Bedieningsinstructies Fcontrol – Modelserie FXDM
4.2
Minimale benodigde ruimte
Om een voldoende ventilatie van het apparaat te garanderen moet aan alle kanten een afstand van
minstens 50 mm tot behuizingwanden, schakelkastdeuren, bedradingskanalen enz. worden
aangehouden. Dezelfde afstand geldt voor de montage van meerder apparaten naast elkaar.
Bij de montage van meerdere apparaten boven elkaar bestaat gevaar dat deze elkaar wederzijds
verwarmen. Deze rangschikking is alleen toegestaan wanneer de aangezogen lucht van het bovenste
apparaat niet warmer wordt dan de toegelaten omgevingstemperatuur (zie Technische gegevens).
D.w.z. er is een overeenkomstig grotere afstand of een thermische afscherming nodig.
4.3
Bevestiging van het apparaat
Het bevestigingstype en het aantal bevestigingspunten zijn afhankelijk van de huisuitvoering. Voor
een veilige bevestiging moeten alle beschikbare bevestigingspunten worden gebruikt.
Ga als volgt te werk:
Type FXDM2.5AM
Bevestiging aan 3 punten
Bevestigingspunt "1" boren.
"
Platkopschroef tot een afstand van ca. 2 mm naar binnen draaien en het apparaat aanbrengen.
"
Deksel van aansluitruimte afnemen.
"
Apparaat uitlijnen en positie van de beide onderste bevestigingspunten "2" + "3" aftekenen.
"
Apparaat verwijderen de bevestigingspunten "2" + "3" boren.
"
Apparaat opnieuw aanbrengen en schroeven van de bevestigingspunten "2" + "3" aantrekken.
"
L-BAL-E072-NL 1846 Index 009
1
3
Art.-nr.
11/101
GM00006A_M
15.12.2015
2
Montage