Inhoudsopgave
Advertenties
LEROY-SOMER
4.3.8 -
Inbedrijfstelling (vervolg
Legenda: RO (read-only) = parameter in leesmodus; R-W (read-write) = parameter in lees-schrijfmodus.
= vectorbesturing met open lus;
4.3.8.1 - Selectie van de besturingsmodus
Parameter
Aanduiding
25
Werkingsmodus
• Indien 25 = oP.LP: Open lus
Parameter
Aanduiding
26
Modus met open lus
27 en 28 Niet gebruikt
• Indien 26 = UtoF
29
Boost
30
Dynamische U/F
31 tot 35 Niet gebruikt
• Indien 26 = r.run, r.no, r.FSt, r.On of SqrE
29 en 30 Niet gebruikt
Proportionele versterking
31
stroomlus
Integrale versterking
32
stroomlus
33 tot 35 Niet gebruikt
Indien 25 = cL.LP:
•
gesloten lus of
Parameter
Aanduiding
26
Type sensor
27
Aantal punten/omwenteling
28
Filter terugkoppeling sensor
Proportionele versterking
29
snelheidslus Kp1
Integrale versterking
30
snelheidslus Ki1
Proportionele versterking
31
stroomlus
32
Integrale versterking stroomlus
33
By-pass curven
34 en 35 Niet gebruikt
4.3.8.2 - Selectie en parameterinstelling van de rembesturing
Parameter
Aanduiding
36
Validatie rembesturing
• Voor hulp bij de inbedrijfstelling, zie § 4.5 op pagina 61.
• Voor gedetailleerde uitleg over alle parameters, zie § 4.4 op pagina 49.
* Door de instelling van 36 op rEL gaat de parameter 05 naar "OPEn" (parameterinstelling open). Dit kan leiden tot een wijziging
van het bekabelingsschema van de geselecteerde vooringestelde configuratie.
46
INSTALLATIE EN INBEDRIJFSTELLING
PROXIDRIVE
Frequentieregelaar IP66/Nema 4X
INBEDRIJFSTELLING
)
= vectorbesturing met gesloten l sloten lus.
Adres Type
11.31 R-W
Adres Type
5.14
R-W
5.15
R-W
5.13
R-W
4.13
R-W
4.14
R-W
SruO: servo
Adres Type
• Indien 25 = oP.LP
3.38
R-W
• Indien 25 = SruO:
3.34
R-W
3.42
R-W
3.10
R-W
3.11
R-W
4.13
R-W
4.14
R-W
2.02
R-W
Adres Type
12.41 R-W
Instelling
oP.LP: besturing met open lus;
oP.LP
cL.LP: besturing in vectormodus met gesloten lus;
SruO: besturing van een servomotor.
Instelling
r.run: meting statorweerstand en spanningsoffset bij elk
startcommando; r.no: geen meting;
UtoF: modus U/F; r.FSt: equivalent met modus r.no;
r-FSt
r.On: equivalent met modus r.run na de eerste start;
SqrE: kwadratische karakteristiek spanning/ frequentie.
0
0 tot 25,0 % di (08)
Lin: vaste U/F- verhouding; ;
Lin
dyn: dynamische U/F-karakteristiek (hangt af van de belast-
ing).
20
0 tot 999
40
0 tot 250
Instelling
Incr.: incrementele encoder in kwadratuur;
Fd: incrementele encoder frequentie/richting;
of cL.LP: Incr.
Fr: incrementele encoder voorwaarts/achterwaarts;
CoMM: incrementele encoder met commutatiekanalen;
haLL: sensor met Hall-effect; tyP1 tot tyP4: zonder
CoMM
sensor modus 1 tot 4.
1024 pts
0 tot 32000 pts
0 tot 10,0
3,0
200
0 tot 32000
100
0 tot 32000
20
0 tot 999
40
0 tot 250
raMP
raMP of no
Instelling
dis: rembesturing gedevalideerd;
COnt: rembesturing gevalideerd op Px-Brake:
dis (*)
Contactor; rEI: rembesturing gevalideerd op het relais;
USEr: rembesturing gevalideerd in vrije toewijzing.
3739 nl - 12.2008 / e
Instelbereik
Instelbereik
Instelbereik
Instelbereik
Advertenties
Inhoudsopgave
