Download Print deze pagina

EWM drive 4X IC D HP Bedieningshandleidingen pagina 78

Draadtoevoertoestel

Advertenties

Opbouw en functie
Speciale parameters (uitgebreide instellingen)
5.10.3.5 Speciale cyclus in de bedrijfsmodi 2- en 4-takt speciaal (P5)
Als de speciale cyclus geactiveerd is, verandert de start van het lassen als volgt:
Verloop 2-takt-speciaal-bedrijf / 4-takt-speciaal-bedrijf:
startprogramma "P
hoofdprogramma "P
Verloop 2-takt-speciaal-bedrijf / 4-takt-speciaal-bedrijf met geactiveerde speciale cyclus:
startprogramma "P
gereduceerd hoofdprogramma "P
hoofdprogramma "P
Speciale jobs SP1 tot SP3 vrijgeven (P6)
Apparaatserie Phoenix Expert:
De instelling van de lasopdracht wordt uitgevoerd op de apparaatbesturing van de stroombron.
Desgewenst kunnen alleen de voorgeprogrammeerde speciale lasopdrachten SP1 = JOB 129 /
SP2 = JOB130 / SP3 = JOB 131 op de apparaatbesturing van het draadaanvoerapparaat worden
geselecteerd. Door de drukknop Selectie lasopdracht lang in te drukken, kunt u de speciale JOB's
selecteren. Met een korte knopdruk wordt de omschakeling van speciale JOB's uitgevoerd.
De job-omschakeling is geblokkeerd als de sleutelschakelaar op de positie "0" staat.
Deze blokkering van de speciale jobs (SP1 - SP3) is op te heffen.
5.10.3.6 Correctiebedrijf, instelling van grenswaarden (P7)
Het correctiebedrijf wordt voor alle jobs en desbetreffende programma's gelijktijdig in- of uitgeschakeld.
Voor elke job wordt een correctiebereik voor draadtoevoersnelheid (DV) en lasspanningscorrectie (Ucorr)
aangegeven.
De correctiewaarde wordt voor elk programma afzonderlijk opgeslagen. Het correctiebereik kan maximaal
30% van de draadsnelheid en +-9,9 V lasspanning bedragen.
Voorbeeld voor het werkpunt in correctiebedrijf:
De draadsnelheid in een programma (1 tot 15) wordt op 10,0 m/min ingesteld.
Dat komt overeen met een lasspanning (U) van 21,9 V. Zet men nu de sleutelschakelaar op de positie "0"
dan kan men in dit programma uitsluitend met deze waarden lassen.
Moet de lasser in het programmabedrijf ook draad- en spanningscorrecties uitvoeren, dan moet het
correctiebedrijf ingeschakeld zijn en moeten grenswaarden voor draad en spanning worden ingegeven.
Instelling correctiegrenswaarde = DVgrens = 20 % / Ugrens = 1,9 V
Nu kan men de draadsnelheid en de lasspanning respectievelijk met 20 % (8,0 tot 12 ,0 m/min) en +/-1,9
V (3,8 V) corrigeren.
In het voorbeeld wordt de draadsnelheid op 11,0 m/min ingesteld. Dat komt overeen met een lasspanning
van 22 V
Nu is de lasspanning met nog een extra van 1,9 V (20,1 V en 23,9 V) te corrigeren.
Wanneer de sleutelschakelaar in stand "1" wordt geplaatst, worden de waarden voor correctie van
spanning en draadsnelheid gereset.
78
"
START
"
A
"
START
"
B
"
A
Afbeelding 5-74
099-005507-EW505
13.09.2018

Advertenties

loading