Verwijzing
Onderdeel
1
Papiergeleider
2
Papiersteun
3
Afneembaar deksel
van de glasplaat
4
Bedieningspaneel
5
Scannerunit
6
Glasplaat
7
Patroonhouder
8
USB-interface hoge
snelheid
9
Aansluiting netsnoer
10
Connector RJ11
11
Connector RJ11
12
Uitvoerlade
13
Printconsole voor de
foto's en LCD-scherm
14
Slot voor de
geheugenkaarten
15
USB-interface
16
Bedieningspaneel van
het Faxapparaat
(model fax)
Beschrijving
Geleidt het papier dat in de printer gevoerd wordt.
Ondersteunt het geladen papier.
Deksel van de scannerunit. Kan worden verwijderd voor het
scannen van volumineuze documenten (zoals boeken).
Paneel dat wordt gebruikt voor het aansluiten van een digitaal
fototoestel, het in- en uitschakelen van de printer en het regelen
van de print-, kopieer- en scanfuncties.
De scannerunit zorgvuldig ontgrendelen en optillen om bij de
patronen te komen.
Leg het document of de foto met de te kopiëren of te scannen
zijde naar onder. Zie Plaatsing van het origineel op de glasplaat".
Ondersteunt twee inktpatronen. De kleurenpatroon wordt links
geïnstalleerd, en de zwarte patroon (of de apart aangeschafte
fotopatroon) wordt rechts geïnstalleerd.
Voor het vervangen van de inktpatronen, zie "Vervanging van de
inktpatronen".
Sluit de (niet bijgeleverde) USB-kabel voor de computerverbinding
op de printer aan. Sluit het andere uiteinde op de computer aan.
Sluit het bijgeleverde netsnoer op de printer aan. Sluit vervolgens
het andere uiteinde van het snoer op een geaard stopcontact aan.
Opmerking: sluit het snoer eerst op de printer, en daarna op het
stopcontact aan.
Ingangslijn telefoonsignaal (Line in).
Itgangslijn telefoonsignaal (Ext) voor aansluiten van telefoon,
modem of antwoordapparaat.
Vangt het bedrukte papier op dat door de printer wordt
uitgevoerd. De lade kan worden uitgetrokken.
Een vloeibare kristallen kleurenscherm waarop de foto's kunnen
worden weergegeven die zich in het geheugen van het digitale
fototoestel of op de geheugenkaart bevinden die op de computer
is aangesloten, en een groot aantal toetsen waarmee de
afdrukken kunnen worden aangepast.
Plaats de geheugenkaarten in de speciale slots om de inhoud
ervan te lezen en de te printen foto's te selecteren. Zie "Plaatsen
en verwijderen van de geheugenkaarten".
Sluit de USB-kabel van het digitale fototoestel aan.
Bedieningspaneel voor gebruik van de printer in fax-modus
(uitsluitend beschikbaar op model met fax).
OM TE BEGINNEN
5