Configuratie netwerkverbinding
OPMERKING:
als u deze printer in een Linux-omgeving wilt gebruiken, dient u een Linux-stuurprogramma te installeren. Zie
"De printerstuurprogramma's op Linux-computers installeren (CUPS)" voor meer informatie over de installatie en het gebruik
daarvan.
Configuratie netwerkprinter op een lokaal netwerk
Voor het installeren van PCL-, PS- en Fax-printerstuurprogramma
1 Klik in het venster voor Dell printerinstallatie op Printerdriver en software installeren om de installatie te starten.
2 Selecteer Netwerkinstallatie en klik op Volgende.
3 Selecteer Lokale installatie en klik op Volgende.
4 Selecteer de printer die u wilt installeren uit de printerlijst en klik op Volgende. Als de printer van uw keuze niet in
de lijst staat vermeld, vernieuwt u de lijst door op Vernieuwen te klikken of u klikt u op Printer toevoegen zodat u
zelf een printer aan de lijst kunt toevoegen. Op dit punt kunt u het IP-adres en de poortnaam invoeren.
Als u deze printer hebt geïnstalleerd op de servercomputer, schakelt u het keuzevakje Ik ben deze printer aan het
installeren op de server in.
OPMERKING:
bij gebruik van AutoIP verschijnt
geldig IP-adres hebt ingevoerd.
OPMERKING:
in deze stap wordt in sommige gevallen
Windows Vista, Windows Vista 64-bit Edition, Windows Server 2008, Windows Server 2008 64-bit Edition, Windows Server
2008 R2, Windows 7, Windows 7 64-bit Edition, Windows 8, Windows 8 64-bit Edition, Windows Server 2012 gebruikt. In dat
Blokkering opheffen
geval selecteert u
door met de procedure.
5 Kies de printerinstellingen en klik op Volgende.
Voer de printernaam in.
a
Als u de printer als standaardprinter wilt instellen, schakelt u het keuzevakje Stel deze printer in als de
b
standaardprinter in.
Wanneer u het faxstuurprogramma wilt installeren, schakelt u het keuzevakje Faxstuurprogramma in.
c
Wanneer u het PostScript Level3 Compatible-stuurprogramma wilt installeren, schakelt u het keuzevakje
PostScript Level3 Compatible-stuurprogramma in.
Als u wilt dat andere gebruikers van dit netwerk de printer kunnen gebruiken, vinkt u het selectievakje
d
Geavanceerd aan en selecteert u Deel deze printer met andere computers op het netwerk en voert u een voor
iedereen te herkennen naam voor de printer in.
Wanneer u het in kleur afdrukken wilt beperken moet u de desbetreffende Dell™ ColorTrack-optie selecteren.
e
Voer het wachtwoord in wanneer de optie Kleur - wachtwoord ingesteld is geselecteerd voor Dell ColorTrack.
6 Selecteer de software en de documentatie die u wilt installeren en klik op Installeren. Als u de
installatiebestemming wilt wijzigen, klikt u op Bladeren en geeft u een nieuwe locatie op.
7 Indien u akkoord gaat met de voorwaarden van de Kennisgeving informatie betreft milieu, vinkt u het
selectievakje 2-zijdig afdrukken aan en klikt u op Installeren om de installatie verder te zetten.
8 Klik op Voltooien en sluit het wizard-hulpprogramma af wanneer het scherm Gereed om af te drukken! verschijnt.
Als u de installatie wilt controleren, klikt u op Testpagina afdrukken voordat u op Voltooien klikt.
in het installatieprogramma. U kunt pas verder als u een
0.0.0.0
Windowsbeveiligingswaarschuwing
(Toegang toestaan voor Windows Server 2008 R2 en Windows 7) en u gaat daarna
De printerstuurprogramma's op Windows
weergegeven wanneer u
®
83
-computers installeren