Tabel 2-12
Problemen met netwerken oplossen (vervolg)
Het netwerkstuurprogramma heeft de netwerkadapter niet herkend.
Oorzaak
De netwerkadapter is uitgeschakeld.
Verkeerd netwerkstuurprogramma.
Het netwerkverbindingslampje knippert nooit.
OPMERKING: Dit lampje behoort te knipperen wanneer er netwerkactiviteit plaatsvindt.
Oorzaak
Er wordt geen actief netwerk herkend.
De netwerkadapter is niet goed geïnstalleerd.
De netwerkadapter is uitgeschakeld.
Netwerkstuurprogramma is niet goed geladen.
Het systeem detecteert het netwerk niet automatisch (geen
autosensing).
Diagnoseprogramma meldt een storing.
Oorzaak
De kabel is niet goed aangesloten.
De kabel is aangesloten op de verkeerde connector.
Er is een probleem met de kabel of een apparaat aan het
andere uiteinde van de kabel.
De netwerkadapter is defect.
36
Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Oplossing
1.
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel
de netwerkadapter in via Advanced (Geavanceerd) >
Onboard LAN (LAN op de systeemkaart).
2.
Schakel de netwerkcontroller in het besturingssysteem in
via Apparaatbeheer.
Raadpleeg de documentatie bij de netwerkadapter voor
informatie over het juiste stuurprogramma of download het
nieuwste stuurprogramma van de website van de fabrikant.
Oplossing
Controleer of de kabels en de netwerkapparatuur goed zijn
aangesloten.
Controleer voor de verbinding de aparaatstatus in Windows,
bijvoorbeeld via de geladen stuurprogramma's in
Apparaatbeheer en via Netwerkverbindingen.
1.
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel
de netwerkadapter in via Advanced (Geavanceerd) >
Onboard LAN (LAN op de systeemkaart).
2.
Schakel de netwerkcontroller in het besturingssysteem in
via Apparaatbeheer.
Installeer de netwerkstuurprogramma's opnieuw.
Schakel de mogelijkheden voor autosensing uit en kies zelf de
juiste werkstand.
Oplossing
Sluit de kabel goed aan op de netwerkconnector en sluit het
andere eind van de kabel goed aan op de juiste eenheid.
Controleer of de kabel op de juiste connector is aangesloten.
Controleer of de kabel en de eenheid aan het andere uiteinde
van de kabel goed werken.
Neem contact op met een Business of Service Partner.
NLWW