11.6.6
Logische poort
Met de applicatie kunnen tot tien ingangswaarden aan elkaar worden gekoppeld.
De volgende communicatieobjecten zijn beschikbaar:
"GFx: Uitgang"
■
"GFx: Ingang x"
■
Alle ingangsobjecten en het uitgangsobject kunnen onafhankelijk van elkaar de grootte 1 bit of 1
byte aannemen.
Met de applicatie wordt vastgelegd aan welke logische poort de vrijgeschakelde
ingangsobjecten worden gekoppeld. Bij ontvangst van nieuwe telegrammen op de ingangen,
worden deze op basis van de gekozen functie geschakeld. Bovendien kunnen de ingangen
individueel omgekeerd worden.
Via het uitgangsobject wordt het aan de hand van de ingangen bepaalde resultaat verzonden.
De instelwaarde die bij een positief resultaat moet worden verzonden is instelbaar.
Opmerking
De parameters voor de applicatie "Logische poort" kunnen via Algemene
parameters, Uitgebreide parameters en Parameters uitgang worden
opgeroepen.
Opmerking
Het nummer (GF1 ... GFx) van het object is afhankelijk van het gebruikte
kanaal.
Noot
De beschreven parameter is alleen beschikbaar voor het volgende apparaat:
■
11.6.6.1
Kanaalnaam
Invoer:
Met de parameter kan aan het gekozen kanaal een naam worden toegewezen. De ingestelde
naam "Kanaal" kan worden gewijzigd in een willekeurige naam. De naam mag maximaal 30
tekens lang zijn.
Producthandboek 2CKA002273B9659
UD/Sx.315.2.1x Led-dimmer 2/4/6x315 W, voor montage op DIN-rail.
<Naam>
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Applicatie – Algemene functies: kanaal x
│103