Uitgestelde nieuwe verzending
Toon/puls
Voorkiezen
Voorkiesnummer
Faxvoorpagina
*1
Naam faxkoptekst
ECM
Modemsnelheid
Handm. faxontvangers weergeven
Faxactiviteit
Faxverzending
Faxrondzending
Faxprotocol
*1
Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer de optie Land is ingesteld op Verenigde Staten.
Paneeltaal
Toepassing:
Geeft de faxinstellingen van de printer weer.
Waarden:
Paneeltaal
Printeronderhoud
Het tabblad Printeronderhoud bevat tevens de pagina's Systeeminstellingen - Algemeen, Systeeminstellingen -
Timers, Systeeminstellingen - Uitvoerinstellingen, Serviceprogramma's, Ladebeheer, Paneeltaal, TCP/IP-
instellingen, Netwerkinstellingen, Standaardwaarden kopiëren., Standaardwaarden scannen, Standaardwaarden
faxen, Standaard instellingen voor afdrukken van USB en Faxinstellingen.
Systeeminstellingen - Algemeen
Toepassing:
Om het stroomvoorzieningsbeheer van de printer, de datum en tijd, mm/inch-instelling, waarschuwingstonen,
automatisch afdrukken van de takenlog en de instelling van het aanvullende geheugen te kunnen configureren.
Geeft de interval tussen overdrachtspogingen weer.
Geeft weer of er gebruik gemaakt wordt van kiezen met tonen of pulsen.
Geeft weer of er een voorkiesnummer gedraaid moet worden.
Geeft een voorkiesnummer weer. Dit nummer wordt gedraaid voordat eventuele
automatische nummers worden gedraaid. Dit is nuttig voor toegang tot de PABX-
telefooncentrale.
Geeft weer of er een schutblad bevestigd moet worden aan faxen.
Geeft weer of de informatie van de afzender in de koptekst van een fax afgedrukt
moet worden.
Geeft weer of de foutcorrectiemodus (ECM) is ingeschakeld.
Geeft de snelheid weer van de faxmodem wanneer er fouten optreden bij het
verzenden of ontvangen van een fax.
Geeft weer of het faxnummer van de ontvanger moet worden weergegeven op het
scherm Fax verzenden wanneer u een fax handmatig verstuurt.
Geeft weer of er na elke 50 binnenkomende en uitgaande faxberichten een
automatisch activiteitenrapport moet worden afgedrukt.
Geeft weer of er na elk faxbericht of uitsluitend na een foutbericht een
verzendingsrapport moet worden afgedrukt.
Geeft weer of er na elk faxbericht aan meerdere bestemmingen of uitsluitend na
een foutbericht een verzendingsrapport moet worden afgedrukt.
Geeft weer of er na elk faxbericht of uitsluitend na een foutbericht een protocol-
monitorrapport moet worden afgedrukt.
Geeft de taal weer die wordt gebruikt op het scherm van het touch-paneel.
Begrip van de Werkset-menu's
199