Download Print deze pagina
ABB UD/S2.315.2.1 Series Handboek
ABB UD/S2.315.2.1 Series Handboek

ABB UD/S2.315.2.1 Series Handboek

Led-dimmer voor montage op din-rail

Advertenties

2CKA002273B9659 │ 03.07.2020
Producthandboek
Led-dimmer 4/6x210 W, voor montage op DIN-rail UD/Sx.210.2.1x
Led-dimmer 2/4/6x315 W, voor montage op DIN-rail UD/Sx.315.2.1x
Led-dimmer 1x1260 W, voor montage op DIN-rail UD/Sx.1260.2.1x

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor ABB UD/S2.315.2.1 Series

  • Pagina 1 2CKA002273B9659 │ 03.07.2020 Producthandboek Led-dimmer 4/6x210 W, voor montage op DIN-rail UD/Sx.210.2.1x Led-dimmer 2/4/6x315 W, voor montage op DIN-rail UD/Sx.315.2.1x Led-dimmer 1x1260 W, voor montage op DIN-rail UD/Sx.1260.2.1x...
  • Pagina 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Opmerkingen over de handleiding ........................ 5     Veiligheid ............................... 5     Gebruikte aanwijzing en symbolen ....................6     Beoogd gebruik ..........................7     Beoogd gebruik ..........................7     Doelgroep / personeelskwalificatie ....................8  ...
  • Pagina 3 Inhoudsopgave 7.2.3   Groepsadres(sen) toewijzen....................... 36   7.2.4   Applicatieprogramma kiezen ...................... 37   7.2.5   Applicatieprogramma differentiëren .................... 37   Updatemogelijkheden ..........................38     Bediening ..............................39     Bedieningselementen ........................39     Bedrijfsindicatie ..........................40    ...
  • Pagina 4 Inhoudsopgave 12.1.7   Communicatieobjecten kanaal x ....................128   12.1.8   Kanaal x: schakelen ........................128   12.1.9   Kanaal x: relatief dimmen ......................129   12.1.10   Kanaal x: helderheidswaarde ....................129   12.1.11   Kanaal x: status schakelen ......................130   12.1.12   Kanaal x: status helderheidswaarde ..................130  ...
  • Pagina 5 Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van het handboek aanvaardt ABB geen aansprakelijkheid. Als u meer informatie nodig heeft of vragen heeft over het apparaat, wendt u zich tot ABB of bezoekt ons op internet: www.BUSCH-JAEGER.com...
  • Pagina 6 Veiligheid Gebruikte aanwijzing en symbolen De volgende aanwijzingen wijzen op bijzondere gevaren in de omgang met het apparaat of geven nuttige aanwijzingen: Gevaar Levensgevaar / ernstige schade voor de gezondheid – Het waarschuwingssymbool in combinatie met het signaalwoord ‘Gevaar’ kenmerkt een direct dreigend gevaar dat tot de dood of tot ernstig (onherstelbaar) letsel leidt.
  • Pagina 7 Ieder gebruik dat niet wordt genoemd in Hoofdstuk 2.2 “Beoogd gebruik“ op pagina 7 geldt als niet beoogd en kan leiden tot letsel en materiële schade. ABB is niet aansprakelijk voor schade die door niet beoogd gebruik van het apparaat ontstaat. Het risico draagt uitsluitend de gebruiker / exploitant.
  • Pagina 8 Veiligheid Doelgroep / personeelskwalificatie 2.4.1 Bediening Voor de bediening van het apparaat is geen speciale kwalificatie nodig. 2.4.2 Installatie, inbedrijfname en onderhoud De installatie, inbedrijfname en het onderhoud van het apparaat mogen uitsluitend worden uitgevoerd door erkende elektrotechnische installateurs. De elektrotechnische installateur moet dit handboek gelezen en begrepen hebben en de instructies opvolgen.
  • Pagina 9 Veiligheid Veiligheidsinstructies Gevaar – Elektrische spanning! Elektrische spanning! Levensgevaar en brandgevaar door elektrische spanning van 100 … 240 V. Bij direct of indirect contact met spanningsgeleidende delen ontstaat een gevaarlijke doorstroming van het lichaam. Elektrische schok, brandwonden of de dood kunnen het gevolg zijn. Werkzaamheden aan het 100 …...
  • Pagina 10 Opmerkingen over milieubescherming Opmerkingen over milieubescherming Milieu Denk aan de bescherming van het milieu! Oude elektrische en elektronische apparaten mogen niet bij het huishoudelijke afval worden gegooid. – Het apparaat bevat waardevolle grondstoffen die kunnen worden hergebruikt. Geef het apparaat daarom af bij een verzamelpunt voor afgedankte apparatuur.
  • Pagina 11 Opbouw en functie Opbouw en functie Het apparaat is primair ontworpen voor het gebruik van dimbare 230V-LEDi (Retrofit-LED-lamp met geïntegreerd voorschakelapparaat). Het apparaat werkt naar keuze in faseaansnijding of faseafsnijding. Bovendien kunnen worden aangestuurd: laagvolt-LEDi; gloeilampen, 230V-halogeengloeilampen en laagvolthalogeenlampen op ■...
  • Pagina 12 Opbouw en functie Apparaatoverzicht Afb. 1: Apparaatoverzicht (voorbeeld 4-voudig) [1] Schroefklemmen [2] Tekststrookhouder [3] KNX-busaansluitklem [4] Programmeer-led [5] Programmeertoets [6] Led-bedieningstoets (A-x)   Producthandboek 2CKA002273B9659 │12...
  • Pagina 13 Opbouw en functie Functies Verdere functies: Programmering van het apparaat ook mogelijk zonder 230V-voedingsspanning. ■ Snelle parametrering in de ETS door meervoudig te gebruiken kanaalmodellen. ■ Omvangrijke test- en diagnosefuncties met de i-bus-tool. ■ Er kan een automatische lastherkenning worden geparametreerd. ■...
  • Pagina 14 Opbouw en functie Veiligheidsfunctie 4.3.1 Kortsluitingsbeveiliging Het apparaat is met een elektronische zekering beschermd tegen vernietiging door een korgesloten belasting. Bij een kortstondige kortsluiting schakelt het apparaat ongeveer 0,5 seconden uit en daarna ■ weer in. Bij een langdurige kortsluiting schakelt het apparaat na 5 seconden blijvend uit. ■...
  • Pagina 15 Opbouw en functie 4.3.2 Temperatuurbeveiliging 4.3.2.1 Temperatuurbewaking Het apparaat is met een temperatuurbewaking beschermd tegen vernietiging door oververhitting. De temperatuurbewaking scheidt het apparaat van het stroomnet voordat de ■ temperatuurgrenswaarden worden overschreden. Als de temperatuurbewaking ■ geactiveerd is, moet het apparaat via de plaatselijke bediening handmatig weer worden ingeschakeld.
  • Pagina 16 Opbouw en functie 4.3.3 Netspanningsonderbreking Bij een onderbreking en uitschakeling van de netspanning: ■ – Het apparaat slaat de actuele helderheidswaarde en de bedrijfsmodus op. Bij terugkeer en inschakelen van de netspanning: ■ – Het apparaat roept de opgeslagen helderheidswaarde en de opgeslagen bedrijfsmodus weer op.
  • Pagina 17 Opbouw en functie Soort belastingen Bedrijfsmodus: besturing met faseaansnijding Afb. 3: Belastingen bij bedrijfsmodus: besturing met faseaansnijding [1] UD/Sx.210.2.1x [2] UD/Sx.315.2.1x [3] UD/Sx.1260.2.1x Legenda [A] Minimale belasting [B] Maximale belasting bij 110, 127 V per kanaal [C] Maximale belasting bij 230 V per kanaal [D] Bedrijfsmodus besturing met faseaansnijding LEDi 230 V AC 230 V LEDi Retrofit met inductief L-voorschakelapparaat...
  • Pagina 18 Opbouw en functie Bedrijfsmodus: besturing met faseafsnijding Afb.4: Belastingen bij bedrijfsmodus: besturing met faseafsnijding [1] UD/Sx.210.2.1x [2] UD/Sx.315.2.1x [3] UD/Sx.1260.2.1x Legenda [A] Minimale belasting [B] Maximale belasting bij 110, 127 V per kanaal [C] Maximale belasting bij 230 V per kanaal [D] Bedrijfsmodus besturing met faseafsnijding LEDi 230 V AC 230 V LEDi Retrofit met capacitief C-voorschakelapparaat...
  • Pagina 19 Opbouw en functie 4.4.1 Maximaal aantal aansluitbare ledlampen Door de hogere stroompieken en de daaruit resulterende opwarming kan bij het gebruik van niet conventionele lampen met een dimmerkanaal een lagere maximale belasting worden ingezet. Hoewel veel fabrikanten in hun productbeschrijvingen de led-retrofit-belasting gelijk stellen aan de conventionele belasting, werd in metingen een veel lagere waarde voor de daadwerkelijke maximale belasting vastgesteld.
  • Pagina 20 Opbouw en functie Kanaalbundeling 4.5.1 Apparaten met aansluitvermogen 80/210 W/VA Bedrijfsmodus / max aansluitvermogen 6 TE, 4-kanaals 8 TE, 6-kanaals 8 TE, 1-kanaals 230 V AC LEDi faseaansnijding 4 x 80 W/VA 6 x 80 W/VA 1 x 480 W/VA Groep LEDi faseaansnijding 1 x 200 W/VA 1 x 240 W/VA...
  • Pagina 21 Opbouw en functie Bedrijfsmodus / max. aansluitvermogen 6 TE, 4-kanaals 8 TE, 6-kanaals 8 TE, 1-kanaals 127 V AC LEDi faseaansnijding 4 x 50 W/VA 6 x 50 W/VA 1 x 300 W/VA Groep LEDi faseaansnijding 1 x 130 W/VA 1 x 160 W/VA Gloeilamp + LEDi faseafsnijding 4 x 100 W...
  • Pagina 22 Opbouw en functie 4.5.2 Apparaten met aansluitvermogen 120/315 W/VA Bedrijfsmodus / max aansluitvermogen 4 TE, 2-kanaals 8 TE, 4-kanaals 12 TE, 6-kanaals 230 V AC LEDi faseaansnijding 2 x 120 W/VA 4 x 120 W/VA 6 x 120 W/VA 2 x 1 x 360 W/VA Groep LEDi faseaansnijding 1 x 200 W/VA 2 x 1 x 200 W/VA...
  • Pagina 23 Opbouw en functie Kanaal 315/120 W/VA 12 TE, 6-kanaals, 6 x1 A + B C + D E + F 12 TE, 6-kanaals, 3 x 2 500/200 W/VA 500/200 W/VA 500/200 W/VA A + B + C D + E + F 12 TE, 6-kanaals, 2 x 3 700/250 W/VA 700/250 W/VA...
  • Pagina 24 Technische gegevens Technische gegevens Technische gegevens KNX Voeding: (Via de buslijn): 24 V DC Busdeelnemer: 1 (12 mA) Aansluiting Busaansluitklem: 0,6 … 0,8 mm Leidingtype: J-Y(St)Y, 2 x 2 x 0,8 mm Draadstriplengte: 5 … 6 mm Technische gegevens algemeen Netaansluiting: Breedspanningsingang ■...
  • Pagina 25 Technische gegevens Vermogensverlies Maximaal toegelaten totaal vermogensverlies ■ ≤ 5 W in aan-toestand: Temperatuurbereiken ♠ Omgevingstemperatuur, 100 % nominale ■ -5 ... +45 °C belasting: +35 ... +70 °C Omgevingstemperatuur, deratingbereik: ■ Opslagtemperatuur: -20 ... +70 °C ■ 4 TE (1 TE = 18 mm) 6 TE (1 TE = 18 mm) Modulebreedte: 8 TE (1 TE = 18 mm)
  • Pagina 26 Technische gegevens Maatschetsen UD/S2.315.2.1x 43.5 Afb. 5: Afmetingen (4 TE) UD/S4.210.2.1x 43.5 Afb. 6: Afmetingen (6 TE)   Producthandboek 2CKA002273B9659 │26...
  • Pagina 27 Technische gegevens UD/S6.210.2.1x / UD/S4.315.2.1x / UD/S1.1260.2.1x 43.5 Afb. 7: Afmetingen (8 TE) UD/S6.315.2.1x 43.5 Afb. 8: Afmetingen (12 TE)   Producthandboek 2CKA002273B9659 │27...
  • Pagina 28 Aansluiting, inbouw / montage Aansluiting, inbouw / montage Algemene aanwijzingen Let op! – beschadiging van apparatuur Bij de parallelschakeling van kanalen moeten deze op dezelfde fase aangesloten zijn. Bij verschillende fasen wordt de dimmer bij de parallelschakeling vernietigd. – Gebruik op transformatornetten met een aansluitvermogen van ≤ 10kVA is niet toegestaan! –...
  • Pagina 29 Aansluiting, inbouw / montage Eisen aan de installateur Gevaar – Elektrische spanning! Installeer de apparaten uitsluitend wanneer u over de vereiste elektronische kennis en ervaring beschikt. Door een niet vakkundig uitgevoerde installatie brengt u het eigen leven en ■ dat van de gebruikers van de elektrische installatie in gevaar. Door een niet vakkundig uitgevoerde installatie kan aanzienlijke materiële ■...
  • Pagina 30 Aansluiting, inbouw / montage Montage / demontage Het apparaat voor montage op DIN-rail mag uitsluitend op DIN-rails volgens DIN EN 500022 / DIN 60715 TH 35 (inclusief industriële uitvoering) worden gemonteerd. Monteren Om het apparaat te monteren, gaat u als volgt te werk: –...
  • Pagina 31 Aansluiting, inbouw / montage Elektrische aansluiting De elektrische aansluiting vindt plaats met behulp van schroefklemmen. De klemaanduidingen bevinden zich op de behuizing. De KNX-bus wordt aangesloten via de meegeleverde busaansluitklem. Als installatie-automaat moet een LS 16 gebruikt worden. Per kanaal een aparte nuldraadaansluiting.
  • Pagina 32 Aansluiting, inbouw / montage 24 V DC Afb. 13: Aansluitvoorbeeld: meerfasenbedrijf, meerkanaalse dimaktor Afb. 14: Aansluitklem KNX Afb. 15: Draadstriplengte Draadstriplengte: 8 mm Draadstriplengte busaansluitklem: 5 … 6 mm   Producthandboek 2CKA002273B9659 │32...
  • Pagina 33 Aansluiting, inbouw / montage Derating 6.5.1 Verlaging van het aansluitvermogen met LEDi: De opwarming van de dimmer wordt in belangrijke mate bepaald door de uitvoering van de ■ aangesloten LEDi. LEDi's met een lage powerfactor verwarmen de dimmer sterker zodat het aansluitvermogen indien nodig moet worden gereduceerd.
  • Pagina 34 Aansluiting, inbouw / montage 6.5.3 Deratingcurve Afb. 16: Derating Legenda: %: procentuele waarde van het nominale vermogen ■ °C: omgevingstemperatuur ■ Het maximale aansluitvermogen (100 %) is toegestaan bij een omgevingstemperatuur van - 5 °C … +45 °C. Bovendien geldt de deratingcurve.  ...
  • Pagina 35 Inbedrijfname Inbedrijfname Eerste inbedrijfname / setup Als tijdens de eerste inbedrijfname de belasting groter is dan de maximale belasting van het overbrugde kanaal, kan afhankelijk van het gebruikte type een bundeling van de kanalen worden uitgevoerd. De groepsvorming (parallelschakeling) wordt gerealiseerd met de inbedrijfnamesoftware ETS.
  • Pagina 36 Inbedrijfname Software Om het apparaat in bedrijf te kunnen nemen, moet een fysiek adres worden toegewezen. De toekenning van het fysieke adres en het instellen van de parameters gebeurt met behulp van de Engineering Tool Software (ETS). Opmerking De apparaten zijn producten in het KNX-systeem en voldoen aan de KNX- richtlijnen.
  • Pagina 37 Inbedrijfname 7.2.4 Applicatieprogramma kiezen De applicatie wordt via de ETS op het apparaat geladen. 7.2.5 Applicatieprogramma differentiëren Met de ETS kunnen verschillende functies gerealiseerd worden. Gedetailleerde parameterbeschrijvingen, zie hoofdstuk 11 “Applicatie-/parameterbeschrijvingen“ op pagina 43 (alleen in de talen DE, EN, ES, FR, IT en NL).  ...
  • Pagina 38 Updatemogelijkheden Een firmware-update wordt uitgevoerd via de KNX-bus met behulp van de ETS-app "KNX Bus Update" van ABB Stotz-Kontakt GmbH. Met behulp van de app is het mogelijk om de besturingssystemen van de verschillende KNX- apparaten bij te werken zonder de hardware te vervangen. De actuele firmwarebestanden kunnen automatisch van het internet worden gedownload via de ETS.
  • Pagina 39 Bediening Bediening Bedieningselementen [1] Led-bedieningstoets per kanaal (A-x) voor plaatselijke bediening en bedrijfsindicatie [2] Programmeertoets: omschakelen naar de programmeermodus: Afb. 18: Bedieningselementen (vorbeeld 4-voudig)   Producthandboek 2CKA002273B9659 │39...
  • Pagina 40 Bediening Bedrijfsindicatie Afb. 19: Bedrijfsindicatie (vorbeeld 4-voudig) Bedrijfsindicatie [1] per kanaal (A-x) met led- Status bedieningstoets Na het inschakelen van de netspanning: Rood De led brandt rood totdat het apparaat geïnitialiseerd en klaar ■ voor gebruik is. Tegelijkertijd wordt een belastingtest uitgevoerd. Het apparaat bevindt zich in de UIT-toestand.
  • Pagina 41 Bediening Plaatselijke bediening op apparaat Het apparaat wordt bediend via KNX-bedieningselementen of met plaatselijke bediening op het apparaat. Aanwijzing Ook als het apparaat nog niet is geïntegreerd in een KNX-installatie, is de plaatselijke bediening op het apparaat via de bijbehorende kanaalimpulsdrukker mogelijk: Omschakeling handmatige bediening –...
  • Pagina 42 Onderhoud Onderhoud 10.1 Reiniging Reinig vuile apparaten met een zachte droge doek. – Als dit niet voldoende is, maakt u een doek licht vochtig met een zeepoplossing.   Producthandboek 2CKA002273B9659 │42...
  • Pagina 43 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie-/parameterbeschrijvingen 11.1 Applicatie "Kanaaltoewijzing" Met behulp van de kanaaltoewijzing worden de fysieke uitgangen toegewezen aan de logische KNX-kanalen. Zo kunnen bijvoorbeeld uitgangen gebundeld en parallel geschakeld worden om de aansluitbare belasting te verhogen. 11.1.1 Uitgangen bundelen Opties:   11.1.2 Uitgang X Met deze parameter kunnen de verschillende uitgangen worden toegewezen aan de kanalen en zo worden gebundeld.
  • Pagina 44 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Apparaatinstellingen" 11.2 Applicatie "Apparaatinstellingen" 11.2.1 Algemeen In dit parametervenster worden hogere parameterinstellingen aangepast die relevant zijn voor het gehele apparaat. 11.2.1.1 Handmatige bediening toestaan Opties: Altijd   Alleen bij KNX-uitval Altijd: ■ – De toetsen aan het apparaat te kunnen altijd worden gebruikt. Alleen bij KNX-uitval: ■...
  • Pagina 45 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Apparaatinstellingen" 11.2.1.3 Communicatieobject "In werking" vrijgeven Opties:   Ja, cyclisch waarde 0 zenden   Ja, cyclisch waarde 1 zenden Nee: ■ – Communicatieobject is niet vrijgegeven. Ja, cyclisch waarde 0 zenden: ■ – Het communicatieobject In werking wordt cyclisch met de waarde 0 naar de KNX-bus gestuurd.
  • Pagina 46 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Scènes" 11.3 Applicatie "Scènes" 11.3.1 Scènes configureren In dit parametervenster wordt aan een dimmersscène een KNX-scène toegewezen. Hierdoor is het mogelijk om iedere willekeurige scène van de 64 KNX-scènes in de dimmer te integreren. Het apparaat heeft per kanaal 32 scènes. Deze scènes komen overeen met de dimmerscènes. Aan iedere scène kunnen naar wens kanalen worden toegewezen.
  • Pagina 47 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Scènes" 11.3.2 Dimmerscène x Aanwijzing Dit parametervenster is zichtbaar als in het parametervenster "Scènes configureren" de dimmerscène x is toegewezen aan een KNX-scène. 11.3.2.1 Overgangstijd scènes Opties: Instelmogelijkheid 00:00:00 tot 18:12:15 (hh:mm:ss) Deze parameter legt de duur vast waarin na een scèneoproep de scènedeelnemers de scènewaarde (helderheidwaarde) hebben bereikt.
  • Pagina 48 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Scènes" 11.3.2.3 Kanaal X scènewaarde Opties: Geen wijziging   100 % … 0 % Geen wijziging (geen bestanddeel van deze scène): ■ – Het kanaal hoort niet bij deze scène. Bij een scèneoproep wordt het kanaal niet beïnvloed. De actuele helderheidswaarde blijft ongewijzigd; ook bij het opslaan van de scène via de KNX-bus wordt de helderheidswaarde niet in het kanaal opgeslagen.
  • Pagina 49 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4 Applicatie "Parametersjablonen" Onder de applicatie "Parametersjablonen" zijn sjablonen voor parametervenster te vinden waarop ieder kanaal van de dimmeruitgang betrekking kan hebben. Aan het begin van de kanaalparametrering moet worden gekozen of de parametrering van een kanaal betrekking heeft op het sjabloonvenster of op een individueel parametersvenster.
  • Pagina 50 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.2 Minimale dimwaarde Opties: Instelmogelijkheid van 100 tot 0,4 (%) Deze parameter legt de minimale helderheidswaarde vast die de lamp kan aannemen. Bij het instellen van een minimale dimwaarde die hoger is dan maximale dimwaarde wordt in de dimmer de minimale waarde ingesteld op de maximale dimwaarde.
  • Pagina 51 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.3 Maximale dimwaarde Opties: Instelmogelijkheid van 100 tot 0,4 (%) Deze parameter legt de maximale helderheidswaarde vast die de lamp kan aannemen. Als een maximale dimwaarde wordt ingesteld die lager is dan de minimale dimwaarde, wordt in de dimmer maximale dimwaarde = minimale dimwaarde ingesteld.
  • Pagina 52 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.5 Dimtijd tot inschakelwaarde bereikt (0 = starten) Opties: Instelmogelijkheid 00:00:00 tot 18:12:15 (hh:mm:ss) ■ – Starten. De uitgang schakelt meteen AAN (ON-commando). 00:00:01….18:12:15 ■ – Gedurende deze tijd wordt de uitgang van 0%-helderheid op de inschakelwaarde gedimd.
  • Pagina 53 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.6 Dimtijd aanpasbaar via object "Flexibele dimtijd/fadetime" Opties: Nee: ■ – De dimtijd wordt vast geparametreerd en kan niet via de KNX-bus worden gewijzigd. ■ – De dimtijd kan met het communicatieobject Flexibele dimtijd worden gewijzigd via de KNX-bus .
  • Pagina 54 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.8 Inschakelen via dimwaarde toestaan (functie Dimwaarde) Opties: Nee: ■ – Het inschakelen met het helderheidstelegram is niet toegestaan. De uitgang moet ingeschakeld zijn voor het instellen met een helderheidswaarde. ■ – Het inschakelen met het helderheidstelegram is toegestaan. Met deze parameter wordt het inschakelgedrag van de uitgang bij het instellen van een helderheidswaarde via het communicatieobject "Helderheidswaarde"...
  • Pagina 55 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.10 Uitschakelwaarde Opties: Instelmogelijkheid van 100 tot 0,4 (%) Aanwijzing Deze parameter is alleen zichtbaar als de parameter "Uitschakelen op uitschakelwaarde (functie schakelen)" op "Ja" staat. Deze parameter legt de helderheidswaarde voor de functie Uitschakelwaarde vast waarmee de uitgang bij ontvangst van een UIT-telegram uitgeschakeld wordt.
  • Pagina 56 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.12 Dimtijd tot uitschakelen bereikt (0 = starten) Opties: Instelmogelijkheid 00:00:00 tot 18:12:15 (hh:mm:ss) ■ – Starten. De uitgang schakelt meteen UIT of op de uitschakelwaarde. 00:00:01….18:12:15 ■ – Gedurende deze tijd wordt de uitgang UIT of op de uitschakelwaarde gedimd. Met deze parameter kan een softstop worden ingesteld.
  • Pagina 57 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.13 Dimtijd aanpasbaar via object "Flexibele dimtijd/fadetime" Opties: Nee: ■ – De dimtijd wordt vast geparametreerd en kan niet via de KNX-bus worden gewijzigd. ■ – De dimtijd kan met het communicatieobject Flexibele dimtijd worden gewijzigd via de KNX-bus .
  • Pagina 58 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.15 Uitschakelen via dimwaarde toestaan (functie Dimwaarde) Opties: Nee: ■ – Het uitschakelen met het helderheidstelegram is niet toegestaan. De uitgang moet met het communicatieobject Schakelen uitgeschakeld of indien toegestaan uitgedimd worden. ■ – Het uitschakelen met het helderheidstelegram is toegestaan. Met deze parameter wordt het uitschakelgedrag van de uitgang bij het instellen van een helderheidswaarde via het communicatieobject "Helderheidswaarde"...
  • Pagina 59 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.17 Dimtijd tot dimwaarde bereikt (0 = starten) Opties: Instelmogelijkheid 00:00:00 tot 18:12:15 (hh:mm:ss) Aanwijzing Hier kunnen meer instellingen voor de functie "Dimwaarde" worden aangepast. De functie moet hiervoor geactiveerd zijn (zie boven). ■ – Starten. De uitgang schakelt meteen op de dimwaarde. 00:00:01….18:12:15 ■...
  • Pagina 60 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.18 Dimtijd aanpasbaar via object "Flexibele dimtijd/fadetime" Opties: Nee: ■ – De dimtijd wordt vast geparametreerd en kan niet via de KNX-bus worden gewijzigd. ■ – De dimtijd kan met het communicatieobject Flexibele dimtijd worden gewijzigd via de KNX-bus .
  • Pagina 61 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.2 Terug- en foutmeldingen In dit parametervenster wordt de het statusgedrag en daarmee de terug- en foutmeldingen geparametreerd. 11.4.2.1 Communicatieobject "Status schakelen" vrijgeven Opties:   ■ – Het communicatieobject Status schakelen wordt vrijgegeven. Hiermee wordt een 1-bit- Telegram met de actuele schakelstatus naar de KNX-bus verzonden.
  • Pagina 62 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.2.4 Objectwaarde zenden Opties: Bij wijziging Aanwijzing Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter "Communicatieobject "Status dimwaarde" vrijgeven" op "Ja" is ingesteld. Nee: ■ – De status wordt niet verzonden. Bij wijziging: ■ – De status wordt bij wijziging verzonden. 11.4.2.5 Tussenwaarden zenden bij overgangen (bijvoorbeeld omhoogdimmen, scèneovergang)
  • Pagina 63 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.2.7 Communicatieobject "Foutendiagnose" vrijgeven Opties:   ■ – Communicatieobject is niet vrijgegeven. Nee: ■ – Communicatieobject is niet vrijgegeven. Met de parameter wordt het 1-byte-communicatieobject "Kanaal x: foutendiagnose" vrijgegeven. Bij activering kunnen met deze parameter foutendiagnoses worden gemaakt. Bij activering van het communicatieobject worden fouten in de eindfase als gecodeerd getal uitgegeven.
  • Pagina 64 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" KNX standaard bitveld Bitvelden Beschrijving Eenheid/waardebereik Attributen Bitnr. Bitset B 0: waar Fout Lastherkenning mislukt / 0 (lsb) lastherkenning onjuiste soort belasting 1: onwaar 0: waar Onderspanning Onderspanning netvoeding 1: onwaar 0: waar Overstroomt/kortsluiting op Overstroom belastingzijde 1: onwaar 0: waar Onderbelasting/geen belasting...
  • Pagina 65 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.2.9 Zendcyclus Opties: Instelmogelijkheid 00:00:00 tot 18:12:15 (hh:mm:ss) Aanwijzing Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter "Communicatieobject "Foutendiagnose" vrijgeven" op "Ja" is ingesteld. Met deze parameter wordt het verzendingsinterval vastgelegd waarmee de status van de foutendiagnose wordt verzonden. 11.4.2.10 Communicatieobject "Fout"en vrijgegeven Opties:...
  • Pagina 66 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" Voor netfouten Opties: Voor hardwarefouten Opties: Voor "Dimmer herkent andere belasting dan geparametreerd " Opties:   Producthandboek 2CKA002273B9659 │66...
  • Pagina 67 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.3 Blokkerings- en dwangfunctie In dit parametervenster worden de instellingen voor de dwangsturing geparametreerd. Werkwijze dwangsturing De actieve dwangsturing, ongeacht of deze via een 1-bit- of 2-bit-aansturing geactiveerd is, is van invloed op het gehele gedrag van het kanaal. Bij de oproep van de dwangsturing wordt de in de ETS geparametreerde helderheidswaarde ingesteld.
  • Pagina 68 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.3.2 Formaat van dwangobject Opties: 1 bit 2 bit 1 bit: ■ – Het communicatieobject Dwangsturing 1-bit wordt vrijgegeven. Als de dimmer via dit communicatieobject een telegram met de waarde 1 ontvangt, wordt het kanaal gedwongen gestuurd. Met de waarde 0 wordt de dwangsturing opgeheven en het kanaal weer vrijgegeven.
  • Pagina 69 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.3.3 Dimwaarde bij dwang activeren Opties: Geen wijziging (blokkeren)   100% … 0,4% Aanwijzing Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter "Dwangsturing vrijgeven" op "Ja" is ingesteld. Geen wijziging (blokkeren) ■ – Het kanaal bevindt zich in de dwangsturing en is dus geblokkeerd. Het kanaal behoudt de eerder vastgelegde waarde.
  • Pagina 70 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.3.5 Toestand na KNX-spanningsterugkeer Opties: Inactief Gedwongen inschakelen Toestand vóór KNX-uitval Aanwijzing Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter "Dwangsturing vrijgeven" op "Ja" is ingesteld. Inactief: ■ – Het kanaal wordt na de terugkeer van de busspanning vrijgegeven en bevindt zich niet meer in de dwangsturing.
  • Pagina 71 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.3.7 Objectwaarde zenden Opties: Bij wijziging Aanwijzing Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter "Dwangsturing vrijgeven" op "Ja" is ingesteld. Nee: ■ – De status wordt niet verzonden. Bij wijziging: ■ – De status wordt bij wijziging verzonden.  ...
  • Pagina 72 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.4 Storingen In dit parametervenster wordt aangegeven hoe de apparaten in bepaalde storingssituaties moeten reageren. 11.4.4.1 Dimwaarde tijdens KNX-spanningsuitval Opties: Geen wijziging   100 % … 0 % Geen wijziging: ■ – De helderheid van het kanaal verandert niet. Uitgeschakelde deelnemers blijven uitgeschakeld.
  • Pagina 73 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.4.3 Dimwaarde bij netspanningsterugkeer Opties: Actuele KNX-toestand   100% … 0% Actuele KNX-toestand: ■ – De helderheid van het kanaal blijft overeenkomstig de actuele KNX-toestand bestaan. Uitgeschakelde deelnemers blijven uitgeschakeld. De tijdfuncties zoals trappenlicht en inbranden worden niet voortgezet. 100%….0%: ■...
  • Pagina 74 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.4.5 Communicatieobject "Belastingtest activeren" vrijgeven Opties:   ■ – Activeert een belastingtest voor het betreffende kanaal. Nee: ■ – De belastingtest voor het betreffende kanaal wordt gedeactiveerd. Met deze parameter kan als alternatief voor het indrukken van de led-bedieningstoets (> 10 seconden) een belastingtest op een willekeurig kanaal worden uitgevoerd.
  • Pagina 75 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.5 Centrale objecten De werkwijze van de centrale objecten "Schakelen", "Dimmen" en "Waarde" lijkt op die van de "normale" kanaalobjecten "Schakelen", "Dimmen" en "Waarde". Het verschil is dat centrale objecten net als broadcast-objecten tegelijkertijd op alle kanalen actief zijn. Eerst moet in de afzonderlijke kanalen de deelname aan de centrale functies worden vrijgeschakeld.
  • Pagina 76 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.6 Karakteristiekcorrectie Met deze functie kunnen de instelwaarden van problematische installaties met lampen die bij standaardinstellingen nog steeds een ongelijkmatig dimgedrag vertonen worden gecorrigeerd. Normaal wordt ervan uitgegaan dat de aangesloten lampen zich lineair gedragen, d.w.z. dat een ontvangen KNX-helderheidswaarde van 50 % ook in een helderheid van 50 % op de lamp resulteert.
  • Pagina 77 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.6.3 KNX-dimwaarde 0% (UIT) Aanwijzing Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter "Karakteristiek gebruiken" op "Ja" is ingesteld. De bij de KNX-waarde 0 % gemeten helderheidswaarde (lamp UIT) wordt gebruikt voor de offsetcorrectie als de ruimte niet helemaal kan worden verduisterd. Deze offsetwaarde mag tijdens de gehele opname van de karakteristiek niet wijzigen.
  • Pagina 78 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.6.7 KNX-dimwaarde 100% Aanwijzing Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter "Karakteristiek gebruiken" op "Ja" is ingesteld. Bij deze parameter wordt 100 % als uitgangswaarde voor de helderheidswaarde gebruikt. Alle lagere ingevoerde percentages worden gebruikt als vaste punten. 11.4.6.8 Gemeten luxwaarde/sensorwaarde 100 % Opties:...
  • Pagina 79 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Kanaal x" 11.5 Applicatie "Kanaal x" Opties: Individueel   Uit sjabloon overnemen Individueel: ■ – Het kanaal wordt individueel geparametreerd. De bijbehorende parameters voor het kanaal worden weergegeven. De inhoud van de individuele parameters komt overeen met die van de parameters uit het sjabloon. Uit sjabloon overnemen: ■...
  • Pagina 80 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6 Applicatie – Algemene functies: kanaal x Opties: Telegrammen cyclisch Poort Trappenhuisverlichting Vertraging Prioriteit Logische poort Min-/max-waardegever Drempelwaarde / hysteresis Knipperen Inactief: ■ – De applicatie is niet actief. Er zijn geen parameters beschikbaar. Telegrammen cyclisch: ■...
  • Pagina 81 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x Aanwijzing De volgende parameters kunnen alleen worden ingesteld, als de bijbehorende applicatie (zie boven) is geselecteerd. Noot De parameters "Prioriteit", "Logische poort", "Min-/Max-waardegever", "Drempelwaarde / hysteresis" en "Knipperen" zijn alleen beschikbaar voor het volgende apparaat: UD/Sx.315.2.1x Led-dimmer 2/4/6x315 W, voor montage op DIN-rail.
  • Pagina 82 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.1 Telegram cyclisch Met de applicatie kunnen telegrammen onder vastgelegde voorwaarden cyclisch naar de bus worden verzonden. De volgende communicatieobjecten zijn beschikbaar: "GFx: Ingang" ■ "GFx: Uitgang" ■ "GFx: Vrijgave" (1-bit-object) ■ De objecten "GFx: Ingang" en "GFx: Uitgang" kunnen verschillende groottes aannemen (1 bit … 4 byte, afhankelijk van het gekozen objecttype).
  • Pagina 83 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.1.2 Objecttype Opties: 1 bit schakelen 1 bit alarm 1 byte 0..100% 1 byte 0...255 2 byte float 2 byte signed 2 byte unsigned 4 byte float 4 byte signed 4 byte unsigned 1 bit schakelen: ■...
  • Pagina 84 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.1.3 Cyclustijd Opties: Instelmogelijkheid van 00:00:55 tot 01:30:00 (hh:mm:ss) De telegrammen van het in-bedrijf-object worden cyclisch naar de bus verzonden. De parameter legt het tijdsinterval vast waarna de telegrammen opnieuw worden verzonden. 11.6.1.4 Vrijgaveobject Opties: Gedeactiveerd...
  • Pagina 85 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x Opties: Geblokkeerd Vrijgegeven Geblokkeerd: ■ – Na terugkeer van de busspanning wordt het object "GFx: Vrijgave" niet geactiveerd. De blokkeerfunctie is gedeactiveerd. Vrijgegeven: ■ – Als het object "GFx: Vrijgave" voorafgaande aan het uitvallen van de busspanning geactiveerd was, wordt deze ook na de terugkeer van de busspanning geactiveerd.
  • Pagina 86 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.1.8 Waarde voor cyclisch verzenden De mogelijke opties en instelgrenzen zijn afhankelijk van de parameter "Objecttype". Opties bij selectie "1 bit schakelen" en "1 bit alarm": Opties: Opties bij selectie "1 byte 0..100%": Opties: Instelmogelijkheid van 0 tot 100 (%) Opties bij selectie "1 byte 0..255":...
  • Pagina 87 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.2 Poort Met de applicatie kunnen bepaalde signalen worden gefilterd en kan de signaalstroom tijdelijk worden geblokkeerd. De volgende communicatieobjecten zijn beschikbaar: "GFx: Ingang" ■ "GFx: Uitgang" ■ "GFx: Stuuringang" (1-bit-object) ■ De objecten "GFx: Ingang" en "GFx: Uitgang" kunnen verschillende groottes aannemen (1 bit … 4 byte, afhankelijk van het gekozen objecttype).
  • Pagina 88 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.2.2 Objecttype Opties: 1 bit schakelen 1 bit bewegen 1 bit stop/verstellen 2 bit prioriteit 4 bit relatief dimmen 1 byte 0..100% 1 byte 0...255 2 byte float 2 byte signed 2 byte unsigned 3 byte tijd 3 byte datum 4 byte float...
  • Pagina 89 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 2 byte unsigned: ■ – Waarde wordt als 2-byte-waarde zonder voorteken verzonden (0 … 65535), bijv. tijd- of helderheidswaarde. 3 byte tijd: ■ – Waarde wordt als 3-byte-dagtijdswaarde verzonden. 3 byte datum: ■ –...
  • Pagina 90 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.2.4 Datastroomrichting Opties: Ingang in richting uitgang Uitgang in richting ingang In beide richtingen Uitgang in richting ingang: ■ – Telegrammen worden van het object "GFx: Ingang" naar het object "GFx: Uitgang" doorgestuurd. Uitgang in richting ingang: ■...
  • Pagina 91 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.2.6 Vrijgaveobject Opties: Gedeactiveerd geactiveerd Gedeactiveerd: ■ – Het object "GFx: Stuuringang" is niet vrijgeschakeld. Geactiveerd: ■ – Het object "GFx: Stuuringang" is vrijgeschakeld. De functie "Poort" kan via het object "GFx: Stuuringang" tijdelijk worden geblokkeerd. Met de parameter wordt het 1 bit-communicatieobject "GFx: Stuuringang"...
  • Pagina 92 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.2.8 Vrijgaveobject na spanningsterugkeer Opties: Geblokkeerd Vrijgegeven Geblokkeerd: ■ – Na terugkeer van de busspanning wordt het object vrijgaveobject niet geactiveerd. De blokkeerfunctie is gedeactiveerd. Vrijgegeven: ■ – Als het vrijgaveobject voorafgaande aan het uitvallen van de busspanning geactiveerd was, wordt deze ook na de terugkeer van de busspanning geactiveerd.
  • Pagina 93 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.3 Trappenhuisverlichting Met de applicatie kan aan schakeltelegrammen en waardetelegrammen een nalooptijd worden toegewezen. De applicatie beschikt over de volgende communicatieobjecten: "GFx: Ingang" ■ "GFx: Ingang_uitgang" (1-bit-object) ■ "GFx: Nalooptijd" (2-byte-object) ■ "GFx: Voorwaarschuwingstijd uitschakeling" (2-byte-object) ■...
  • Pagina 94 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.3.2 Objecttype / aantal objecten Opties: Een 1-bit-object voor in- en uitgang Twee 1-bit-objecten voor in- en uitgang Twee 1-byte-objecten voor in- en uitgang Een 1-bit-object voor in- en uitgang: ■ – Als via het object "GFx Ingang_uitgang" een aan-telegram wordt ontvangen, start een instelbare nalooptijd.
  • Pagina 95 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.3.4 Opnieuw triggeren Opties: Gedeactiveerd geactiveerd Gedeactiveerd: ■ – De ingestelde nalooptijd loopt altijd tot het einde zodat na afloop van de vertragingstijd altijd een telegram wordt verzonden via het object "GFx: Uitgang". Geactiveerd: ■...
  • Pagina 96 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.3.6 Tijd voor voorwaarschuwing uitschakeling (s) Opties: Instelmogelijkheid van 1 tot 5400 Met de parameter wordt vastgelegd op welk moment de trappenhuisverlichting door knipperen of omlaag dimmen voor het einde van de nalooptijd moeten waarschuwen. De waarschuwing vindt plaats na de ingestelde tijd voor afloop van de nalooptijd.
  • Pagina 97 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x verzonden. De applicatie beschikt over de volgende communicatieobjecten: "GFx: Ingang" ■ "GFx: Uitgang" ■ "GFx: Vertragingstijd" (2-byte-object) ■ De objecten "GFx: Ingang" en "GFx: Uitgang" kunnen verschillende groottes aannemen (1 bit … 4 byte, afhankelijk van het gekozen objecttype). Voor de verschillende toepassingssituaties kunnen de bit-groottes van de objecten "GFx: Ingang"...
  • Pagina 98 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.4.2 Objecttype Opties: 1 bit schakelen 1 bit bewegen 1 bit stop/verstellen 1 byte 0..100% 1 byte 0...255 2 byte float 2 byte signed 2 byte unsigned 4 byte float 4 byte signed 4 byte unsigned 1 bit schakelen: ■...
  • Pagina 99 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.4.3 Vertragingstijd Opties: Instelmogelijkheid van 00:00:01.000 tot 01:00:00.000 (hh:mm:ss.fff) Met de parameter wordt ingesteld met welke vertraging de via het object "GFx: Ingang" ontvangen telegrammen via het object "GFx: Uitgang" worden verzonden. De vertragingstijd het kan in stappen van een milliseconden worden ingesteld. 11.6.4.4 Opnieuw triggeren Opties:...
  • Pagina 100 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.4.6 Filterfunctie Opties: Filterwaarde wordt vertraagd, andere worden direct verzonden Filterwaarde wordt vertraagd, andere worden onderdrukt Filterwaarde wordt direct verzonden, andere worden vertraagd Filterwaarde wordt onderdrukt, andere worden vertraagd Filterwaarde wordt vertraagd, andere worden direct verzonden: ■...
  • Pagina 101 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.4.7 Filterwaarde De mogelijke opties en instelgrenzen zijn afhankelijk van de parameter "Objecttype". Opties bij selectie "1 bit schakelen": Opties: Opties bij selectie "1 bit bewegen" en "1 bit stop/verstellen": Opties: Omhoog Omlaag Opties bij selectie "1 byte 0..100%": Opties: Instelmogelijkheid van 0 tot 100 (%)
  • Pagina 102 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.5 Prioriteit Met de applicatie kan voor schakeluitgangen een dwangsturing (prioriteit) worden geactiveerd. De volgende communicatieobjecten zijn beschikbaar: "GFx: Ingang schakelen" (1-bit-object) ■ "GFx: Ingang prioriteit" (2-bit-object) ■ "GFx: Uitgang" (1-bit-object) ■ De op de "GFx: Ingang schakelen" ontvangen telegrammen worden afhankelijk van de toestand van het object "GFx: Ingang prioriteit"...
  • Pagina 103 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.6 Logische poort Met de applicatie kunnen tot tien ingangswaarden aan elkaar worden gekoppeld. De volgende communicatieobjecten zijn beschikbaar: "GFx: Uitgang" ■ "GFx: Ingang x" ■ Alle ingangsobjecten en het uitgangsobject kunnen onafhankelijk van elkaar de grootte 1 bit of 1 byte aannemen.
  • Pagina 104 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.6.2 Logische functie Opties: XNOR NAND AND … NOR: ■ – Logische poorten waaraan communicatieobjecten kunnen worden gekoppeld. Met parameter wordt vastgelegd aan welke logische poort de communicatieobjecten worden gekoppeld. 11.6.6.3 Aantal ingangsobjecten Opties: Instelmogelijkheid van 1 tot 10 Met de parameter wordt ingesteld hoeveel ingangsobjecten in de logische functie worden...
  • Pagina 105 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.6.5 Initialisatiewaarde ingang x Opties: Met 0 geïnitialiseerd Met 1 geïnitialiseerd Met 0 geïnitialiseerd: ■ – Na de eerste inbedrijfname en na terugkeer van de spanning is op de ingang de waarde "0" aanwezig. Met 1 geïnitialiseerd: ■...
  • Pagina 106 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.6.7 Objecttype uitgang Opties: 1 bit 1 byte 1 bit: ■ – Object "GFx: Uitgang" bestaat uit een 1-bit-waarde (0/1). 1 byte: ■ – Object "GFx: Uitgang" bestaat uit een 1-byte-waarde (0 … 255). Iedere logische functie heeft een uitgangsobject.
  • Pagina 107 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.6.9 Waarde uitgangsobject bij logisch waar Opties: Uitgang wordt op 1 gezet Gedefinieerd door uitgang-instelwaarde waar Uitgang wordt op 1 gezet: ■ – Op het moment dat aan de voorwaarde is voldaan, is op de uitgang een logische "1" aanwezig.
  • Pagina 108 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.6.12 Waarde uitgangsobject bij logisch onwaar Opties: Uitgang wordt op 0 gezet Gedefinieerd door uitgang-instelwaarde onwaar Uitgang wordt op 0 gezet: ■ – Op het moment dat aan de voorwaarde is voldaan, is op de uitgang een logische "0" aanwezig.
  • Pagina 109 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.7 Min-/Max-waardegever Met de applicatie kunnen tot acht ingangswaarden met elkaar worden vergeleken. De volgende communicatieobjecten zijn beschikbaar: "GFx: Uitgang" ■ "GFx: Ingang x" ■ De objecten "GFx: Ingang x" en "GFx: Uitgang" kunnen verschillende groottes aannemen (1 byte …...
  • Pagina 110 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.7.2 Objecttype Opties: 1 byte 0..100% 1 byte 0...255 2 byte float 2 byte signed 2 byte unsigned 4 byte float 4 byte signed 4 byte unsigned 1 byte 0..100%: ■ – Waarde wordt als 1-byte-waarde zonder voorteken (procentwaarde) verzonden. (0 = 0 %, 255 = 100 %) 1 byte 0..255: ■...
  • Pagina 111 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.7.4 Uitgang verzendt Opties: Bij iedere toewijzing van de ingangen Bij wijziging uitgangsobject Bij iedere toewijzing van de ingangen: ■ – Altijd als een telegram op een van de ingangsobjecten wordt ontvangen, wordt via het uitgangsobject een telegram verzonden.
  • Pagina 112 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.8 Drempelwaarde / hysteresis Met de applicatie ‘Drempelwaarde / hysteresis’ kunnen waardetelegrammen op een ingangscommunicatie-object ontvangen en vergeleken worden met in het apparaat vastgelegde drempelwaarden. Bij overschrijding van de bovenste of onderschrijding van de onderste drempelwaarde worden vooraf gedefinieerde waarden naar het communicatie-object ‘Uitgang’...
  • Pagina 113 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.8.2 Objecttype uitgang Opties: 1 bit 1 byte 1 bit: ■ – Object "GFx: Uitgang" bestaat uit een 1-bit-waarde (0/1). 1 byte: ■ – Object "GFx: Uitgang" bestaat uit een 1-byte-waarde (0 … 255). Iedere logische functie heeft een uitgangsobject.
  • Pagina 114 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.8.4 Objectwaarde vrijgaveobject Opties: Normaal Omgekeerd Normaal: ■ – Als een AAN-telegram wordt ontvangen via het 1-bit communicatieobject "Enable", dan is de functie geblokkeerd. Een ON telegram annuleert het blok weer. Omgekeerd: ■ –...
  • Pagina 115 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.8.6 Ingangssignaal opslaan Opties: Gedeactiveerd geactiveerd Gedeactiveerd: ■ – Tijdens de blokkeringsfase worden ingangstelegrammen niet opgeslagen. Geactiveerd: ■ – Tijdens de blokkeringsfase worden ingangstelegrammen opgeslagen. Met de parameter wordt vastgelegd of tijdens de blokkeringsfase ingangssignalen worden opgeslagen.
  • Pagina 116 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.8.8 Transmissiegedrag Opties: Bij ieder ingangstelegram Bij wijziging uitgangsobject Bij ieder ingangstelegram: ■ – Als een telegram via het ingangsobject wordt ontvangen, verzendt het communicatieobject altijd de waarde van het uitgangsobject naar de bus. Dit gebeurt ook als de waarde van het uitgangsobject niet gewijzigd is.
  • Pagina 117 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.8.11 Onderste drempel Opties: Instelmogelijkheid van -671088,64 tot 670760,96 De parameter "Onderste drempel" bepaalt de onderste drempelwaarde. Dit betekent dat als de waarde op het object "Ingang" lager is dan de ingestelde, dan wordt het telegram "Uitgangswaarde bij het onderschrijden van de onderste drempel"...
  • Pagina 118 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.9 Knipperen Noot De beschreven parameter is alleen beschikbaar voor het volgende apparaat: UD/Sx.315.2.1x Led-dimmer 2/4/6x315 W, voor montage op DIN-rail. ■ Om een knippersequentie op het uitgangsobject in werking te stellen moet van te voren een telegram op het ingangsobject ontvangen worden.
  • Pagina 119 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.9.4 Uitschakelduur (s) LED uit Opties: Instelmogelijkheid van 01.000 tot 10.000 (ss.fff) Met de parameter "Uitschakelduur (s) – LED uit" wordt vastgelegd, hoe lang het knippersignaal UIT moet zijn, tot weer een AAN-telegram wordt verzonden. 11.6.9.5 Begrenzing knippercycli Opties:...
  • Pagina 120 Communicatieobjecten Applicatie – Algemene functies: kanaal x Communicatieobjecten Om snel een overzicht te verkrijgen over de functiemogelijkheid van de dimmer, zijn alle communicatieobjecten opgenomen in een overzichtstabel. De gedetailleerde functie kan in de daaropvolgende beschrijving van de individuele communicatieobjecten worden nagelezen. Aanwijzing Enkele communicatieobjecten zijn dynamisch en alleen zichtbaar als de bijbehorende parameters in het applicatieprogramma geactiveerd zijn.
  • Pagina 121 Communicatieobjecten Fout Alarm Kanaal x: 1.001 15, 32, 49, Ingang 1 bit Dwangsturing 1 bit Schakelen Kanaal x: 2.001 Ingang 2 bit Dwangsturing 2 bit Prio. schakelen Kanaal x: 1.001 16, 33, 50, Status Uitgang 1 bit Schakelen Dwangsturing Kanaal x: 1.017 17, 34, 51, Belastingtest...
  • Pagina 122 Communicatieobjecten Objectfu Naam Lengte Gegevenstype Flags nctie Algemene functies Afhankelijk Afhankelijk Afhankelijk van applicatie en applicatie en applicatie en 75, 79, 83, objecttype objecttype objecttype 87, 91 (kan GFx: Ingang Ingang variëren!) (zie (zie Algemene (zie Algemene functies) Algemene functies) functies) Afhankelijk Afhankelijk...
  • Pagina 123 Communicatieobjecten 12.1 Communicatieobjecten - dimmer Aanwijzing De communicatieobjecten Centraal "In werking", "Schakelen", "Dimmen", "Waarde" en "uitschakelhelderheid activeren" werken ongeveer net zoals de "normale" kanaalobjecten "Schakelen", "Dimmen" en "Waarde" behalve dat deze als broadcast-objecten op alle kanalen tegelijkertijd werken. In de afzonderlijke kanalen moet vooraf de deelname aan de centrale functies worden vrijgeschakeld.
  • Pagina 124 Communicatieobjecten 12.1.2 Centraal: Schakelen Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 1.001 Centraal: Ingang 1 bit Schakelen Schakelen Afhankelijk van parameter: geen Met dit communicatieobject worden alle op het apparaat aangesloten deelnemers met de in het parametervenster Parameterinstellingen, zie hoofdstuk 11.5 “Applicatie "Kanaal x"“ op pagina 79, ingestelde helderheidswaarden in- of uitgeschakeld.
  • Pagina 125 Communicatieobjecten 12.1.4 Centraal: Waarde Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 5.001 Centraal: Waarde Ingang 1 byte Procent (0 ... 100%) Afhankelijk van parameter: "Communicatieobject "Status dimwaarde" vrijgeven" Via dit 1-byte-communicatieobject wordt bij ontvangst van een waardetelegram de uitgang op de betreffende waarde gedimd.
  • Pagina 126 Communicatieobjecten 12.1.5 Centraal: uitschakelhelderheid activeren Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T Centraal: 1.001 uitschakelhelderhei Ingang 1 bit Schakelen d activeren Afhankelijk van parameter: functie besturen via communicatieobject "Functie uitschakelwaarde activeren". Dit communicatieobject is vrijgegeven als in het parametervenster Kanaal X of parametersjablonen: uitschakelgedrag, zie hoofdstuk 11.5 “Applicatie "Kanaal x"“...
  • Pagina 127 Communicatieobjecten 12.1.6 Scène: scène Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 18.001 Scène: scène Ingang 1 byte Scènes controle Afhankelijk van parameter: een scène wordt toegewezen. Dit communicatieobject is vrijgegeven als in het parametervenster "Scènes configureren", zie hoofdstuk 11.3.2 “Dimmerscène x“...
  • Pagina 128 Communicatieobjecten 12.1.7 Communicatieobjecten kanaal x Communicatieobjecten kanaal x In de kolom nr. (objectnummer) zijn de objectnummers van de bijbehorende kanalen en in de tweede regel de objectnummers van de eerste twee kanalen aangegeven. Afhankelijk van de kanaalbundeling verschijnen hierbij objecten of niet. De verwijzing naar een kanaal-parametervenster onderscheidt zich eveneens alleen in de aanduiding Kanaal x.
  • Pagina 129 Communicatieobjecten 12.1.9 Kanaal x: relatief dimmen Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T Kanaal x: 3.007 8, 25, 42, Ingang 4 bit Relatief dimmen Dimmer stap Afhankelijk van parameter: geen Met dit communicatieobject wordt een relatief-dimmen-telegram op alle aangesloten deelnemers in het kanaal (uitgang) ontvangen.
  • Pagina 130 Communicatieobjecten 12.1.11 Kanaal x: status schakelen Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T Kanaal x: 1.011 10, 27, Uitgang 1 bit 44, 61 Status schakelen Schakelen Afhankelijk van parameter: Communicatieobject "Status schakelen" vrijgeven Dit communicatieobject is vrijgegeven als in het parametervenster Kanaal X sjabloon (of parametersjablonen), zie hoofdstuk 11.5 “Applicatie "Kanaal x"“...
  • Pagina 131 Communicatieobjecten C R W T Kanaal x: 7.005 12, 29, Ingang/uitgang 2 bytes x x x 46, 63 Flexibele dimtijd Tijd (s) Afhankelijk van parameter: communicatieobject Dimtijd aanpasbaar via object "Flexibele dimtijd/fadetime" Dit communicatieobject is vrijgegeven als in het parametervenster Kanaal X basisinstellingen (of parameterinstellingen), zie hoofdstuk 11.5 “Applicatie "Kanaal x"“...
  • Pagina 132 Communicatieobjecten Telegramwaarde: 0 … 65.535 x 1 s: Telegramwaarde in 1 s Effectieve fadetime [s] volgens DIN EN 62 386-102 5 en 6 7 … 9 10 … 13 14 … 18 19 … 26 27 … > 32 … 65.535 Tijdswaarden hebben een foutmarge van +/-3 s Voor de overgangstijd van de scène gelden voor het gehele Scène...
  • Pagina 133 Communicatieobjecten 12.1.14 Kanaal X: foutdiagnose Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 13; 30; Kanaal X: Uitgang 1 byte 47; 64 foutdiagnose Afhankelijk van parameter: communicatieobject "Foutdiagnose" vrijgeven Dit communicatieobject is vrijgegeven als in het parametervenster Kanaal X -> Terug- en foutmeldingen (of parametersjablonen), de parameter Communicatieobject "Foutdiagnose"...
  • Pagina 134 Communicatieobjecten 12.1.16 Kanaal x: dwangsturing 1 bit / 2 bit Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 1.001 15, 32, Kanaal x: Ingang 1 bit 49, 66 dwangsturing 1 bit Schakelen 2.001 Kanaal x: Ingang 2 bit Prio.
  • Pagina 135 Communicatieobjecten 12.1.17 Kanaal x: status dwangsturing Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 16, 33, Kanaal x: status Uitgang 1 bit 1.001 50, 67 dwangsturing Afhankelijk van parameter: Communicatieobject "Status dwangsturing" vrijgeven Dit communicatieobject is vrijgegeven als in het parametervenster Kanaal X -> Blokkerings- en dwangfunctie (of parametersjablonen), de parameter Communicatieobject "Status dwangsturing"...
  • Pagina 136 Communicatieobjecten 12.2 Kanalen (Algemene functies) Kanalen (Algemene functies) De communicatieobjecten met betrekking tot de kanalen (Algemene functies) verschijnen afhankelijk van de parametrering voor ieder kanaal in dezelfde volgorde. Hieronder wordt slechts één volgorde expliciet voorgesteld. De individuele kanalen worden onderscheiden door de kanaalnummering (bijvoorbeeld GF1 etc.).
  • Pagina 137 Communicatieobjecten 12.2.2 Telegram cyclisch – uitgang Nummer Naam Objectfunctie Lengte Gegevenstype Flags C R W T 1.001 GFx: Uitgang Uitgang 1 bit Schakelen 1.001 GFx: Uitgang Uitgang 1 bit Schakelen 5.001 GFx: Uitgang Uitgang 1 byte Procent (0 … 100%) 5.010 telimpulsen GFx: Uitgang Uitgang...
  • Pagina 138 Communicatieobjecten 12.2.3 Telegram cyclisch – vrijgave Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 77, 81, 85, 89, 93 (gelijk aan 1.001 GFx: GFx: vrijgave Ingang 1 bit Schakelen stuuringang) (kan variëren!) Afhankelijk van parameter: vrijgaveobject Dit communicatieobject is vrijgegeven als bij geactiveerde applicatie "Telegram cyclisch" in het parametervenster Algemene functies ->...
  • Pagina 139 Communicatieobjecten 12.2.4 Poort — ingang Nummer Naam Objectfunctie Lengte Gegevenstype Flags C R W T 75, 79, 83, 1.001 87, 91 (kan GFx: Ingang Ingang 1 bit Schakelen variëren!) 1.008 GFx: Ingang Ingang 1 bit Op/neer 1.001 GFx: Ingang Ingang 1 bit Schakelen 2.001...
  • Pagina 140 Communicatieobjecten 12.2.5 Poort — uitgang Nummer Naam Objectfunctie Lengte Gegevenstype Flags C R W T 1.001 GFx: Uitgang Uitgang 1 bit Schakelen 1.008 GFx: Uitgang 1 bit uitgang0020 Op/neer 1.001 GFx: Uitgang Uitgang 1 bit Schakelen 2.001 GFx: Uitgang Uitgang 2 bit Prio.
  • Pagina 141 Communicatieobjecten 12.2.6 Poort — Stuuringang Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 77, 81, 85, 89, 93 (gelijk aan GFx: GFx: 1.001 Ingang 1 bit vrijgave) Stuuringang Schakelen (kan variëren!) Afhankelijk van parameter: vrijgaveobject Dit communicatieobject is vrijgegeven als bij geactiveerde applicatie "Poort" in het parametervenster Algemene functies ->...
  • Pagina 142 Communicatieobjecten 12.2.8 Trappenhuisverlichting — nalooptijd Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 76,80, 7.008 84,88, 92 GFx: nalooptijd Ingang 2 byte x x x (kan Tijd (s) variëren!) Afhankelijk van parameter: geen Met het 2-byte-communicatieobject worden telegrammen met de ingestelde nalooptijd ontvangen.
  • Pagina 143 Communicatieobjecten 12.2.10 Trappenhuisverlichting — uitgang Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 1.001 GFx: Uitgang Uitgang 1 bit Schakelen 78, 82, 86, 90, 94 (kan 5.001 variëren) GFx: Ingang Ingang 2 byte Procent (0 … 100%) Afhankelijk van parameter: geen Met het 1-bit-communicatieobject worden aan- en uit-telegrammen verzonden.
  • Pagina 144 Communicatieobjecten 12.2.11 Vertraging — ingang Nummer Naam Objectfunctie Lengte Gegevenstype Flags C R W T 1.001 GFx: Ingang Ingang 1 bit Schakelen 1.008 GFx: Ingang Ingang 1 bit Op/neer 1.001 GFx: Ingang Ingang 1 bit Schakelen 5.001 GFx: Ingang Ingang 1 byte Procent (0 ...
  • Pagina 145 Communicatieobjecten 12.2.12 Vertraging — uitgang Nummer Naam Objectfunctie Lengte Gegevenstype Flags C R W T 1.001 GFx: Uitgang Uitgang 1 bit Schakelen 1.008 GFx: Uitgang Uitgang 1 bit Op/neer 1.001 GFx: Uitgang Uitgang 1 bit Schakelen GFx: Uitgang Uitgang GFx: Uitgang Uitgang 5.001 GFx: Uitgang...
  • Pagina 146 Communicatieobjecten 12.2.13 Vertraging — vertragingstijd Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 77,81, 85,89, 93 7.008 GFx: vertragingstijd Ingang 2 byte x x x (kan Tijd (s) variëren) Afhankelijk van parameter: geen Met het 2-byte-communicatieobject worden telegrammen met de ingestelde vertragingstijd ontvangen.
  • Pagina 147 Communicatieobjecten 12.2.14 Prioriteit — Ingang schakelen Naam Objectfunctie Gegevenstype GFx: ingang schakelen Ingang 1.001 Schakelen De via het 1-bit-communicatieobject ontvangen schakeltelegrammen worden afhankelijk van de toestand van het object "GFx: ingang prioriteit" naar het object "GFX: uitgang" doorgestuurd. 12.2.15 Prioriteit — Ingang prioriteit Naam Objectfunctie Gegevenstype...
  • Pagina 148 Communicatieobjecten 12.2.17 Logische poort — Uitgang Naam Objectfunctie Gegevenstype GFx: uitgang Uitgang 1.001 Schakelen 5.001 Procent GFx: uitgang Uitgang (0..100%) Via het communicatieobject wordt het aan de hand van de ingangen bepaalde resultaat verzonden. De waarde die bij een voltooide of niet voltooide logische functie moet worden verzonden, kan worden ingesteld.
  • Pagina 149 Communicatieobjecten 12.2.19 Min-/max-waardegever — Uitgang Naam Objectfunctie Gegevenstype 5.001 Procent GFx: uitgang Uitgang (0..100%) 5.010 Telimpulsen GFx: uitgang Uitgang (0..255) 9.* 2-byte GFx: uitgang Uitgang Zwevende-kommawaarde GFx: uitgang Uitgang 8.001 Pulsverschil GFx: uitgang Uitgang 7.001 Pulsen 14.* 4-byte GFx: uitgang Uitgang Zwevende-kommawaarde 13.001 Telimpuls...
  • Pagina 150 Communicatieobjecten 12.2.21 Drempelwaarde / hysteresis Met de applicatie ‘Drempelwaarde / hysteresis’ kunnen waardetelegrammen op een ingangscommunicatie-object ontvangen en vergeleken worden met in het apparaat vastgelegde drempelwaarden. Bij overschrijding van de bovenste of onderschrijding van de onderste drempelwaarde worden vooraf gedefinieerde waarden naar het communicatie-object ‘Uitgang’ verzonden. De grootte van het object is voor diverse toepassingen instelbaar.
  • Pagina 151 Communicatieobjecten 12.2.22 Knipperen — Toegang Soort Aantal Naam Object functie Lengte Flags gegevens K L S Ü (kunnen 1.001 verschilllen Knipperen Toegang 1 bit Overschakele n op Met dit 1-bit communicatieobject kan bij ontvangst van een schakeltelegram een knipperende sequentie op het 1-bit communicatieobject "Uitgang" worden geactiveerd. Bij ontvangst van een nieuw schakeltelegram stopt het knipperen onmiddellijk.
  • Pagina 152 Verhelpen van storingen Verhelpen van storingen Voor omvangrijke test- en foutdiagnosefuncties kan de i-bus-tool worden gebruikt. Overzicht De overzichtspagina geeft een samenvattend overzicht van de belangrijkste instellingen en toestanden van de individuele dimkanalen. Detail Op de detailpagina kan de gebruiker apart voor ieder kanaal concrete dimwaarden instellen en zo bijvoorbeeld de grenzen van het dimbereik vastleggen.
  • Pagina 153 Index Index A  I  Aansluiting, inbouw / montage ......28 Inbedrijfname ..........35 Aantal ingangsobjecten ......104, 110 Ingangssignaal opslaan ......92, 115 Aantal knippercycli ........119 Initialisatiewaarde ingang x ......105 Apparaatoverzicht ......... 12 Inschakelduur (s) – LED aan ......118 Applicatie K ...
  • Pagina 154 Index S  Uitgangswaarde bij onderschrijden van de onderste drempel ..........117 Setup ............35 Uitschakelduur (s) LED uit ......119 Software ............ 36 Updatemogelijkheden ........38 Soort belastingen .......... 17 V  T  Veiligheid ............. 5 Technische gegevens ........24 Veiligheidsfunctie .......... 14 Temperatuurbeveiliging ........
  • Pagina 155 Busch-Jaeger Elektro GmbH Een onderneming van de ABB-groep Postbus 6710 BC Ede Frankeneng 15 6716 AA Ede www.BUSCH-JAEGER.com info.bje@de.abb.com Centrale verkoopservice: Tel.: +49 2351 956-1600 Fax: +49 2351 956-1700 Copyright © 2020 Busch-Jaeger Elektro GmbH Alle rechten voorbehouden...