2 HET MAKEN VAN KOPIEËN
Gebruik van het automatische documentinvoersysteem (RADF)
Aanwijzingen
Gebruik geen originelen zoals onder punt 1 t/m 9 aangegeven omdat dergelijke originelen papierfouten of beschadiging
van het multifunctionele systeem kunnen veroorzaken.
1. Erg gekreukelde, gevouwen of omgekrulde originelen
2. Originelen met carbonpapier
3. Originelen met plakband, met opgeplakte teksten of geknipte originelen
4. Originelen met meerdere perforaties zoals losbladig papier
5. Originelen met paperclips of nietjes
6. Originelen met gaten of scheuren
7. Vochtige originelen
8. Overhead-transparanten of calqueerpapier
9. Gecoat papier (behandeld met was etc.)
Behandel originelen zoals aangegeven onder punt 10 en 11 met extra zorg.
10. Originelen die moeilijk met de vingers kunnen worden verschoven of originelen met speciaal behandeld oppervlak
(de vellen van dergelijke originelen mogen niet van elkaar worden gescheiden)
11. Gevouwen of gekrulde originelen (deze moeten voor gebruik worden gladgestreken)
1
5
8
Wanneer er zwarte strepen verschijnen
Indien het scangebied of het geleidingsgebied vuil is, kunnen er zich afdrukproblemen zoals zwarte strepen op de
afdrukken voordoen. Het wekelijks reinigen van deze gebieden wordt aanbevolen. Voor reiniging zie de Verkorte
installatiehandleiding.
30
Originelen plaatsen
2
3
6
9
10
4
7
11