11.4.3
Blokkerings- en dwangfunctie
In dit parametervenster worden de instellingen voor de dwangsturing geparametreerd.
Werkwijze dwangsturing
De actieve dwangsturing, ongeacht of deze via een 1-bit- of 2-bit-aansturing geactiveerd is, is
van invloed op het gehele gedrag van het kanaal. Bij de oproep van de dwangsturing wordt de
in de ETS geparametreerde helderheidswaarde ingesteld. Een op dat moment lopend
dimtelegram wordt onderbroken.
Tijdens de dwangsturing ontvangen helderheidswaarden worden niet ingesteld, maar naar de
achtergrond geleid en opgeslagen. Ook schakeltelegrammen worden op de achtergrond
opgeslagen. Relatieve dimtelegrammen en dimcurves worden genegeerd. Bij tijdsverlopen
(bijvoorbeeld scène) wordt meteen de eind-helderheidswaarde onthouden.
Aan het einde van de dwangsturing wordt de naar de achtergrond geleide helderheidswaarde
ingesteld. Het kanaal schakelt weer terug naar de toestand voor de dwangsturing. Was voor de
dwangsturing trappenlicht geactiveerd, dan wordt de functie trappenlicht na de opheffing van de
blokkering/dwangsturing in stand-by gezet.
De functie dwangsturing heeft een hogere prioriteit dan de handmatige bediening.
Tijdens de inbedrijfname van de dimmer wordt de functie dwangsturing gedeactiveerd als de i-
bus® tool zich in de configuratiemodus bevindt.
11.4.3.1
Dwangsturing vrijgeven
Opties:
Ja:
■
–
De functie dwangsturing is vrijgegeven voor het kanaal.
Nee:
■
–
De functie dwangsturing is niet vrijgegeven voor het kanaal.
Producthandboek 2CKA002273B9659
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Ja
Nee
Applicatie "Parametersjablonen"
│67