3
3
4
3-28
Geheugentoetsen
Druk op [Naam opslaan].
Selecteer de toets ([M1] t/m [M4]) die u een naam wilt geven ➞ druk op
[Volgende].
OPMERKING
• Toetsen waaronder al instellingen zijn opgeslagen, worden weergegeven met een zwart
■
vierkantje (
) rechts onderin.
• Als u een toets selecteert waaronder al instellingen zijn opgeslagen, dan verschijnen die
instellingen op het display.
• U kunt ook toetsen waar geen instellingen zijn opgeslagen een naam geven.
• Indien er meer kopieerinstellingen zijn opgeslagen dan er op dit moment worden weergegeven,
▼
dan kunt u door op [
] of [
▲
] te drukken door de lijst bladeren.