CLU 153 Condens
04/03/2010 - 300021065-001-B
LET OP
Teneinde beschadiging van de ketels te voorkomen, dient
vervuiling van de verbrandingslucht door chloor- of
fluorverbindingen voorkomen te worden, daar deze
uitermate corrosief zijn. Deze verbindingen bevinden zich
bijvoorbeeld in spuitbussen, verf, oplosmiddelen,
reinigingsmiddelen, waspoeder, wasmiddelen, lijm, pekel,
enz... Daarom:
Dient geen lucht te worden aangezogen die
4
aangevoerd wordt via ruimtes waar deze producten
gebruikt worden: kapsalon, stomerij, industriële
ruimtes (oplosmiddelen), ruimtes waar
koelinstallaties staan opgesteld (risico van lekkende
koelvloeistof), enz...
dienen in de buurt van de ketels dergelijke producten
4
niet opgeslagen te worden.
In geval van corrosie van de ketel en/of de
randapparatuur door chloor- of fluorverbindingen is
de contractuele garantie niet geldig.
n Generator opgesteld in een gebouw voor collectief
gebruik installaties van minder dan 70 kW)
4 De verse-luchttoevoer moet:
- op een laag gelegen plaats in de muur van het lokaal uitkomen,
- een vrije minimumdiameter hebben, berekend op basis van
0.03 dm² per kilowatt geïnstalleerd vermogen en minstens gelijk
aan 2.5 dm².
4 De luchtafvoer moet:
- op een hoog gelegen plaats in de muur het lokaal geplaatst zijn,
- boven het dak uitkomen (behalve indien een andere, even
efficiënte installatie niet hinderlijk is voor de buren),
- een vrije minimumdiameter hebben (die overeenstemt met
2/3 van de diameter van de luchttoevoer en minstens gelijk aan
2.5 dm²).
n Generator opgesteld in een gebouw voor individueel
gebruik
4 Een toereikende verse-luchttoevoer moet zo dicht mogelijk bij de
toestellen worden voorzien. De doorsnede hiervan moet minstens
0.5 dm² bedragen.
4 Bovenaan moet een luchtafvoer een efficiënte ventilatie
verzekeren.
n VOOR HET PUBLIEK TOEGANKELIJKE GEBOUWEN
4 Nieuwe installatie: Zie het besluit van 25/06/1980 (installaties van
meer dan 20 kW en minder dan of gelijk aan 70 kW).
4. Installatie
19