I
NSTELLINGEN
N
.
F
O
UNCTIE
85
Schakelpunt 1 sterkte hoger
Als de buitentemperatuur onder dit
punt komt, wordt de luchtgordijn-
sterkte met 1 verhoogd.
(alleen als functie 83 = 2)
86
Schakelpunt 2 sterktes hoger
Als de buitentemperatuur onder dit
punt komt, wordt de luchtgordijn-
sterkte met 2 verhoogd.
(alleen als functie 83 = 2)
87
Huidige buitentemperatuur
88
Standaardwaarde voor buitentempe-
ratuur als er een buitentempera-
tuursensor niet is aangesloten of niet
wordt herkend.
Deze waarde wordt dan gebruikt in
functies 83, 84, 85, 86
89
Functie knop
uit)
10
}
(verwarming aan/
C
-
OMFORT
LUCHTGORDIJN MET
K
EUZEMOGELIJKHEDEN
In te stellen tussen -9.5 en +30 °C
(standaardwaarde = 8 °C)
Deze waarde moet lager zijn dan de waarde bij
functie 84
In te stellen tussen -9.5 en +30 °C
(standaardwaarde = 3 °C)
Deze waarde moet lager zijn dan de waarde bij
functie 85. Als deze waarde hoger is dan functie
85, wordt functie 85 genegeerd
De buitentemperatuur wordt weergegeven.
Als er geen verbinding is met de buitentem-
peratuursensor of een defect wordt de
waarde van functie 88 weergegeven.
In te stellen tussen -9.5 en +30 °C
(standaardwaarde = 17°C)
0 = De verwarming van het luchtgordijn kan
niet handmatig uitgezet worden.
1 = De verwarming kan wel handmatig aan-
en uitgezet worden
(standaardwaarde = 1)
CHIPS-
REGELING
U
W
-
INSTEL
LING
X