VERZENDEN VAN EEN FAXBERICHT MET DE COMPUTER (MODEL FAX)
Met de toepassingssoftware "Toolbox" kunnen faxberichten verzonden worden. Dit kan tevens
gedaan worden in modus stand-alone, zonder gebruik te maken van de computer, via het
bedieningspaneel van het faxapparaat; raadpleeg voor nadere informatie de paragraaf "Gebruik van
de printer zonder computer".
Er kan op twee manieren een faxbericht via de computer verzonden worden:
•
verzenden faxbericht met toepassingssoftware "Toolbox".
•
verzenden faxbericht via Bestanden, aangemaakt met toepassingssoftware Windows.
Verzenden faxbericht met toepassingssoftware "Toolbox"
1
Selecteer in het hoofdscherm van het programma het item "Aftasten fax".
Til het deksel op en leg het document of de foto op de plaat, met de kant die gescand moet worden
naar beneden. Controleer goed of de linker bovenhoek van document of foto precies samenvalt met
de plaathoek linksboven.
Raadpleeg voor nadere informatie "Plaatsen van het origineel op de plaat".
2
Op het beeldscherm van de PC verschijnt de gebruikersinterface van het scanstuurprogramma, met een
printvoorbeeld met lage resolutie van het afgetaste beeld. Formaat en aantal pixels van het
printvoorbeeld staan onder het beeld vermeld.
Wijzig het printvoorbeeld, indien nodig, totdat het beeld naar wens is. Beperk m.b.v. de betreffende
instructies in het printvoorbeeld het gedeelte dat gescand moet worden; maak vervolgens gebruik van
de instrumenten rechts naast het vakje voor beeldweergave om het spiegelbeeld te verkrijgen en draai
het naar rechts of links om het te vergroten of te verkleinen.
3
Klik op de kaart Standaard en pas de scaninstellingen persoonlijk aan:
•
Type: selecteer het type document dat gescand moet worden door op de betreffende knop te klikken:
Tekst (uitsluitend zwarte tekst of grafische afbeelding), Gemengd (combinatie van zwarte tekst of
grafische kleurenafbeelding of foto) of Foto (uitsluitend kleurenfoto).
•
Kleuren: selecteer het kleurenscala van het document of de foto die gescand moet worden door op de
betreffende knop te klikken: Kleur (scannen met volle kleuren 600 dpi), Grijs (voor scan met nuances
300 dpi) of B/N (zwart/wit scan 150 dpi).
4
Klik op de kaart Individueel Aanpassen om de scaninstellingen persoonlijk aan te passen:
•
Resolutie: selecteer de scanresolutie in het drop-down menu. U kunt een keuze maken uit: 200 dpi.
Opmerking: om een document in fax-modus te verzenden is geen hoge resolutie vereist.
•
Kleurensterkte: selecteer in het drop-down menu het aantal aparte kleuren dat in bits voorgesteld
kan worden. U beschikt over de volgende waarden: 1-bit, 8-bit o 24-bit (Z/W, nuances van grijs, kleur).
•
Stel de Lichtsterkte en het Contrast af van het document of van de foto die gescand moet worden.
Verplaats de cursor voor lichtsterkte naar rechts voor een lichter beeld, naar links voor een donkerder
beeld. Verplaats de contrastcursor naar rechts voor meer contrast, naar links voor minder. In beide
gevallen komt de middelste stand overeen met gemiddelde lichtsterkte/contrast.
•
Selecteer het vakje Descreen (verwijder achtergrond) voor activeren van een filter dat de achtergrond
van het beeld uniformeert, bijvoorbeeld voor scannen van krantenpagina's.
5
Klik op de knop Aftasten om het document of de foto uiteindelijk te scannen.
6
Na afloop van de scan verschijnt er een dialoogkader waarin gevraagd wordt om scannen overige
pagina's ofwel beëindigen.
7
Nadat het document (of de pagina's waaruit het te verzenden document bestaat) gescand is, verschijnt
het volgende in beeld:
•
de instellingen van de verzendmodus van de fax, indien voor de printer ANY_WAY de
standaardparameters van het programma Toolbox ingesteld zijn.
•
de mogelijkheid het Faxapparaat te kiezen waarnaar het gescande document verzonden moet worden.
8
Klik op de knop "OK" en open het dialoogvenster met de instellingen van het faxapparaat.
GEBRUIK VAN DE PRINTER VANAF EEN COMPUTER
51