5.4.3
Definitie soorten MIG/MAG-laswerk
Deze apparaatserie onderscheidt zich door de eenvoudige bediening en vele functies.
•
Een groot aantal lasopdrachten (JOB's), bestaande uit lasmethode, materiaalsoort, draaddiameter en
soort beschermgas zijn al voorgeprogrammeerd > zie hoofdstuk 11.1.
•
De benodigde procesparameters worden afhankelijk van het door u aangegeven werkpunt
(éénknopsbediening via draaiknop draadsnelheid) door het systeem berekend.
•
Meer parameters kunnen naar wens in de apparaatbesturing of met behulp van de
lasparametersoftware PC300.NET worden aangepast.
Apparaatserie Phoenix Expert:
De instelling van de lasopdracht wordt uitgevoerd op de apparaatbesturing van de stroombron.
Desgewenst kunnen alleen de voorgeprogrammeerde speciale lasopdrachten SP1 = JOB 129 /
SP2 = JOB130 / SP3 = JOB 131 op de apparaatbesturing van het draadaanvoerapparaat worden
geselecteerd. Door de drukknop Selectie lasopdracht lang in te drukken, kunt u de speciale JOB's
selecteren. Met een korte knopdruk wordt de omschakeling van speciale JOB's uitgevoerd.
5.4.4
Selecteren
Voor de lasopdrachtselectie moeten de volgende stappen worden uitgevoerd:
•
Basisparameters (materiaalsoort, draaddiameter en beschermgas) en lasmethode kiezen (JOB-
nummer aan de hand van JOB-List > zie hoofdstuk 11.1 selecteren en invoeren).
•
Bedrijfs- en lassoort selecteren
•
Lasvermogen instellen
•
Vlambooglengte en dynamiek zo nodig corrigeren
•
Expertparameter voor speciale toepassingen aanpassen
5.4.4.1
Basis-lasparameters
Aan het begin moet de gebruiker de basisparameters (materiaalsoort, draaddiameter en soort
beschermgas) van het lassysteem vastleggen. Deze basisparameters worden aansluitend vergeleken
met de lasopdrachtenlijst (JOB-LIST). De combinatie van de basisparameters resulteert in een JOB-
nummer, die in de apparaatbesturing moet worden ingevoerd. Deze basisinstelling moet uitsluitend bij het
vervangen van de draad of het gas gecontroleerd en aangepast worden.
Het wijzigen van het JOB-nummer is alleen mogelijk als er geen lasstroom vloeit
5.4.4.2
Bedrijfsmodus
De bedrijfsmodus bepaalt het met de lastoorts gestuurde procesverloop. Gedetailleerde beschrijvingen
van de bedrijfsmodi > zie hoofdstuk 5.4.10.
099-005507-EW505
13.09.2018
Afbeelding 5-16
Afbeelding 5-17
Opbouw en functie
MIG/MAG-lassen
33