Bedieningsinstructies Fcontrol – Modelserie FXDM
E1 Analoog In
E1 Offset
E1 Koudemiddel
E2 Functie
Selectie van de koudemiddelen.
R12
R227
R407B
9.3.2
Instellingen voor de werking
3.01
Drukregeling condensator,instelling streefwaarde in bar
Drukregeling condensatordruk met invoer koudemiddel, instelling streefwaarde in °C
3.02
3.03
Twee sensoren voor condensator met twee circuits Automatische regeling op hogere druk (selectiever-
sterker geïntegreerd) bedrijfsindicatie: "werkelijke waarde regeling", streefwaarde in bar
3.04
Twee sensoren voor condensator met twee circuits met invoer koudemiddel Automatische regeling op
hogere werkelijke waarde (selectieversterker). Instelling streefwaarde in °C , ook geschikt voor verschil-
lende koudemiddelen daar vergelijking van de temperaturen. Bedrijfsindicatie: "Regeling werkelijke
waarde"
Instelling
L-BAL-E072-NL 1846 Index 009
E1 Analoog In
Bij alle modi van de groep 3 (
"E1 Analoog In" fabrieksinstelling op "MBG-30I".
(Meetbereik 0..30 bar) proportionele uitgang 4 - 20 mA
Selectie sensor: MBG-30I, MBG-50I, MBG-7I, DSF2-25
Alternatief selectie signaal: 0 - 10 V, 4 - 20 mA (
een correcte weergave van de werkelijke waarde is de invoer van het sensormeetber-
eik noodzakelijk.
Voorbeeld met 0 - 10 V sensor en meetbereik 0 – 20 bar.
E1 Analoog In = 0 - 10 V, E1 Min. = 0.0 bar, E1 Max. = 100.0 °C, E1 Decimaal = 1, E1
Eenheid = bar
Bij modi
3.02
de desbetreffende temperatuur bij de gemeten druk. De instellingen voor offset, streef-
waarde en regelbereik vinden dan in °C resp. K. plaats. Omrekening voor relatieve
druk (verschilmeting tot omgevingsdruk). Bij druksensoren bijv. type "MBG-30I" of
"MBG-50I" (meetbereik 0 - 30 resp. 0 - 50 bar) zijn geen verdere instellingen noodzake-
lijk. Bij sensoren met ander meetbereik moet de "E1 min. waarde" en de "E1 max.
waarde" worden ingevoerd. Invoer van de waarden in "bar" waarbij de weergegeven
•
Functie externe streefwaarde
"streefwaarde 1"
•
Externe handmatige werking via extern signaal (0 - 10 V) = functie
Omschakeling tussen instelling op apparaat en extern handmatig bedrijf via digitale
ingang (
•
Als meetwaarde = functie
menu onder
Bij modi met 2 sensoren wordt de functie automatisch mee geprogrammeerd. De
tweede analoge ingang is zodoende belegd en verdere functietoewijzingen zijn niet
Bij
3.03
en
3.04
regeling op hogere waarde (condensator met twee circuits).
R13
R13b1
R22
R401
R401A
R401B
R407C
R410A
R500
3.01
Instelling
3.01
,
3.02
,
E1 Offset
Sensoraanpassing met vergelijkend meetapparaat
E1 Koudemiddel
en
3.04
met invoer voor koudemiddel berekent het toestel automatisch
eenheid in "°C"!
E2 functie (alleen voor speciale toepassingen)
|
|
1E
= via extern signaal (0 - 10 V) i.p.v. instelling
. 0 - 10 V
0 - 100 % sensormeetbereik.
IO Setup).
|
|
7E
bijv. voor grenswaardemeldingen, weergave in Info
"E2 werkelijke waarde"
.
Modi
3.03
en
3.04
mogelijk.
|
|
E2 functie op
4E
voorgeprogrammeerd = vergelijkingswaarde met
R23
R32
R402
R402A
R502
R503
...
3.04
Art.-nr.
40/101
3.03
, ...)
Stekker voor ingangssignaal). Voor
met 2 sensoren
R114
R134a
R402B
R404A
R507
R717
Programmering
|
|
2E
.
R142B
R407A