De pagina Serveradres verschijnt.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Vul de velden als volgt in:
(1) Naam
(2) Server-type
(3) Serveradres
(4) Gedeelde naam
(5) Serverpad
(6) Server-poortnummer
(7) Inlognaam
Voer een beschrijvende naam in die u wilt laten weergeven in het serveradresboek.
Selecteer FTP als u uw documenten opslaat op een FTP-server.
Selecteer SMB als u uw documenten opslaat in een gedeelde map op uw computer.
Voer de naam in van een FTP-server die u hebt gedeeld of een servernaam of het IP-adres van uw
computer.
• Voor FTP:
Servernaam: mijnhost.voorbeeld.com
(mijnhost: hostnaam, voorbeeld.com: domeinnaam)
IP-adres: 192.168.1.100
• Voor SMB:
Servernaam: mijnhost
IP-adres: 192.168.1.100
Voer de naam in van de gedeelde map op de ontvangende computer. Alleen voor SMB.
• Voor SMB: bv. delen, deelmap
Voer het pad in van de submap waar u het gescande document wilt opslaan. Controleer of het pad
van de submap al is aangemaakt in de gedeelde map of op de FTP-server.
• Voor FTP: bv. pub, pub/delen
• Voor SMB: bv. financiën, financiën\Peter, financiën\Peter\Sales
Voer het poortnummer van de server in. Als u niet zeker weet wat het nummer is, kunt u voor FTP
de standaard waarde 21 invoeren of 139 voor SMB.
Beschikbare poorten zijn:
FTP: 21, 5000 - 65535
SMB: 139, 445, 5000 - 65535
Voer de naam van de gebruikersaccount in om toegang te verlenen tot een gedeelde map op uw
computer of tot een FTP-server.
• Voor FTP: neem contact op met de systeembeheerder.
• Voor SMB: de aanmeldingsnaam voor Windows die u in procedure 1 hebt opgegeven.
369
Scannen