9
Vul het dialoogkader in.
De voor het verzenden vereiste informatie betreft de gegevens van de ontvanger:
•
Voor- en achternaam
•
Bedrijf
•
Faxnummer
•
Titel.
Er kan bovendien gebruik worden gemaakt van de standaard Adreslijst van Windows om de gegevens
van de ontvanger op te slaan, op te roepen en te wijzigen.
Opmerking: wanneer een naam reeds in de Adreslijst staat, kan hij eenvoudig opgeroepen worden
door op de knop Adressen van de Adreslijst te klikken.
Overige opties:
•
Een Omslag gebruiken en een bericht aan de ontvanger verzenden.
•
Het gefaxte document afdrukken.
Opmerking: door op de default-knop (vooraf bepaalde instellingen) te drukken worden de
aanvankelijke programmeervoorwaarden hersteld.
10
Open het dialoogkader "Kwaliteit":
•
Stel de kwaliteit van het faxbericht in door een keuze te maken uit:
–
Foto, Normaal, Fijn voor Zwart/Wit berichten.
–
Foto en Fijn voor Kleurenberichten.
•
Stel het contrastniveau in met behulp van de cursor.
11
Verzend het ingestelde Faxbericht.
Het document wordt aan de ontvanger verzonden.
Verzenden Faxbericht van Bestand
1
Open het in het computergeheugen opgeslagen bestand met de toepassingssoftware waarmee het
geassocieerd is.
2
Open het printmenu en selecteer de printer "Olivetti ANY_WAY fax".
3
Klik op de knop "OK" en open het dialoogvenster met de instellingen van het faxapparaat.
4
Vul de gegevens omtrent de verzendmodus van het Faxbericht in het dialoogkader in.
De voor verzending vereiste informatie betreft de gegevens van de ontvanger:
•
Voor- en achternaam
•
Bedrijf
•
Faxnummer
•
Titel.
Er kan bovendien gebruik worden gemaakt van de standaard Adreslijst van Windows om de gegevens
van de ontvangers op te slaan, op te roepen en te wijzigen.
Opmerking: wanneer een naam reeds in de Adreslijst staat, kan hij eenvoudig opgeroepen worden
door op de Adreslijst te klikken.
Overige opties:
•
Een Omslag gebruiken en een bericht aan de ontvanger verzenden.
•
Het gefaxte document afdrukken.
Opmerking: door op de default-knop (vooraf bepaalde instellingen) te drukken worden de
aanvankelijke programmeervoorwaarden hersteld.
5
Open het dialoogkader "Kwaliteit":
•
Stel de kwaliteit van het faxbericht in door een keuze te maken uit:
–
Foto, Normaal, Fijn voor Zwart/Wit berichten.
–
Foto en Fijn voor Kleurenberichten.
•
Stel het contrastniveau in met behulp van de cursor.
6
Verzend het ingestelde Faxbericht.
Het document wordt aan de ontvanger verzonden.
52
HOODFSTUK 3