Problemen, oorzaak en remedie
Voer alleen de stappen uit die zijn omschreven in deze instructies. Alle bijkomende controles, onderhouds-
en herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een erkend servicecentrum of een gelijkaardig
gekwalificeerde specialist als u het probleem niet zelf kunt oplossen.
Verwijder het accupack altijd uit de machine bij het oplossen van problemen, inspecteren, onderhouden en
reinigen van de machine.
Probleem
De machine start niet.
De machine loopt niet continu.
De machine kan niet op volle kracht
draaien.
Het accupack verliest snel de lading.
De acculader werkt niet.
Het ledindicatielampje op de acculader is
rood.
Het led-lampje op de acculader knippert
rood.
Mogelijke oorzaak
1. De accu is niet volledig gemonteerd in
de machine.
2. Het accupack is niet opgeladen.
3. Het accupack is beschadigd.
4. Er is een ander elektrisch probleem
met de machine.
1. Er zit vocht op de kabels van het
accupack.
2. Het accupack is niet goed geplaatst in
de machine.
1. De laadcapaciteit van het accupack is
te laag.
2. De ontluchtingsgaten zijn geblokkeerd.
1. Het accupack is boven of onder het
geschikte temperatuurbereik.
1. De acculader is boven of onder het
geschikte temperatuurbereik.
2. Het stopcontact waarin de acculader
zit heeft niet genoeg stroom.
1. Het accupack en/of de acculader
zijn/is boven of onder het geschikte
temperatuurbereik.
1. Er is een fout in de communicatie
tussen het accupack en de lader.
2. Het accupack is zwak.
27
Remedie
1. Verwijder de accu en vervang
vervolgens de accu in de machine;
zorg er hierbij voor dat deze volledig
gemonteerd en vergrendeld is.
2. Verwijder het accupack uit de machine
en laad het op.
3. Vervang het accupack.
4. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
1. Laat het accupack drogen of veeg het
droog.
2. Verwijder het accupack en plaats het
dan opnieuw in de machine, zorg er
voor dat het volledig gemonteerd en
vergrendeld is.
1. Verwijder het accupack uit de machine
en laad het accupack volledig op.
2. Reinig de ontluchtingsgaten.
1. Verplaats het accupack naar een
locatie waar het droog is en de
temperatuur tussen 5 en 40 °C ligt.
1. Koppel de acculader af en verplaats
deze naar een locatie waar het droog
is en de temperatuur tussen 5 en 40 °C
ligt.
2. Neem contact op met uw bevoegde
elektricien om het stopcontact te
herstellen.
1. Koppel de acculader af en verplaats
de acculader en het accupack naar
een locatie waar het droog is en de
temperatuur tussen 5 en 40 °C ligt.
1. Verwijder het accupack van de
acculader, haal de acculader uit het
stopcontact en wacht 10 seconden.
Sluit de acculader opnieuw aan op het
stopcontact en plaats het accupack op
de acculader. Als het ledlampje op de
acculader nog steeds rood knippert,
moet u deze procedure herhalen. Als
het ledlampje op de acculader na 2
pogingen nog steeds rood knippert,
moet u het accupack volgens de
gepaste procedure afvoeren in een
recyclingcentrum.
2. Voer het accupack af volgens
de gepaste procedure in een
recyclingcentrum.