Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningsinstructies Fcontrol – Modelserie FXDM
9.2.2
Instellingen voor de werking
2.01
Eenvoudige temperatuurregeling
2.02
Temperatuurregeling afhankelijk van de buitentemperatuur (speciale functie: aansluiting sensor op ingang
"E2", weergave en instelling onder "E1").
2.03
Temperatuurregeling met voorgeprogrammeerde extra functies (verwarming, klep, temperatuurbewaking).
2.04
Temperatuurregeling met 2 sensoren
Vergelijking met regeling op hogere waarde "E2 functie" op vergelijking =
"Regeling werkelijke waarde"
Alternatief: Vorming van het gemiddelde van 2 meetplaatsen "E2 functie" op
tie: "Gemiddelde waarde E1 / E2"
2.05
Temperatuurregeling met 2 sensoren, regeling op verschiltemperatuur.
Bedrijfsindicatie: "Werkelijke waarde E1 - E2" in K, "E1" = referentietemperatuur, "E2" bewerkstelligt
positief (E2 < E1) of negatief (E2 > E1) verschil.
Instelling
Setpoint 1
Opgave intern 2
Pband
Min. Toerental
Max. Toerental
L-BAL-E072-NL 1846 Index 009
Modi met 2 sensoren
Bij modi met 2 sensoren wordt de functie automatisch mee geprogrammeerd. De
tweede analoge ingang is zodoende belegd en verdere functietoewijzingen zijn niet
mogelijk.
•
|
2.04
4E
E2 functie op
op hogere waarde. Alternatief: Vorming van het gemiddelde van 2 meetplaatsen,
hiervoor moet op de functie
Voorgeprogrammeerde sensor: Type
•
|
2.05
5E
E2 functie op
tussen sensor 1 en sensor 2. Voorgeprogrammeerde sensor: Type
2.01
...
2.05
Instelling
Setpoint 1
Instelbereik: bij passieve sensor type "TF..". : -27.0...75.0 °C
Fabrieksinstelling: bij
2.01
,
: 5.0 °C
bij
2.02
: 0.0 °C
bij
2.05
Instelbereik: bij actieve sensor type "MTG-120V": -10,0...+120,0 °C
Fabrieksinstelling: bij
2.01
Opgave intern 2
Instelling "Streefwaarde 2" bijv. voor gereduceerde waarde in nachtwerking.
Omschakeling Setpoint ½ via extern contact (zolang geen toewijzing plaatsvindt:
|
|
Weergave:
- - - - -
IO Setup).
Pband
Kleine waarde = snelle regeling
Grote waarde = langzame regeling (hoge stabiliteit)
Passieve sensor type "TF.."
Instelbereik : 0 - 120,0 K (Kelvin)
Fabrieksinstelling: 5.0 K, (bij
Actieve sensor type "MTG-120V"
Instelbereik: -10,0 ... +120,0 K
Fabrieksinstelling: 65.0 K
Min. Toerental (Minimum toerental uitsluitend naar behoefte)
→ "Afsluit Freq." (
|
|
Instelbereik:
OFF
|
|
Fabrieksinstelling:
OFF
Max. Toerental (Toerentalbegrenzing uitsluitend naar behoefte)
Instelbereik: "Max. Frequentie" (
Fabrieksinstelling: 50.0 Hz
Art.-nr.
35/101
|
voorgeprogrammeerd = vergelijkingswaarde met regeling
|
|
3E
worden omgeprogrammeerd.
"TF"
.
|
voorgeprogrammeerd = regeling op verschiltemperatuur
: 20.0 °C
2.03
,
2.04
: 55.0 °C
-
2.05
2.02
: 20.0 K)
Motor Setup) - "Max. Toerental".
Motor Setup) - "Min. Toerental"
Programmering
"TF"
.
|
|
4E
ingesteld. Bedrijfsindicatie:
|
|
3E
ingesteld. Bedrijfsindica-
Advertenties
Inhoudsopgave
