Inhoudsopgave
Advertenties
Technische gegevens
Type
UA-611
Meetmethode
Oscillometrische meting
Bloeddruk
Systolische druk : 60 - 279 mmHg
Meetbereik druk
Diastolische druk: 40 - 200 mmHg
Bloeddruk: ±3 mmHG
Nauwkeurigheid druk
Pols: ±5%
Elektrische voeding
4 x 1,5V batterijen (R6P, LR6 of AA)
Ongeveer 200 metingen, wanneer AAA alkaline batterijen zijn gebruikt
Aantal metingen
met een drukwaarde van 180 mmHg bij kamertemperatuur van 23⁰C.
Classificatie
Intern aangedreven ME apparatuur (Continue bedrijfsmodus).
Apparaat: 5 jaar (wanneer het apparaat zes keer per dag wordt
gebruikt).
Levensduur
Manchet 2 jaar (wanneer het apparaat zes keer per dag wordt ge-
Klinische test
Overeenkomstig ANSI/AAMI SP-10 1992
EMC-richtlijn
IEC 60601-1-2: 2007
Foutmeldingen / problemen
Probleem
Mogelijke oorzaak
Er verschijnt niets op de display,
De batterijen zijn leeg.
De batterijen zijn niet juist geplaatst
ook al staat het apparaat aan.
Het voltage van de batterijen is te laag.
De manchet wordt niet
(Lege batterij-indicator) knippert.
(Als de batterijen helemaal leeg zijn zal
opgepompt.
er geen indicator oplichten).
De manchet is niet juist bevestigd.
U heeft gedurende de meting uw arm of
lichaam bewogen.
Het apparaat doet geen meting.
De waarden zij te laag of te
De positie van de manchet is niet juist.
hoog.
-
: 0 - 299 mmHg
24
Advies
Vervang alle batterijen door nieuwe.
Plaats de batterijen opnieuw en zorg
ervoor dat de polariteiten (+) en (-)
juist geplaatst zijn.
Vervang alle batterijen door nieuwe.
Plaats de manchet correct rond uw
pols.
Zorg ervoor gedurende de meting heel
stil te blijven zitten.
Zorg ervoor dat u ontspannen en
comfortabel zit. Houd uw arm op
dezelfde hoogte als uw hart.
Als u een zeer zwakke of onregelmati-
ge hartslag heeft, kan het apparaat
mogelijk uw bloeddruk niet goed
vaststellen.
22
Manchet voor
grote maat
volwassenen
Goede pasvorm
Manchet voor volwassenen
4. De manchet aanbrengen.
1. Wikkel de manchet rond de bovenarm, ongeveer
1-2 cm boven de binnenkant van de elleboog,
zoals afgebeeld.
Plaats de manchet rechtstreeks op de huid.
Kleding kan een zwakke bloeddrukmeting
veroorzaken en resulteren in een meetfout.
2. Vernauwing van de bovenarm veroorzaakt door
strak oprollen van een hemdsmouw kan tot
onnauwkeurige metingen leiden.
3. Controleer of de index
binnen de grenzen valt.
Metingen
5. Normale meting
1. Plaats de manchet op de arm (bij voorkeur de linkerarm). Praat
en beweeg niet tijdens de meting.
2. Druk op de START-knop. Op de display worden alle segmenten
getoond. De nul (0) knippert kort. Zodra de meting begint,
verandert het scherm. De manchet wordt opgepompt. Het is
normaal dat de manchet erg strak aanvoelt. De drukmeter-
indicator wordt tijdens het oppompen aan de linkerkant van het
scherm weergegeven.
Opmerking: als u op enig moment het oppompen wilt stoppen,
drukt u weer op de START-knop.
3. Als het oppompen is afgerond begint automatisch het leeg-
lopen en het
(hart symbool) knippert om aan te geven dat
de meting aan de gang is. Zodra de hartslag is gedetecteerd,
knippert het symbool bij elke hartslag.
Opmerking: Indien de juiste druk niet wordt verkregen begint
het apparaat automatisch opnieuw op te pompen.
4. Als de meting voltooid is, worden de systolische en diastolische
drukwaarden en de hartslag, getoond. De manchet blaast de
resterende lucht uit en loopt volledig leeg.
5. Druk nogmaals op de START-knop om het apparaat uit te
schakelen. Het apparaat schakelt automatisch na 3 minuten uit.
Verwijder de manchet.
Rol het overhemd niet strak op
Manchet
1—2 cm
Slagader positiemarkering
Maak de klittenbandsluiting stevig
Luchtslang
13
Index
en buitengrenzen bereik
Harthoogte
Druk op de START-knop
Alle segmenten worden
getoond op het display
Nul (0) afgebeeld bij
start
Druk opbouwen
Meting aan de gang
Systolische druk
Diastolische druk
WHO-classificatie
Hartslag
Blaast lucht automatisch uit
15
Schakel uit met de START-knop
Advertenties
Inhoudsopgave
