3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
SMB
Door op een van de onderstaande toetsen te drukken verschijnt het toetsenbord op het scherm. Voer in met de toetsen op
het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. Druk na beëindiging van de invoer op [OK].
NETWERK PAD: Druk hierop voor de invoer van een netwerkpad voor de map waarin de gegevens moeten worden
opgeslagen.
LOGIN GEB. NAAM: Druk hierop voor de invoer van een gebruikersnaam voor de toegang tot de netwerkmap. Voer zoals
vereist in.
WACHTWOORD: Druk hierop voor de invoer van een wachtwoord voor de toegang tot de netwerkmap. Voer zoals vereist
in.
Indien u [SMB] heeft geselecteerd, zijn de instellingen voor [SERV.NAAM] en [POORT NR.] niet nodig.
NetWare IPX / NetWare IP
Door op een van de onderstaande toetsen te drukken verschijnt het toetsenbord op het scherm. Voer in met de toetsen op
het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. Druk na beëindiging van de invoer op [OK].
SERV.NAAM: Wanneer u [NetWare IPX] selecteert, voer dan de servernaam van de NetWare-server of Tree/Context
(indien NDS bruikbaar is) in. Wanneer u [NetWare IP] selecteert, voer dan het IP-adres van de NetWare-server in.
NETWERK PAD: Druk hierop voor de invoer van een netwerkpad voor een NetWare-servermap waarin de gegevens
moeten worden opgeslagen. Voer bijvoorbeeld bij de overdracht van de gegevens naar een map "sys\scan" van
NetWare-server "\sys\scan" in.
LOGIN GEB. NAAM: Druk hierop voor de invoer van een gebruikersnaam voor het inloggen op de NetWare-server. Voer
zoals vereist in.
WACHTWOORD: Druk hierop voor de invoer van een wachtwoord voor het inloggen op de NetWare-server. Voer zoals
vereist in.
102
Opslaan als bestand uitvoeren