De grasvanger verwijderen
GEVAAR
De machine kan maaisel en andere voorwerpen uitwerpen door een opening in de behuizing
van de machine. Voorwerpen die met genoeg kracht worden weggeslingerd kunnen ernstig
of zelfs dodelijk letsel toebrengen aan u of aan omstanders.
• Neem de grasvanger nooit weg als u van plan bent de machine te starten zonder dat de
afvoerafsluiter op de machine gemonteerd is.
• Open nooit de afvoergeleider aan de achterzijde van de machine terwijl de machine nog
draait.
1.
Schakel de machine uit en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
2.
Breng de afvoergeleider aan de achterzijde omhoog.
3.
Neem de grasvangerstang uit de inkepingen onderaan de handgreep (A van
4.
Monteer de afvoerafsluiter (B van
5.
Breng de afvoergeleider aan de achterzijde omlaag (C van
Tips voor bediening en
gebruik
Algemene maaitips
•
Zorg ervoor dat het mes geen vaste voorwerpen
raakt. Maai nooit met opzet over voorwerpen.
•
De beste resultaten krijgt u door een nieuw mes te
monteren voordat het maaiseizoen begint.
•
Vervang indien nodig het maaimes door een Toro
mes.
Gras maaien
•
U moet telkens niet meer dan ongeveer een derde
van de lengte van het gras afmaaien. Maai het
gras met een hogere maaihoogte voor een betere
gangtijd.
•
Maai niet met een stand lager dan 51 mm, tenzij
de grasmat dun is, of als het laat in het najaar is
wanneer het gras langzamer begint te groeien.
•
Als u gras wilt maaien dat langer dan 15 cm is,
moet u maaien op de maximale maaihoogte en
met een langzamere loopsnelheid. Vervolgens
gaat u maaien op een lagere maaihoogte om het
gazon een zo fraai mogelijk uiterlijk te geven. Als
het gras te hoog is, kan de machine verstopt raken
en de motor afslaan.
•
Nat gras en natte bladeren gaan aankoeken,
waardoor de machine verstopt kan raken of de
motor kan vastlopen. Gebruik de machine niet in
vochtige omstandigheden.
•
Wees bedacht op het risico van brand in zeer
droge omstandigheden; neem alle plaatselijke
Figuur
18).
brandwaarschuwingen in acht en houd de machine
vrij van droog gras en bladafval.
•
Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor
wordt het maaisel beter over het gazon verstrooid,
zodat het gazon gelijkmatig wordt bemest.
•
Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet
tevreden bent, probeer dan een of meer van de
volgende stappen:
– Vervang het maaimes of laat het slijpen.
– Loop langzamer tijdens het maaien.
– Stel de maaimachine in op een hogere
– Maai het gras vaker.
– Laat de maaibanen overlappen in plaats van
Bladeren fijnmaken
•
Na het maaien moet altijd 50% van het gazon
zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan een of
meerdere rondgangen over de bladeren vereisen.
•
Als er een laag bladeren van meer dan 13 cm
op het gazon ligt, moet u eerst met een hogere
maaihoogte werken en vervolgens nogmaals
maaien op de gewenste hoogte.
•
Als de maaimachine de bladeren niet fijn genoeg
maakt, is het beter om wat langzamer te maaien.
19
Figuur
Figuur
18).
maaihoogte.
steeds een volledig nieuwe baan te maaien.
18).