CLU 153 Condens
4.7
Aansluitingen van de schoorsteenaccessoires
04/03/2010 - 300021065-001-B
Verwarmingspomp
11
Expansievat
16
Aftapklep
17
Vullen van de verwarmingskring
18
Buitentemperatuursensor
21
Ketelsensor van de regelaar
22
Terugslagklep
27
Drukverminderaar
29
Veiligheidsgroep geijkt en verzegeld
30
Kringlooppomp sww (kringloop facultatief)
32
Temperatuursensor sanitair warm water
33
Ontkoppelaar
50
Thermostatische kraan
51
Differentieelklep
52
4.7.1.
Regelgevingen - Aanbevelingen
4 De horizontale delen aan de rookgaskant zullen uitgevoerd
worden met een helling van 3 % in de richting van de ketel.
De doorsnede van de ventilatie-opening voor de aansluitingen van
type B
(dat wil zeggen de aanzuiging van de verbrandingslucht
23
in de ruimte) moet aan de geldende norm beantwoorden.
4 Aangezien de aansluitingen van de schoorsteenleidingen (van het
type B
onder druk staan, moeten deze ofwel buiten, ofwel in
23P
een gemetselde koker binnen met ventilatie geïnstalleerd. De
ventilatie moet verzorgd worden:
- door een opening aan de onderzijde, die lucht binnenkrijgt via
de geventileerde gemeenschappelijke ruimtes of rechtstreeks
buiten,
- door een opening aan de bovenzijde die naar buiten geleid
wordt. De minimum doorsnede van spouw en de te plannen
openingen moet 100 cm
De demonteerbare delen in deze koker moeten inspectie van de
rookgasleiding over de gehele lengte mogelijk maken.
De installatie-instructies en de informatie betreffende de toegelaten
lengtes van de rookgasleidingen in acht nemen.
Monteer de rookgassenleiding volgens de montageinstructies.
Controleer de afdichting volgens de geldende regels.
2
zijn (vrije doorsnede).
4. Installatie
27