Bedieningsinstructies Fcontrol – Modelserie FXDM
Tot een juist gebruik behoort ook het lezen van deze gebruiksaanwijzing, evenals het opvolgen van
alle daarin genoemde aanwijzingen - in het bijzonder de veiligheidsaanwijzingen. Ook de
gebruiksaanwijzingen van aangesloten componenten moeten in acht worden genomen. Voor alle
letsel en schade die het gevolg is van een onjuist gebruik is niet de fabrikant maar de gebruiker van
de apparaat verantwoordelijk!Voor alle letsel en schade die het gevolg is van een onjuist gebruik is
niet de fabrikant maar de gebruiker van de frequentieomvormer verantwoordelijk!
2.2
Symboolverklaring
Veiligheidsaanwijzingen worden door een waarschuwingsdriehoek en naar gelang de mate van
gevaar als volgt afgebeeld.
Opgelet!
Algemene gevarenzone. De dood, ernstig lichamelijk letsel of aanzienlijke schade kan zich voordoen
als de betreffende beschermingsmaatregelen niet zijn genomen!
Gevaar door elektrische stroom
Gevaar door gevaarlijke elektrische spanning! De dood of ernstig lichamelijk letsel kan zich
voordoen als de betreffende beschermmaatregelen niet zijn genomen!
Informatie
Belangrijke extra informatie en toepassingstips.
2.3
Productveiligheid
Het apparaat is op het tijdstip van de leveringen in overeenstemming met de stand van de techniek en
geldt principieel als bedrijfsveilig. Het apparaat en de toebehoren mogen allen in onberispelijke
toestand en met inachtneming van de montagehandleiding resp. bedieningshandleiding worden
gemonteerd en gebruikt. Een werking buiten de technische specificaties van het apparaat (zien
typeplaatje en aanhang / technische gegevens) kan leiden tot een defect van het apparaat en
verdergaande schade veroorzaken!
Informatie
Bij een storing of uitval van het apparaat is een aparte functiebewaking met alarmeringsfuncties
noodzakelijk om letsel van personen of materialen schade te verkomen, er moet rekening worden
gehouden met vervangende werking! Bij gebruik in de intensieve dierhouderij moet ervoor gezorgd
zijn dat functiestoringen in de luchtvoorziening zo tijdig herkend worden dat er geen
levensbedreigende situaties voor de dieren kunnen ontstaan. Bij de planning en oprichting van de
installatie moeten de plaatselijke bepalingen en verordeningen worden aangehouden. In Duitsland
o.a. de DIN VDE 0100, de „Tierschutz-Nutztierhaltungsverordnung", de „Schweinehaltungsordnung"
enz. Ook de informatiebladen van de AEL, DLG, VdS moeten in acht genomen worden.
2.4
Eisen aan het personeel/zorgvuldigheidsplicht
Personen die met de planning, installatie, inbedrijfstelling en onderhoud en reparaties in verband met
het toestel zijn belast moeten over de voor hun werkzaamheden benodigde kwalificatie en kennis
beschikken.
Bovendien moeten ze kennis van de veiligheidsregels, EU-/EG-richtlijnen, voorschriften ter
voorkoming van ongevallen en de betreffende nationale voorschriften evenals regionale en interne
bedrijfsvoorschriften bezitten. Het op te leiden en te instrueren personeel mag alleen onder toezicht
van een ervaren persoon aan het toestel werken. Dat geldt ook voor het zich in de algemene
opleiding bevindende personeel. De minimumleeftijd moet gerespecteerd worden.
2.5
Inbedrijfstelling en tijdens de werking
Opgelet!
•
Bij de inbedrijfstelling kunnen zich onverwachte en gevaarlijke situatie voor de gehele installatie op
grond van verkeerde instellingen, defecte componenten of verkeerde elektrische aansluitingen
voordoen. Alle personen en voorwerpen moeten uit het gevarenbereik gehaald worden.
•
Tijdens de werking moet het toestel gesloten zijn of in de schakelkast ingebouwd zijn. Zekeringen
mogen alleen worden vervangen en niet gerepareerd of overbrugd worden. De gegevens voor de
L-BAL-E072-NL 1846 Index 009
Art.-nr.
7/101
Veiligheidsinstructies