Download Print deze pagina

Advertenties

Bedieningshandleidingen
Draadtoevoertoestel
NL
drive 4X IC HP
099-005414-EW505
Aanvullende systeemdocumentatie opvolgen!
08.02.2016

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor EWM drive 4X IC HP

  • Pagina 1 Bedieningshandleidingen Draadtoevoertoestel drive 4X IC HP 099-005414-EW505 Aanvullende systeemdocumentatie opvolgen! 08.02.2016...
  • Pagina 2 +49 2680 181-0. Een lijst met bevoegde dealers vindt u op www.ewm-group.com. De aansprakelijkheid voor het gebruik van deze installatie beperkt zich uitsluitend tot de werking van de installatie.
  • Pagina 3 Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave ............................3 2 Veiligheidsrichtlijnen ..........................6 Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding ............6 Verklaring van symbolen ....................... 7 Algemeen ............................8 Transport en installatie ........................ 12 2.4.1 Omgevingscondities .....................
  • Pagina 4 Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding 5.8.5.5 coldArc / coldArc puls ..................43 5.8.5.6 forceArc / forceArc puls ................. 44 5.8.5.7 rootArc/rootArc puls ..................45 5.8.5.8 pipeSolution ....................45 5.8.6 MIG/MAG-principeschema's / bedrijfsmodussen ............46 5.8.6.1 Verklaring tekens en werking ................ 46 5.8.7 MIG/MAG-programmaverloop (Modus "programmastappen") ........
  • Pagina 5 Draadaanvoerrollen voor staaldraden ................ 110 10.1.2 Draadaanvoerrollen voor aluminiumdraden ............... 111 10.1.3 Draadaanvoerrollen voor vuldraden ................111 10.1.4 Draadgeleiding ......................111 11 Bijlage A .............................. 112 11.1 JOB-List ............................. 112 12 Bijlage B .............................. 113 12.1 Overzicht van EWM-vestigingen ....................113 099-005414-EW505 08.02.2016...
  • Pagina 6 Veiligheidsrichtlijnen Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding Veiligheidsrichtlijnen Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding GEVAAR Werk- of gebruiksmethoden die nauwkeurig moeten worden aangehouden om een gerede kans op zwaar letsel of dood door ongeval van personen uit te sluiten. •...
  • Pagina 7 Veiligheidsrichtlijnen Verklaring van symbolen Verklaring van symbolen Symbool Beschrijving Technische bijzonderheden waarmee de gebruiker rekening moet houden. Juist Verkeerd Indrukken Niet indrukken Indrukken en ingedrukt houden Draaien Schakelen Apparaat uitschakelen Apparaat inschakelen menutoegang ENTER navigeren in het menu NAVIGATION menu verlaten EXIT Tijdweergave (voorbeeld: 4 sec.
  • Pagina 8 Veiligheidsrichtlijnen Algemeen Algemeen GEVAAR Elektromagnetische velden! Door de stroombron kunnen elektrische of elektromagnetische velden ontstaan, waardoor elektronische installaties zoals tekstverwerkers, CNC-apparatuur, telecommunicatieleidingen, net-, signaalleidingen en pacemakers niet meer goed kunnen werken. • Onderhoudsvoorschriften in acht nemen - Zie hoofdstuk 6, Onderhoud, verzorging en afvalverwerking! •...
  • Pagina 9 Veiligheidsrichtlijnen Algemeen WAARSCHUWING Letselgevaar door straling of hitte! Straling van de vlamboog veroorzaakt letsel aan de huid en aan de ogen. Contact met hete werkstukken en vonken veroorzaakt verbrandingen. • Lasschild resp. lashelm met een toereikende beschermingsgraad gebruiken (toepassingafhankelijk)! • Draag droge veiligheidskleding (bijv.
  • Pagina 10 Veiligheidsrichtlijnen Algemeen VOORZICHTIG Plichten van de exploitant! Voor het gebruik van het apparaat dient men zich aan de desbetreffende landelijke richtlijnen en wetten te houden! • Nationale omzetting van de kaderrichtlijn (89/391/EWG), evenals de bijbehorende afzonderlijke richtlijnen. • Vooral de richtlijn (89/655/EWG), over de minimumvoorschriften ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid bij gebruik van werkmiddelen door werknemers tijdens het werk.
  • Pagina 11 Veiligheidsrichtlijnen Algemeen VOORZICHTIG EMC-classificatie van apparaten In overeenstemming met de norm IEC 60974-10 worden elektromagnetische lasapparaten onderverdeeld in twee klassen van elektromagnetische compatibiliteit - Zie hoofdstuk 8, Technische gegevens: Klasse A apparaten zijn niet bedoeld voor gebruik in woongebieden, waarbij apparaten op het openbare laagspanningsnet worden aangesloten.
  • Pagina 12 Veiligheidsrichtlijnen Transport en installatie Transport en installatie WAARSCHUWING Verkeerde omgang met gasflessen met inert gas! Verkeerde omgang met gasflessen met inert gas kan ernstig letsel en de dood tot gevolg hebben. • Volg de instructies van de gasfabrikant en de gasverordening op! •...
  • Pagina 13 Veiligheidsrichtlijnen Transport en installatie 2.4.1 Omgevingscondities VOORZICHTIG Plaats van opstelling! Het apparaat mag niet in de buitenlucht en uitsluitend op een passende, stabiele en vlakke ondergrond opgesteld en gebruikt worden! • De exploitant moet voor een slipvaste, vlakke ondergrond en voldoende verlichting van de werkplaats zorgen.
  • Pagina 14 Gebruik overeenkomstig de bestemming Gebruik en bediening uitsluitend met de volgende apparatuur Gebruik overeenkomstig de bestemming WAARSCHUWING Gevaren door onbedoeld gebruik! Bij onbedoeld gebruik van het apparaat kunnen er gevaren voor personen, dieren en materiële zaken ontstaan. Voor alle hieruit voortvloeiende schade aanvaarden wij geen aansprakelijkheid! •...
  • Pagina 15 Meegeldende documenten/Geldige aanvullende documenten 3.3.1 Garantie Meer informatie vindt u in de bijgevoegde brochure "Warranty registration" en informatie over garantie, onderhoud en keuring op www.ewm-group.com! 3.3.2 Conformiteitsverklaring Het aangegeven apparaat voldoet qua concept en constructie aan de richtlijnen en normen van de EG: •...
  • Pagina 16 Apparaatbeschrijving - snel overzicht Vooraanzicht Apparaatbeschrijving - snel overzicht Vooraanzicht Afbeelding 4-1 Pos. Symbool Beschrijving Griffmulde zum Öffnen der Schutzklappe Veiligheidsklep Afdekking van de draadtoevoeraandrijving en overige bedieningselementen. Aan de binnenkant bevinden zich, afhankelijk van de apparaatserie, overige plakplaatjes met informatie over slijtageonderdelen en JOB lijsten.
  • Pagina 17 Apparaatbeschrijving - snel overzicht Binnenaanzicht Binnenaanzicht Afbeelding 4-2 Pos. Symbool Beschrijving Omschakelknop lastoortsfunctie (vereist speciale lastoorts) Programma's of JOB's omschakelen Lasvermogen traploos instelbaar. Sleutelschakelaar als beveiliging tegen onbevoegd gebruik Stand „1“ > wijzigingen mogelijk, Stand „0“ > wijzigingen niet mogelijk. - Zie hoofdstuk 5.12.2, Lasparameter tegen onbevoegde toegang blokkeren Drukknop draad invoeren Invoeren van de draadelektrode na vervanging van de draadspoel.
  • Pagina 18 Apparaatbeschrijving - snel overzicht Besturing - bedieningselementen Besturing - bedieningselementen Afbeelding 4-3 Pos. Symbool Beschrijving Functieverloop - Zie hoofdstuk 4.3.1, Functieverloop Drukknop, selectie lasopdracht (JOB) SP1/2/3 - Speciale JOB's (alleen Phoenix Expert). Lange knopdruk: selectie van speciale JOB's. Korte knopdruk: omschakeling tussen speciale JOB's. Selecteer lasopdracht in de lasopdrachtenlijst (JOB-LIST) (niet Phoenix JOB-LIST Expert).
  • Pagina 19 Apparaatbeschrijving - snel overzicht Besturing - bedieningselementen Pos. Symbool Beschrijving Draaiknop, lasparameterinstelling • ----------- Instelling van de lasopdracht (JOB). Bij apparaatserie Phoenix Expert wordt de selectie van de lasopdracht uitgevoerd op de besturing van de stroombron. • ----------- Instellen van het lasvermogen en overige lasparameters. Knop, bedrijfsmodus selecteren 2-takt 4-takt...
  • Pagina 20 Apparaatbeschrijving - snel overzicht Besturing - bedieningselementen 4.3.1 Functieverloop Afbeelding 4-4 Pos. Symbool Beschrijving Toets Selecteren lasparameters Met deze toets worden de lasparameters ingesteld in functie van de toegepaste lasmethode en de bedrijfsmodus. Controlelampje, gasvoorstroomtijd Instelbereik 0,0 sec. tot 20,0 sec. Controlelampje, startprogramma (P START •...
  • Pagina 21 Opbouw en functie Algemeen Opbouw en functie Algemeen WAARSCHUWING Gevaar voor verwonding door elektrische spanning! Het aanraken van onder stroom staande onderdelen, bijv. lasstroombussen, kan levensgevaarlijk zijn! • Neem de veiligheidsinstructie op de eerste pagina van de bedieningshandleiding in acht! •...
  • Pagina 22 Opbouw en functie Installeren VOORZICHTIG Schade door onvakkundige aansluiting! Door onvakkundige aansluiting kunnen accessoirecomponenten en de stroombron worden beschadigd! • Accessoirecomponenten uitsluitend bij uitgeschakeld lasapparaat op de desbetreffende aansluitbus steken en vergrendelen. • Uitvoerige beschrijvingen vindt u in de gebruikshandleiding van de betreffende accessoire! •...
  • Pagina 23 Opbouw en functie Koeling van de lastoorts Koeling van de lastoorts VOORZICHTIG Koelmiddelmengsels! Mengsels met andere vloeistoffen of het gebruik van ongepaste koelmiddelen leidt tot materiële schade en tot het verlies van de fabrieksgarantie! • Uitsluitend de in deze handleiding beschreven koelmiddelen (overzicht koelmiddelen) gebruiken.
  • Pagina 24 Opbouw en functie Aanwijzingen voor het leggen van lasstroomleidingen Aanwijzingen voor het leggen van lasstroomleidingen Onvakkundig gelegde lasstroomleidingen kunnen storingen (flakkeren) van de vlamboog veroorzaken! Werkstukleiding en slangpakket van lasstroombronnen zonder HF-ontstekingsinrichting (MIG/MAG) zo lang mogelijk, naast elkaar liggend, parallel leggen. Werkstukleiding en slangpakket van lasstroombronnen met HF-ontstekingsinrichting (TIG) lang parallel leggen met een onderlinge afstand van ong.
  • Pagina 25 Opbouw en functie Aanwijzingen voor het leggen van lasstroomleidingen Voor elk lasapparaat een eigen werkstukleiding voor het werkstuk gebruiken! Afbeelding 5-2 Lasstroomleidingen, lastoorts- en tussenslangpakketten volledig afrollen. Lussen vermijden! Kabellengtes in principe niet langer dan nodig is! Overtollige kabellengtes in bochten leggen. Afbeelding 5-3 099-005414-EW505 08.02.2016...
  • Pagina 26 Opbouw en functie Aansluiting tussenslangpakket Aansluiting tussenslangpakket Afbeelding 5-4 Pos. Symbool Beschrijving Stroombron Aanvullende systeemdocumentatie opvolgen! Tussenslangpakket Trekontlasting Snelkoppeling (blauw) toevoerleiding koelmiddel Snelkoppeling (rood) retourleiding koelmiddel Aansluitstekker, lasstroom stroombron Lasstroomverbinding tussen stroombron en draadtoevoerapparaat Aansluitnippel G¼", beschermgasaansluiting Aansluitbus 7-polig (digitaal) •...
  • Pagina 27 Opbouw en functie Inert-gastoevoer Inert-gastoevoer 5.6.1 Gastest • Open langzaam de kraan van de gasfles. • Open de drukregelaar. • Schakel de stroombron in met de hoofdschakelaar. • Gastestfunctie op de apparaatbesturing activeren. • Gashoeveelheid via drukregelaar in overeenstemming met de toepassing instellen. •...
  • Pagina 28 Opbouw en functie Lasgegevens-display Lasgegevens-display Links en rechts van de besturingsdisplays zitten de toetsen "Parameterselectie" ( ). Ze dienen voor de selectie van weer te geven lasparameters. Elke druk op een toets laat het display een parameter verder springen (LED's naast de toetsen geven de selectie weer).
  • Pagina 29 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen MIG/MAG-lassen 5.8.1 Aansluiting lastoorts VOORZICHTIG Apparaatschade door onvakkundig aangesloten koelmiddelleidingen! Bij niet vakkundig aangesloten koelmiddelleidingen of bij het gebruik van een gasgekoelde lastoorts wordt het koelmiddelcircuit onderbroken en kan er apparaatschade ontstaan. • Sluit alle koelmiddelleidingen op vakkundige wijze aan! •...
  • Pagina 30 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen Voorbereiding voor de aansluiting van lastoortsen met draadgeleidingskern: • Capillaire buis aan zijde van draadaanvoer in de richting van de eurocentrale aansluiting uitschuiven en daar uitnemen. • Geleidebuis van de draadgeleidingskern vanuit de eurocentrale aansluiting inschuiven. •...
  • Pagina 31 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen Afbeelding 5-8 Pos. Symbool Beschrijving Lastoorts Lastoortsslangpakket Lastoortsaansluiting (euro- of Dinse centrale aansluiting) Lasstroom, inert gas en toortsknop geïntegreerd Snelkoppeling (blauw) toevoerleiding koelmiddel Snelkoppeling (rood) retourleiding koelmiddel Aansluitbus 19-polig (analoog) Voor het aansluiten van analoge accessoires (afstandsbediening, besturingskabel, lastoorts, enz.) •...
  • Pagina 32 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.2 Draadtoevoer 5.8.2.1 Veiligheidsklep van de draadtoevoeraandrijving openen VOORZICHTIG Voor de volgende werkstappen moet de veiligheidsklep van de draadtoevoeraandrijving worden geopend. Voor aanvang van werkzaamheden is het verplicht om de veiligheidsklep te sluiten. • Veiligheidsklep ontgrendelen en openen. 5.8.2.2 Aanbrengen van de draadspoel VOORZICHTIG...
  • Pagina 33 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.2.3 Draadtoevoerrollen wisselen Afbeelding 5-10 Pos. Symbool Beschrijving Knevel Met de knevel wordt de vergrendelingsbeugel van de draadtoevoerrollen vastgezet. Vergrendelingsbeugel Met de vergrendelingsbeugels worden de draadtoevoerrollen vastgezet. Drukunit Bevestiging van de spanunit en instelling van de aanpersdruk. Spanunit Draadtoevoerrollen Zie tabel Overzicht draadtoevoerrollen...
  • Pagina 34 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen Gebrekkige lasresultaten door onregelmatige draadtoevoer! De draadtoevoerrollen moeten bij de draaddiameter en het materiaal passen. Ter onderscheiding zijn de draadtoevoerrollen kleurgemarkeerd (zie tabel Overzicht draadtoevoerrollen). Bij het gebruik van draaddiameters > 1,6 mm moet de aandrijving op de draadgeleidingsset ON WF 2,0- 3,2MM EFEED worden gewijzigd.
  • Pagina 35 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.2.4 Invoeren van de draadelektrode VOORZICHTIG Letselgevaar door bewegende onderdelen! De draadtoevoerapparaten zijn met bewegende onderdelen uitgerust die handen, haar, kledingsstukken of gereedschap kunnen grijpen en zodoende personen kunnen verwonden! • Handen niet in draaiende of bewegende onderdelen of aandrijfonderdelen plaatsen! •...
  • Pagina 36 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen Afbeelding 5-11 Pos. Symbool Beschrijving Lasdraad Draadinvoernippel Geleidingsbuis Instelmoer • Het toortsslangpakket languit uitspreiden. • Wikkel voorzichtig de lasdraad van de draadspoel af en voer de lasdraad via de draadinloopnippel in tot aan de draadrollen. • Knop Draad invoeren indrukken (de lasdraad wordt door de aandrijving opgenomen en automatisch tot aan de uitgang van de lastoorts geleid.
  • Pagina 37 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.2.5 Instelling spoelrem Afbeelding 5-13 Pos. Symbool Beschrijving Inbusbout Bevestiging van de draadspoelhouder en afstelling van de spoelrem • Inbusbout (8 mm) in wijzerzin aantrekken om de remwerking te verhogen. Draai de spoelrem tot zo ver aan dat deze bij het stoppen van de draadtoevoermotor niet naloopt en tijdens bedrijf niet blokkeert! 099-005414-EW505 08.02.2016...
  • Pagina 38 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.3 Definitie soorten MIG/MAG-laswerk Deze apparaatserie onderscheidt zich door de eenvoudige bediening en vele functies. • Een groot aantal lasopdrachten (JOB's), bestaande uit lasmethode, materiaalsoort, draaddiameter en soort beschermgas zijn al voorgeprogrammeerd . • De benodigde procesparameters worden afhankelijk van het door u aangegeven werkpunt (éénknopsbediening via draaiknop draadsnelheid) door het systeem berekend.
  • Pagina 39 Deze functie wordt bijv. voor dunne platen gebruikt om de warmte-inbreng gericht te reduceren of in geforceerde posities zonder pendelen te lassen De superPuls in combinatie met EWM-lasprocessen biedt talloze mogelijkheden. Om bijv. opgaande verticale lasnaden zonder de zogenoemde "dennenboom-techniek" te kunnen lassen, wordt bij de selectie van programma 1 de desbetreffende superpuls-variant (materiaalafhankelijk) geactiveerd.
  • Pagina 40 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.4.5 Terugbranden draad EXIT ENTER Afbeelding 5-16 Display Instelling / selecteren Draad terugbranden-menu Draad terugbranden instellen. Instelling parameter (instelbereik 0 tot 499) Voorkomt het vastbranden van de draadelektrode in het lasbad. Terugbranden draad te groot ingesteld. grote bolvorming van de draadelektrode leidt tot slechte ontstekingseigenschappen of de draadelektrode brandt vast in de laskop.
  • Pagina 41 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.5 MIG/MAG - werkpunt Het werkpunt (lasvermogen) wordt volgens het principe van de MIG/MAG-eenknopsbediening ingesteld, d.w.z. de gebruiker hoeft voor de instelling van zijn werkpunt bijv. alleen de gewenste draadsnelheid in te stellen en het digitale systeem berekent de optimale waarden voor lasstroom en -spanning (werkpunt). Het werkpunt kan ook door accessoires, zoals een afstandsbediening, lastoorts, enz.
  • Pagina 42 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.5.3 Instelling correctie van de lichtbooglengte De lengte van de vlamboog kan als volgt gecorrigeerd worden: Bedieningselem Actie Resultaat Lampje Instelling "Correctie van de booglengte" (Weergavevoorbeeld: -0,9 V, instelbereik -9,9 V tot +9,9 V) 5.8.5.4 Accessoires voor het instellen van het werkpunt De werkpuntinstelling kan ook via verschillende accessoirecomponenten, zoals bijv.
  • Pagina 43 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.5.5 coldArc / coldArc puls Warmtereducerende, spatarme korte vlamboog voor kromtrekkingsarm lassen, solderen en lassen van grondnaden met uitstekende overbrugging van lasvoegen. Afbeelding 5-18 Na het selecteren van het coldArc-lasproces - Zie hoofdstuk 5.8.4, Selecteren beschikt u over de eigenschappen: •...
  • Pagina 44 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.5.6 forceArc / forceArc puls Warmtereducerende, richtingsstabiele, drukkrachtige, hoge performance vlamboog met diepe inbranding voor het bovenste vermogensbereik. Niet-, laag- en hooggelegeerde staalsoorten alsmede fijnkorrelige bouwstaalsoorten. Afbeelding 5-19 • Kleinere naadopeningshoek door diepe inbranding en richtingsstabiele vlamboog •...
  • Pagina 45 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.5.7 rootArc/rootArc puls Perfect modelleerbare kortsluitboog voor moeiteloze naadoverbrugging, speciaal voor lassen in geforceerde posities. Afbeelding 5-20 • Spatarm in vergelijking met standaard korte vlambogen • Goede grondnaadvormgeving en veilige flanklasnaaddekking • Niet- en laaggelegeerde staalsoorten •...
  • Pagina 46 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.6 MIG/MAG-principeschema's / bedrijfsmodussen Lasparameters zoals bijv. gasvoorstromen, terugbranden, etc. zijn voor een groot aantal toepassingen optimaal vooraf ingesteld (kunnen echter zonodig worden aangepast). 5.8.6.1 Verklaring tekens en werking Symbool Betekenis Druk op de toortsknop Laat de toortsknop los Toortsknoppen tiptoetsen (kort indrukken en loslaten) Er stroomt inert-gas Lasvermogen...
  • Pagina 47 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 2-takt-bedrijf Afbeelding 5-22 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit. •...
  • Pagina 48 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 2-takt bedrijf met superpuls Afbeelding 5-23 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit.
  • Pagina 49 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 2-takt speciaal Afbeelding 5-24 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START start...
  • Pagina 50 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen Puntlassen Afbeelding 5-25 De starttijd t moet bij de punttijd t worden opgeteld. start 1e takt • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen) • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P , de puntlastijd begint) START...
  • Pagina 51 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 2-takt speciaal met superpuls Afbeelding 5-26 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START...
  • Pagina 52 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 4-takt-bedrijf Afbeelding 5-27 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit. •...
  • Pagina 53 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 4-takt bedrijf met superpuls Afbeelding 5-28 1e fase: • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit.
  • Pagina 54 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 4-takt-modus met wisselende lasmethode (procesomschakeling) Om de functie te activeren of in te stellen, - Zie hoofdstuk 5.8.12, Expertmenu MIG/MAG. Afbeelding 5-29 1e takt: • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt beschermgas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid".
  • Pagina 55 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 4-takt speciaal Afbeelding 5-30 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P START 2e fase •...
  • Pagina 56 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 4-takt-speciaal met wisselende lasmethode door kort indrukken (procesomschakeling) Om de functie te activeren of in te stellen, - Zie hoofdstuk 5.8.12, Expertmenu MIG/MAG. Afbeelding 5-31 1e takt • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt beschermgas uit (gasvoorstromen). •...
  • Pagina 57 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 4-takt-speciaal met wisselende lasmethode (procesomschakeling) Om de functie te activeren of in te stellen, - Zie hoofdstuk 5.8.12, Expertmenu MIG/MAG. Afbeelding 5-32 1e takt • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt beschermgas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid".
  • Pagina 58 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 4-takt speciaal met superpuls Afbeelding 5-33 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START...
  • Pagina 59 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.7 MIG/MAG-programmaverloop (Modus "programmastappen") Bepaalde materialen zoals bijv. aluminium hebben speciale functies nodig om veilig en met hoge kwaliteit te kunnen worden gelast. Daarbij wordt de bedrijfsmodus 4-takt-speciaal met de volgende programma's gebruikt: • Startprogramma P (reduceren van koude plekken bij begin lasnaad) START •...
  • Pagina 60 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.7.2 MIG/MAG-parameteroverzicht en P zijn relatieve programma's af fabriek. Zij zijn procentueel afhankelijk van de START draadtoevoerwaarde van het hoofdprogramma P . Deze programma's kunnen als absolute programma's worden ingesteld (zie instelling speciale parameter P21). Afbeelding 5-35 Basisparameters Betekenis / verklaring Instelbereik...
  • Pagina 61 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.7.3 Voorbeeld, hechtlassen (2-takt) Afbeelding 5-36 Basisparameters Lasparameter Betekenis / verklaring Instelbereik GASstr Gasvoorstroomtijd 0,0s tot 20,0s GASend: Gasnastroomtijd 0,0s tot 20s RUECK Lengte draadterugbranden 2 tot 500 Hoofdprogramma „P “ Lasparameter Betekenis / verklaring Instelbereik Instelling van de draadsnelheid 5.8.7.4 Voorbeeld, aluminium-hechtlassen (2-takt-speciaal)
  • Pagina 62 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.7.5 Voorbeeld, aluminium-lassen (4-takt-speciaal) Afbeelding 5-38 Basisparameters Lasparameter Betekenis / verklaring Instelbereik GASstr Gasvoorstroomtijd 0,0s tot 20,0s GASend: Gasnastroomtijd 0,0s tot 20s RUECK Lengte draadterugbranden 2 tot 500 Start-programma "P " START Lasparameter Betekenis / verklaring Instelbereik DVstart Draadsnelheid...
  • Pagina 63 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.7.6 Voorbeeld, zichtnaden (4-takt-superpuls) Afbeelding 5-39 Basisparameters Lasparameter Betekenis / verklaring Instelbereik GASstr Gasvoorstroomtijd 0,0s tot 20,0s GASend: Gasnastroomtijd 0,0s tot 20,0s RUECK Lengte draadterugbranden 2 tot 500 Start-programma "P " START Lasparameter Betekenis / verklaring Instelbereik DVstart Draadsnelheid...
  • Pagina 64 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.8 Modus hoofdprogramma A Voor verschillende soorten laswerk of posities bij een werkstuk zijn verschillende lasvermogens (werkpunten) resp. lasprogramma’s nodig. In ieder van de maximum 16 programma’s worden volgende paramaters opgeslagen: • Bedrijfsmodus • Soort lassen •...
  • Pagina 65 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen Voorbeeld 1: werkstukken met verschillende plaatdikten lassen (2-takt) Afbeelding 5-40 Voorbeeld 2: verschillende posities bij een werkstuk lassen (4-takt) Afbeelding 5-41 Voorbeeld 3: aluminium-lassen van verschillende plaatdikten (2- of 4-takt speciaal) Afbeelding 5-42 Er kunnen maximaal 16 programma's (P tot P ) worden ingesteld.
  • Pagina 66 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.8.1 Selectie van de parameters (programma A) Het veranderen van lasparameters kan alleen worden uitgevoerd als de sleutelschakelaar in de positie „1“ staat. Bedieningselem Actie Resultaat Lampje Weergave lasgegevens omschakelen naar programmaweergave. (LED Prog brandt) Selecteer programmanummer. Weergavevoorbeeld: Programma "1".
  • Pagina 67 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.10 MIG/MAG-standaardtoorts De branderknop van de MIG-lastoortsen dient in principe om het lasproces te starten en te stoppen. Bedieningselementen Functies • Toortsknop Lassen starten/stoppen Bovendien kunnen door het aantippen van de branderknop, naargelang het apparaat en de besturingconfiguratie, nog meer functies geactiveerd worden- Zie hoofdstuk 5.13, Speciale parameters (uitgebreide instellingen): •...
  • Pagina 68 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.11.2 Omschakeling tussen push/pull en tussenaandrijving GEVAAR Voer geen verkeerde reparaties en modificaties uit! Om verwondingen en materiële schade te vermijden, mag het apparaat enkel door vakkundige, bevoegde personen gerepareerd resp. gemodificeerd worden! Bij onbevoegde ingrepen vervalt de garantie! •...
  • Pagina 69 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.8.12 Expertmenu MIG/MAG In het Expertmenu zijn functies en parameters ingesteld, die ofwel niet rechtstreeks op de apparaatbesturing kunnen worden ingesteld ofwel waarvan een regelmatig instellen niet noodzakelijk is. 5.8.12.1 Selecteren ENTER (Menutoegang) • Drukknop "Lasparameter" 3 sec. ingedrukt houden. NAVIGATION (Navigeren in het menu) •...
  • Pagina 70 Opbouw en functie MIG/MAG-lassen Display Instelling / selecteren Correctie draad terugbranden (instelbereik 0 tot 499) Wordt een te hoge waarde ingesteld dan leidt dit tot grotere kogelvorming aan de draadelektrode (laat zich slecht opnieuw ontsteken) of het vastbranden van de draadelektrode aan de stroomkop.
  • Pagina 71 Opbouw en functie TIG-lassen TIG-lassen 5.9.1 Aansluiting lastoorts Afbeelding 5-45 Pos. Symbool Beschrijving Lastoorts Lastoortsslangpakket Lastoortsaansluiting (euro- of Dinse centrale aansluiting) Lasstroom, inert gas en toortsknop geïntegreerd Snelkoppeling (blauw) toevoerleiding koelmiddel Snelkoppeling (rood) retourleiding koelmiddel Aansluitbus, lasstroom „-“ • TIG-lassen: lasstroomaansluiting voor lasbrander Stroombron Aanvullende systeemdocumentatie opvolgen!
  • Pagina 72 Opbouw en functie TIG-lassen 5.9.2 Selecteren • JOB 127 (WIG-lasopdracht) selecteren. Het wijzigen van het JOB-nummer is alleen mogelijk als er geen lasstroom vloeit. Bedieningselem Actie Resultaat Display Selectie JOB-nummer invoer brandt Instellen van het JOB-nummer Het apparaat neemt na ca. 3 sec. de gekozen instelling over 5.9.2.1 Lasstroom instellen...
  • Pagina 73 Opbouw en functie TIG-lassen Principeschema’s / bedrijfsmodi 5.9.4 5.9.4.1 Verklaring tekens en werking Symbool Betekenis Druk op de toortsknop Laat de toortsknop los Toortsknoppen tiptoetsen (kort indrukken en loslaten) Er stroomt inert-gas Lasvermogen Gasvoorstromen Gasnastromen 2-takt 2-takt speciaal 4-takt 4-takt speciaal Tijd Startprogramma START...
  • Pagina 74 Opbouw en functie TIG-lassen 2-takt-bedrijf Afbeelding 5-47 Selecteren • Selecteer de bedrijfsmodus 2-takt 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). De vlamboogontsteking gebeurt met Liftarc. • De lasstroom vloeit met de voorgeselecteerde instelling. 2e fase •...
  • Pagina 75 Opbouw en functie TIG-lassen 4-takt-bedrijf Afbeelding 5-49 Selecteren • Selecteer de bedrijfsmodus 4-takt 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). De vlamboogontsteking gebeurt met Liftarc. • De lasstroom vloeit met de voorgeselecteerde instelling. 2e fase •...
  • Pagina 76 Opbouw en functie TIG-lassen 4-takt speciaal Afbeelding 5-50 Selecteren • Selecteer de bedrijfsmodus 4-takt-speciaal 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). De vlamboogontsteking gebeurt met liftarc. • De lasstroom vloeit met de voorgeselecteerde instelling in het startprogramma “P “.
  • Pagina 77 Opbouw en functie TIG-lassen 5.9.5 TIG-programmaverloop (Modus "programmastappen") Afbeelding 5-51 Basisparameters Pos. Betekenis/verklaring Instelbereik Gasvoorstroomtijd 0 sec. tot 0.9 sec. START 0 % tot 200 % Startstroom Duur (startprogramma) 0 sec. tot 20 sec. Slope-duur van P op P 0 sec. tot 20 sec. START (hoofdprogramma) 5 A tot 550 A...
  • Pagina 78 Opbouw en functie Elektrodelassen 5.10 Elektrodelassen 5.10.1 Selecteren • JOB 128 (elektrodelasopdracht) selecteren. Het wijzigen van het JOB-nummer is alleen mogelijk als er geen lasstroom vloeit. Bedieningselem Actie Resultaat Display Selectie JOB-nummer invoer Instellen van het JOB-nummer Het apparaat neemt na ca. 3 sec. de gekozen instelling over 5.10.1.1 Lasstroom instellen De lasstroom wordt in principe via de draaiknop "draadsnelheid"...
  • Pagina 79 Opbouw en functie Elektrodelassen 5.10.1.3 Hotstart De hotstart-inrichting zorgt ervoor dat staafelektroden door een verhoogde startstroom beter ontsteken. a) = Hotstart-tijd b) = Hotstart-stroom Lasstroom Tijd Afbeelding 5-52 Instelling van de hotstart-parameter - Zie hoofdstuk 5.10.2, Overzicht parameters 5.10.1.4 Antistick Antistick voorkomt het uitgloeien van de elektrode.
  • Pagina 80 Opbouw en functie Afstandsbedieningen 5.11 Afstandsbedieningen VOORZICHTIG Schade door gebruik van componenten van derden! De garantie van de fabrikant vervalt bij apparaatschade door gebruik van componenten van derden! • Gebruik uitsluitend systeemcomponenten en opties (stroombronnen, lastoortsen, elektrodehouders, afstandsbedieningen, vervangings- en slijtageonderdelen, enz.) uit ons leveringsprogramma! •...
  • Pagina 81 Opbouw en functie Interfaces voor de automatisering 5.12.1 Aansluitbus afstandsbediening 19-polig Afbeelding 5-55 Signaalvorm Benaming Uitgang Aansluiting voor kabelmantel PE Uitgang Referentiespanning voor potentiometer 10 V (max. 10 mA) Ingang Regelspanningsinstelling (0 V - 10 V) - draadtoevoersnelheid Uitgang Referentiepotentiaal (0 V) Ingang Lasvermogen Start/Stop (S1) Ingang...
  • Pagina 82 Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) 5.12.2 Lasparameter tegen onbevoegde toegang blokkeren Als beveiliging tegen het onbevoegd of per ongeluk verstellen van de lasparameters op het apparaat, is het met behulp van de sleutelschakelaar mogelijk om de invoer van de besturing te blokkeren. In sleutelstand 1 kunnen alle functies en parameters onbeperkt worden ingesteld.
  • Pagina 83 Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) 5.13.1 Selectie, wijziging en opslag van parameters ENTER (Menutoegang) • Apparaat met de hoofdschakelaar uitschakelen • Knop "Parameterselectie links" ingedrukt houden en gelijktijdig op het apparaat opnieuw inschakelen. NAVIGATION (Navigeren in het menu) •...
  • Pagina 84 Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Correctiebedrijf, instelling van grenswaarden 0 = correctiebedrijf uitgeschakeld (Af fabriek) 1 = correctiebedrijf ingeschakeld LED “Hoofdprogramma (PA)” knippert Programmaomschakeling met standaardbrander 0 = geen programmaomschakeling (Af fabriek) 1 = 4-takt speciaal 2 = speciale 4-takt speciaal (n-takt actief) 4T en 4Ts-tipstart 0 = geen 4-takt tipstart (Af fabriek) 1 = 4-takt tipstart mogelijk...
  • Pagina 85 Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Display Instelling / selecteren Absolute waarde-instelling voor relatieve programma's Startprogramma (P ), down-slope-programma (P ) en eindprogramma (P ) kunnen START naar wens relatief ten opzichte van het hoofdprogramma (P ) of als absolute instelling worden ingesteld.
  • Pagina 86 Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) 5.13.1.2 Speciale parameters in detail Aanvoertijd draadinvoer (P1) De draadinvoer begint met 1,0m/min gedurende 2 sec. Aansluitend wordt met een aanvoerfunctie de snelheid op 6,0m/min verhoogd. De aanvoertijd is tussen twee bereiken in te stellen. Tijdens de draadinvoer kan de snelheid met behulp van de draaiknop lasparameterinstelling worden gewijzigd.
  • Pagina 87 Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Correctiebedrijf, instelling van grenswaarden (P7) Het correctiebedrijf wordt voor alle jobs en desbetreffende programma's gelijktijdig in- of uitgeschakeld. Voor elke job wordt een correctiebereik voor draadtoevoersnelheid (DV) en lasspanningscorrectie (Ucorr) aangegeven. De correctiewaarde wordt voor elk programma afzonderlijk opgeslagen. Het correctiebereik kan maximaal 30% van de draadsnelheid en +-9,9 V lasspanning bedragen.
  • Pagina 88 Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Bedieningselem Actie Resultaat Weergave (voorbeelden) Links Rechts Knop zo vaak indrukken tot alleen de LED "PROG" oplicht. Links: Draadaanvoersnelheid Rechts: Programmanummer Toets indrukken en ca. 4 sec. lang vasthouden 4 sec. Links: huidige grenswaarde van de draadaanvoersnelheidscorrectie Rechts: huidige grenswaarde van de spanningscorrectie...
  • Pagina 89 Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Programmaomschakeling met standaard toortstoorts (P8) Speciale 4-takt (4-takt-absoluut-programmaverloop) • Takt 1: Absoluut-programma 1 wordt gestart • Takt 2: Absoluut-programma 2 wordt na afloop van "tstart" gestart. • Takt 3: Absoluut-programma 3 wordt gestart totdat de tijd "t3" verlopen is. Aansluitend wordt automatisch naar het absoluut-programma 4 overgeschakeld.
  • Pagina 90 Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Het aantal programma’s (P ) is gelijk aan het onder n-takt vastgelegd taktaantal. 1ste takt • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen) • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramma P van P...
  • Pagina 91 Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Instelling "enkele of dubbele bedrijfsmodus" (P10) Indien het systeem met twee draadaanvoerapparaten is uitgerust, mogen er geen verdere accessoirecomponenten aan de aansluitbus 7-polig (digitaal) gebruikt worden! Dit heeft onder andere betrekking op digitale afstandsbedieningen, robotinterfaces, documentatie-interfaces, lastoortsen met digitale besturingsleidingaansluiting, enz.
  • Pagina 92 Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Gebruikergedefinieerde JOB-lijsten maken Er wordt een samenhangend opslagbereik opgesteld, waarin met accessoires zoals bijv. de POWERCONTROL 2-toorts tussen JOB’s kan omgeschakeld worden. • Speciale parameter P12 op “2” instellen. • Omschakelknop “Programma of Up/Down-functie” op positie “Up/Down” zetten. •...
  • Pagina 93 Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Bovengrens en ondergrens voor de JOB-omschakeling op afstand (P13, P14) Het hoogste resp. het laagste JOB-nummer dat met accessoirecomponenten, zoals bijv. PowerControl 2- toorts, kan geselecteerd worden. Vermijdt een abusievelijk omschakelen in ongewenste of niet gedefinieerde JOB’s. Hold-functie (P15) Hold-functie actief (P15 = 1) •...
  • Pagina 94 Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Programmaselectie met standaard toortsknop (P17) Maakt een programmaselectie resp. programma-omschakeling vóór lasaanvang mogelijk. Door de toortsknop kort in te drukken wordt overgeschakeld naar het volgende programma. Bij het bereiken van het laatste vrijgegeven programma begint het display weer van voren af aan. •...
  • Pagina 95 Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Absolute waarde-instelling voor relatieve programma's (P21) Startprogramma (P ), down-slope-programma (P ) en eindprogramma (P ) kunnen naar wens START relatief of absoluut ten opzichte van het hoofdprogramma (P ) worden ingesteld. Functie actief (P21 = 1) •...
  • Pagina 96 Opbouw en functie Configuratiemenu voor apparatuur 5.14 Configuratiemenu voor apparatuur 5.14.1 Selectie, wijziging en opslag van parameters ENTER (Menutoegang) • Apparaat met de hoofdschakelaar uitschakelen • Drukknop "Lasparameter" of "Smoorspoelwerking" (drive 4X LP) ingedrukt houden en gelijktijdig het apparaat opnieuw inschakelen. NAVIGATION (Navigeren in het menu) •...
  • Pagina 97 Opbouw en functie Configuratiemenu voor apparatuur 5.14.2 Compensatie leidingsweerstand De weerstandswaarde van de leidingen kan rechtstreeks of op de stroombron worden ingesteld. Bij levering is de leidingsweerstand ingesteld op 8 mΩ. Deze waarde komt overeen met een 5 m massakabel, 1,5 m tussenslangpakket en 3 m watergekoelde lastoorts. Andere lengtes van slangpakketten vereisen een +/- spanningscorrectie ter optimalisering van laseigenschappen.
  • Pagina 98 Opbouw en functie Configuratiemenu voor apparatuur 1 Voorbereiding • Lasapparaat uitschakelen. • Gaskop losschroeven van de lastoorts. • Lasdraad aan de contacttip kort afknippen. • Lasdraad aan het draadaanvoerapparaat een stuk (ong. 50 mm) terugtrekken. Nu is er geen lasdraad aanwezig in de contacttip.
  • Pagina 99 Onderhoud, verzorging en afvalverwerking Algemeen Onderhoud, verzorging en afvalverwerking GEVAAR Verkeerd onderhoud en controle! Het apparaat mag uitsluitend door vakkundige, bevoegde personen schoongemaakt, gerepareerd of getest worden! Deskundig personeel is elke persoon die door zijn opleiding, kennis en ervaring de risico's en de eventuele gevolgschade kan herkennen die zich kunnen voordoen tijdens de controle van dit apparaat en de vereiste veiligheidsmaatregelen kan treffen.
  • Pagina 100 Daarnaast kunnen oude apparaten in heel Europa bij EWM-verkooppartners worden ingeleverd. Inachtneming van de RoHS-vereisten Wij, EWM AG Mündersbach, verklaren hierbij dat alle door ons geleverde producten, die onderhevig zijn aan de RoHS-richtlijn, aan de vereisten van de RoHS (richtlijn 2011/65/EU) voldoen.
  • Pagina 101 Verhelpen van storingen Checklist voor het verhelpen van storingen Verhelpen van storingen Alle producten worden onderworpen aan strenge productie- en eindcontroles. Mocht er desondanks toch een keer iets niet werken, controleer het product dan aan de hand van de volgende lijst. Als geen van de aangegeven mogelijkheden om het defect te verhelpen werkt, waarschuw dan de officiële dealer.
  • Pagina 102 Verhelpen van storingen Foutmeldingen Foutmeldingen Een storing in de lasapparatuur wordt weergegeven doordat de storingcode (zie tabel) wordt weergegeven op de display van de besturing. Bij een storing in de apparatuur wordt de voeding uitgeschakeld. De weergave van mogelijke foutnummers is afhankelijk van de uitvoering van het apparaat (interfaces/functies).
  • Pagina 103 Verhelpen van storingen Foutmeldingen Fout Categorie Mogelijke oorzaak Oplossing Error 17 Overstroomdetectie Draadtoevoer controleren (WF. Ov.) draadtoevoeraandrijving Error 18 Geen tachogeneratorsignaal Controleer de verbinding en de (WF. Sl.) van tweede tachogenerator van het tweede draadtoevoerapparaat (slave- draadtoevoerapparaat (slave-aandrijving). aandrijving) Error 56 Uitval stroomfase Netspanningen controleren (no Pha)
  • Pagina 104 Verhelpen van storingen Jobs (lasopdrachten) resetten naar fabrieksinstellingen Jobs (lasopdrachten) resetten naar fabrieksinstellingen Alle opgeslagen klantspecifieke lasparameters worden door de werkinstellingen vervangen. Bij apparaatserie Phoenix Expert kan het resetten van JOB's naar fabrieksinstelling uitsluitend op de apparaatbesturing van de stroombron worden uitgevoerd, zie de desbetreffende systeemdocumentatie.
  • Pagina 105 Verhelpen van storingen Jobs (lasopdrachten) resetten naar fabrieksinstellingen 7.3.2 Alle jobs resetten De JOB's 1-128 + 170-256 worden teruggezet. De klantspecifieke JOB's 129-169 worden behouden. RESET ENTER EXIT Afbeelding 7-2 Display Instelling / selecteren RESET (Resetten naar fabrieksinstellingen) De RESET wordt na de bevestiging uitgevoerd. Wanneer er geen wijzigingen worden uitgevoerd, wordt het menu na 3 seconden afgesloten.
  • Pagina 106 Verhelpen van storingen Koelvloeistofcircuit ontluchten Koelvloeistofcircuit ontluchten Koelmiddeltank en snelsluitkoppelingen koelmiddeltoevoer-/retourleiding zijn enkel bij apparaten met waterkoeling aanwezig. Om het koelsysteem te ontluchten altijd de blauwe koelmiddelaansluiting gebruiken die mogelijk het diepst in het koelmiddelsysteem ligt (in de nabijheid van de koelmiddeltank)! Afbeelding 7-3 099-005414-EW505 08.02.2016...
  • Pagina 107 Technische gegevens drive 4X IC Technische gegevens Service-informatie en garantie zijn alleen geldig in combinatie met originele vervangings- en slijtage-onderdelen! drive 4X IC Voedingsspanning 42 VAC Lasstroom (60 % ID) 550 A Lasstroom (100 % ID) 430 A Draadtoevoersnelheid 0,5 m/min - 25 m/min 20 ipm - 985 ipm Roluitrusting (af fabriek) 1,2 mm (voor staaldraad)
  • Pagina 108 Accessoires Algemene accessoires Accessoires Vermogensafhankelijke accessoires zoals lastoorts, werkstukleiding, elektrodehouder of tussenslangpakket zijn verkrijgbaar bij uw bevoegde dealer. Algemene accessoires Type Benaming Artikelnummer Mod. 842 Ar/CO2 230bar 30l Reduceerventiel met manometer 394-002910-00030 AK300 Korfspoelenadapter K300 094-001803-00001 HOSE BRIDGE UNI Slangbrug 092-007843-00000 Puntenslijper voor kunststofkernen 094-010427-00000...
  • Pagina 109 Accessoires Opties Opties Type Benaming Artikelnummer ON WAKD 4/41 Optie uitbreiding wielmontageset drive 4/41 090-008035-00000 ON PS drive 4 Wheels T/P Set bestaande uit draaikruis en wielenset voor 092-002284-00000 draadtoevoerapparaat van het type drive 4 ON TS drive 4X Lastoortshouder voor de drive 4X 092-002836-00000 ON CS K Kraanophanging voor Picomig 180 / 185 D3 / 305...
  • Pagina 110 Slijtagedelen Draadtoevoerrollen Slijtagedelen VOORZICHTIG Schade door gebruik van componenten van derden! De garantie van de fabrikant vervalt bij apparaatschade door gebruik van componenten van derden! • Gebruik uitsluitend systeemcomponenten en opties (stroombronnen, lastoortsen, elektrodehouders, afstandsbedieningen, vervangings- en slijtageonderdelen, enz.) uit ons leveringsprogramma! •...
  • Pagina 111 Slijtagedelen Draadtoevoerrollen 10.1.2 Draadaanvoerrollen voor aluminiumdraden Type Benaming Artikelnummer AL 4R 0.8 MM/0.03 INCH Aandrijfrollenset, 37 mm, voor aluminium 092-002771-00008 WHITE AL 4R 1.0 MM/0.04 INCH Aandrijfrollenset, 37 mm, voor aluminium 092-002771-00010 BLUE AL 4R 1.2 MM/0.045 INCH Aandrijfrollenset, 37 mm, voor aluminium 092-002771-00012 AL 4R 1.6 MM/0.06 INCH Aandrijfrollenset, 37 mm, voor aluminium...
  • Pagina 112 Bijlage A JOB-List Bijlage A 11.1 JOB-List Afbeelding 11-1 099-005414-EW505 08.02.2016...
  • Pagina 113 Bijlage B Overzicht van EWM-vestigingen Bijlage B 12.1 Overzicht van EWM-vestigingen 099-005414-EW505 08.02.2016...