiligheidsthermostaat wel degelijk geactiveerd
is.
4 Controleer de elektrische aansluitingen. Controleer of er een
geaard stopcontact en een geaarde kring aanwezig zijn.
4 De ketel inschakelen.
2
1
M001857-B
Grafische displaybalk programma (0 tot 24 uur)
b Donkere zone: duidt een
4
"comfortverwarmingsperiode" aan of een periode
van "toegelaten vullen van sanitair warmwater
productie"
v Heldere zone: duidt een periode van "geringe"
4
verwarming aan of een periode van "niet-toegelaten
vullen van sanitair warmwater productie"
WAARSCHUWING
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door
een erkend installateur.
CLU 153 Condens
04/03/2010 - 300021065-001-B