Probleem
De printer verstuurt geen faxen.
De inkomende fax bevat blanco ruimtes of
wordt met slechte kwaliteit ontvangen.
Sommige woorden op een inkomende fax
zijn uitgerekt.
Er staan lijnen op de documenten die u
verstuurt.
De printer kiest een nummer, maar de
verbinding met een ander faxapparaat
mislukt.
Er worden geen documenten in het
geheugen opgeslagen.
Er verschijnen blanco gebieden onderaan
elke pagina of op andere pagina's, met een
kleine streep tekst aan de bovenkant.
De printer stuur of ontvangt geen faxen.
Er treedt vaak een fout op tijdens de
verzending of ontvangst van een fax.
De printer ontvangt faxen, maar drukt niet
af.
574
Handleiding Problemen oplossen
Oplossing
Op het display moet
Controleer of het andere faxapparaat waar u een fax naartoe wilt sturen, uw fax
kan ontvangen.
Controleer of het kiestype Toon of Puls is.
Controleer of het document in de DADF of op de glasplaat is geplaatst.
Stel een diagnose van de faxverbinding. Zie "Diagnose van de faxverbinding".
Controleer uw printer door een kopie te maken.
De tonercassette is mogelijk leeg. Tonercassette vervangen. Zie "Tonercassettes
vervangen".
Een telefoonlijn met veel ruis kan fouten in de lijn tot gevolg hebben. Stel de
snelheid van het faxmodem in op een lagere waarde.
Het faxapparaat dat de fax naar u verstuurt, is mogelijk defect.
Op het faxapparaat dat u de fax verstuurt, is een tijdelijke documentstoring
opgetreden.
Controleer de document-glasplaat en de DADF-glasplaat op vlekken en maak ze
schoon. Zie "De scanner reinigen".
Het andere faxapparaat is mogelijk uitgeschakeld, het papier van het apparaat is op
of het apparaat accepteert geen inkomende oproepen. Spreek met de operator van
het andere apparaat en vraag hem/haar het probleem op te lossen.
Er is mogelijk niet voldoende geheugen om het document op te slaan. Als het
bericht
MFP-geheugen vol
die u niet langer nodig heeft uit het geheugen en probeert dit document opnieuw
op te slaan, of u wacht totdat de taak die wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld een
faxverzending of faxontvangst) is voltooid.
U hebt mogelijk verkeerde papierinstellingen in de instelling voor de
gebruikersopties gekozen. Zie "Afdrukmediarichtlijnen".
Controleer of de landencode correct is ingesteld. Druk op de knop
(Informatie) en tik op het tabblad
→
→
Faxinstellingen
Controleer of het kiestype Toon of Puls is.
Controleer of de kabels goed zijn aangesloten.
Als het snoer van de telefoonlijn op de printer is aangesloten via een apparaat zoals
een antwoordapparaat en een computer, verwijdert u het apparaat en sluit u het
telefoonsnoer rechtstreeks op de printer aan.
Controleer of de
Junk Fax-instelling
Verlaag de modemsnelheid. Druk op de knop
→ tik op
tabblad
Extra
Beheerinstellingen
→
Faxinstellingen
Standaardinstellingen verzending
→
.
Modemsnelheid
Controleer het tonerpeil.
Controleer of er papier in de papierlade is geplaatst.
Controleer of
Doorgestuurde fax
Controleer of de printer in de Veilige ontvangst staat. Indien deze modus is
uitgeschakeld, moet u het juiste wachtwoord invoeren of deze modus inschakelen
om de faxen uit het geheugen af te drukken.
Fax verzenden worden weergegeven.
wordt weergegeven, verwijdert u documenten
→ tik op
Extra
Beheerinstellingen
Faxlijninstellingen
op
Uit
staat.
(Informatie) en tik op het
→
op
Uit
staat.
→
Land
.