Problemen bij het inschakelen van de printer
Probleem
De printer wordt niet
ingeschakeld wanneer u op de
aan/uitknop op het
bedieningspaneel drukt.
De afzonderlijke LED's op het
bedieningspaneel gaan branden.
Problemen bij het afdrukken
Probleem
De printer drukt niet af bij
klikken op het printerpictogram
op de werkbalk van de gebruikte
toepassing.
Het afdrukproces wordt
halverwege onderbroken.
66
HOODFSTUK 5
Mogelijke oorzaak
•
Het netsnoer is niet correct
op de printer en/of op een
werkend stopcontact
aangesloten.
•
Specifieke fout van de printer
die door de LED gesignaleerd
wordt.
Mogelijke oorzaak
•
De printer is niet als
standaardprinter ingesteld.
•
De printer is niet correct op
de computer aangesloten.
•
Het papier is vastgelopen.
Corrigerende handeling
•
Koppel het netsnoer van de
printer en het stopcontact af
en sluit het opnieuw aan.
•
Controleer of het
stopcontact werkt door er
een ander apparaat waarvan
de werking gegarandeerd is
op aan te sluiten.
•
Voer de corrigerende
handeling voor de specifieke
LED uit aan de hand van het
gedeelte "Betekenis van de
LED's op het
bedieningspaneel".
Corrigerende handeling
•
In de Windows-omgeving:
1
Klik op Start > Instellingen
> Afdrukken en fax.
2
Klik met de rechter muisknop
op het pictogram van de
printer en selecteer Als
standaardprinter instellen.
•
In de Macintosh-omgeving:
1
Installeer de bij de printer
geleverde software opnieuw
en controleer de
printerinstellingen en de
spooler-instellingen van het
systeem Mac OS X.
1
Schakel de printer en de
computer uit en koppel de
USB-kabel van de twee
apparaten af.
2
Sluit de USB-kabel weer aan,
en schakel vervolgens eerst de
printer en dan de computer in.
1
Verwijder het vastgelopen
papier. Zie "Vastgelopen
papier verwijderen".
2
Druk op de Annuleertoets
om de foutconditie te
resetten. Het afdrukproces
wordt vanaf de volgende
pagina hervat.