12.1.2
Centraal: Schakelen
Nummer
Naam
Centraal:
2
Schakelen
Afhankelijk van parameter: geen
Met dit communicatieobject worden alle op het apparaat aangesloten deelnemers met de in het
parametervenster Parameterinstellingen, zie hoofdstuk 11.5 "Applicatie "Kanaal x"" op pagina
79, ingestelde helderheidswaarden in- of uitgeschakeld.
Telegramwaarde:
Bij ontvangst van een AAN-telegram bepalen de parameterinstellingen of een ingestelde
helderheidswaarde of de waarde voor het uitschakelen wordt ingesteld. Als deelnemers al zijn
ingeschakeld en de dimmer ontvangt een AAN-telegram, worden alle deelnemers met de
geparametreerde helderheidswaarde van de inschakelwaarde ingesteld.
Het kan worden geparametreerd of de dimmer op de helderheidswaarde dimt of aan gaat. Als
de inschakelwaarden boven of onder de maximale of minimale dimwaarde (dimgrenzen) liggen,
wordt de betreffende dimgrens ingesteld.
Aanwijzing
Als de extra functie trappenlicht is geactiveerd, wordt deze functie met een AAN-
telegram (waarde 1) geactiveerd en het bijbehorende tijdsverloop gestart.
12.1.3
Centraal: Dimmen
Nummer
Naam
3
Centraal: Dimmen
Afhankelijk van parameter: Op communicatieobject "Centraal dimmen" reageren
Dit communicatieobject is vrijgegeven als de parameter "Op communicatieobject "Centraal:
Diemen"" met "Ja" is geparametreerd.
Via dit 4-bit.communicatieobject wordt bij ontvangst van een dimtelegram de uitgang gedimd.
Producthandboek 2CKA002273B9659
Objectfunctie
Lengte
Ingang
1 bit
0 = UIT
Alle lampen uitgeschakeld
1 = AAN
Alle lampen ingeschakeld
Objectfunctie
Lengte
Ingang
4 bit
Communicatieobjecten
Gegevenstyp
Flags
e
C R W T
1.001
x
x
Schakelen
Gegevenstyp
Flags
e
C R W T
3.003
x
x
Dimmer stap
│124