4 BEWERKEN-FUNCTIES
5
Stel de breedte van de inbindruimte in.
1) Druk op [VOOR] en stel de breedte van de inbindruimte aan de voorzijde in met behulp van [
[
100 mm]. (De breedte aan de achterzijde wordt op dezelfde wijze ingesteld.)
2) Druk op [ACHTER.] en stel de breedte van de inbindruimte aan de achterzijde in met behulp van [
[
100 mm]. (Alleen de breedte aan de achterzijde wordt ingesteld.)
3) Druk op [OK].
Let op dat bij dubbelzijdig kopiëren een inbindruimte rechts/links aan de tegenoverliggende zijde op de
achterzijde van het papier wordt gecreëerd. (Bijvoorbeeld wanneer een inbindruimte aan de rechterkant op de
voorzijde van het papier wordt gecreëerd, gebeurt dit aan de linkerkant op de achterzijde.)
6
Druk op [OK].
7
Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de
[START]-toets op het bedieningspaneel.
106
Beeld verplaatsen
0 mm] en
0 mm] en