11.2
Applicatie "Apparaatinstellingen"
11.2.1
Algemeen
In dit parametervenster worden hogere parameterinstellingen aangepast die relevant zijn voor
het gehele apparaat.
11.2.1.1
Handmatige bediening toestaan
Opties:
Altijd:
■
–
De toetsen aan het apparaat te kunnen altijd worden gebruikt.
Alleen bij KNX-uitval:
■
–
De toetsen op het apparaat kunnen alleen bij een KNX-uitval worden gebruikt.
Met deze parameter worden de toetsen aan de voorkant in het algemeen of alleen bij een uitval
van de KNX-bus vrijgegeven.
Normaal wordt met de ontvangst van een aan-telegram via het 1-bit-communicatieobject
"EF: Vrijgave" het apparaat vrijgegeven en met een uit-telegram geblokkeerd. Deze parameter
kan het gedrag omkeren.
11.2.1.2
Rondstuursignaal gebruiken
Opties:
Ja:
■
–
Rondstuursignalen van de netbeheerder worden uitgefilterd.
Nee (bijv. generatorgebruik)
■
–
Het rondstuursignaalfilter wordt gedeactiveerd.
Met deze parameter kunnen met het rondstuursignaalfilter rondstuursignalen van de
netbeheerder uitgefilterd worden. Omdat bij het gebruik van een generator (bijvoorbeeld op
schepen) in de regel geen rondstuursignalen optreden, wordt in dit geval aanbevolen om het
rondstuursignaalfilter te deactiveren.
Met de parameter kan een 1-bit-communicatieobject "In werking" worden vrijgeschakeld. De
verdere differentiatie vindt plaats met de na de vrijschakeling beschikbare parameters.
Producthandboek 2CKA002273B9659
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Altijd
Alleen bij KNX-uitval
Ja
Nee
Applicatie "Apparaatinstellingen"
│44