Waarschuwingstoon
Papier op toon
Toon Toner is bijna op
Toon Automatisch wissen
Toon NFC-verificatie
Alle tonen
Waarsch.bericht toner
bijna op
Actief wanneer van haak
Auto logafdruk
RAM-schijf
Paneeltaal
Maximale e-mailgrootte
Auto opn. instellen
Time-out storing
Standaard papierformaat
ID afdrukken
Tekst afdrukken
Invoegpositie
scheidingspagina
Lade voor
scheidingspagina
Vervangende lade
Briefhfd. dubbelzijdig
Overschakelen
A4<>Letter
130
Dell™ Printer Configuration Web Tool
Geeft het volume van de toon weer die klinkt als een probleem
optreedt. Uit duidt aan dat de toon is uitgeschakeld.
Geeft het volume van de toon weer die aangeeft dat er weinig papier in
de printer zit. Uit duidt aan dat de toon is uitgeschakeld.
Geeft het volume van de toon weer die aangeeft dat de toner bijna op
is. Uit duidt aan dat de toon is uitgeschakeld.
Geeft het volume van de toon weer die klinkt 5 seconden voordat de
printer Automatisch wissen uitvoert. Uit duidt aan dat de toon is
uitgeschakeld.
Geeft het volume weer van de toon die klinkt wanneer een NFC-kaart
ter verificatie in de NFC-lezer wordt geplaatst. Uit duidt aan dat de
toon is uitgeschakeld.
Geeft het volume van de waarschuwingstonen weer. Uit geeft aan dat
alle tonen zijn uitgeschakeld.
Geeft weer of een bericht wordt weergegeven als de toner bijna op is.
Geeft aan of ontwaakt moet worden vanuit de Slaapstand of Versterkte
slaapstand wanneer de hoorn van de externe telefoon wordt opgepakt.
Geeft weer of er na elke 20 opdrachten automatisch een geschiedenis
moet worden afgedrukt.
Geeft aan of er RAM moet worden toegewezen aan het
bestandssysteem voor de functies Veilige afdruk, proefafdruk,
Persoonlijk postvak afdrukken en Openbaar postvak afdrukken.
Geeft de taal weer die wordt gebruikt op het touch-paneel.
Geeft de maximale grootte weer van een te versturen e-mail.
Geeft aan hoe lang het duurt tot de printer automatisch de instellingen
herstelt naar de fabriekswaarden, als er geen verdere wijzigingen worden
aangebracht.
Geeft weer hoe lang verstrijkt voordat de printer een taak die niet goed
wordt afgerond, beëindigt.
Geeft de standaard papiergrootte voor het afdrukken weer.
Geeft weer op welke plaats een gebruikers-ID op het afgedrukte papier
wordt gezet.
Geeft weer of de printer PDL-gegevens (Page Description Language -
Pagina-beschrijvingstaal), die de printer niet ondersteunt, als tekst
afdrukt wanneer de printer die ontvangt.
Geeft weer waar een voorblad moet worden ingevoegd in de
papieruitvoer.
Geeft de lade weer waarin een scheidingspagina moet worden
ingevoegd.
Geeft weer of een ander papierformaat mag worden gebruikt als het
papier in de opgegeven lade niet overeenkomt met de
papierformaatinstellingen voor de huidige taak.
Geeft weer of een briefhoofd op beide zijden moet worden bedrukt.
Geeft aan of de taken voor afdrukken op A4-formaat A4 op papier van
het Letter-formaat mogen worden afgedrukt wanneer geen A4-formaat
in de papierladen beschikbaar is en visa versa (taken voor afdrukken op
papier van het Letter- op A4-formaat).