Wat kunt u doen bij een te hoge bloeddruk?
Een te hoge bloeddruk kan verschillende oorzaken hebben. Het is altijd verstandig hierover een arts te raadplegen.
Naast het advies van uw arts, kunt u zelf ook extra maatregelen nemen:
Eetgewoonten:
•
Streef naar een normaal gewicht, verminder eventueel overgewicht
•
Gebruik niet te veel zout
•
Vermijd voeding met veel vet
Bestaande ziektes (zoals bijv. Diabetes of Artritis):
•
Volg altijd het advies van uw arts op
•
Gebruik uw eventuele medicijnen nauwkeurig volgens voorschrift
•
Controleer regelmatig zelf uw bloeddruk om tijdig veranderingen vast te stellen
Leefgewoonten:
•
Stop volledig met roken
•
Beperk het gebruik van alcohol
•
Matig uw cafeïne gebruik (koffie)
Lichaamsbeweging:
•
Doe regelmatig aan sport (na medische controle door uw arts)
•
Kies sporten die uithoudingsvermogen vergen, vermijd krachtsporten
•
Ga niet over de grens van uw eigen capaciteit
•
Indien u ouder bent dan 40 jaar, raadpleeg eerst een arts voor advies over welke sport voor u het beste
geschikt is
•
tijd, in vergelijkbare omstandigheden te meten, bijv. altijd één uur na de maaltijd.
Aanvullende informatie over bloeddruk
en bloeddruk meten
De bloeddruk
De bloeddruk geeft aan hoeveel inspanning het hart moet leveren om het lichaam en alle organen van voldoende
bloed te voorzien. Dit wordt bepaald in een speciaal deel van de hersenen: het cardiovasculier centrum. Dit centrum
krijgt reacties van het lichaam (hart en bloedvaten) door via het zenuwstelsel. Het hart, de bloedvaten en de spiertjes
in de wanden van de bloedvaten regelen de bloeddruk. De kracht en ritme van het hart en de wijdte van de bloedvaten
zijn dus belangrijk.
De bloeddruk bestaat uit 2 waarden:
Systolische waarde: ook wel bovendruk genoemd. Deze hoogste waarde ontstaat wanneer het hart samentrekt en het
bloed in de bloedvaten pompt.
Diastolische waarde: ook wel onderdruk genoemd. Deze laagste waarde ontstaat wanneer de hartspier in rust is en
zich weer met bloed vult.
De systolische en diastolische waarden hebben een wisselwerking en zijn zeer belangrijk voor de gezondheid.
28
26
Symbolen die op de display verschijnen
Symbolen
Functie / betekenis
Indicatie tijdens de meting. Knippert als de hartslag wordt gemeten.
Indicator voor onregelmatige hartslag (IHB). Indicator geeft gedurende
de meting onregelmatige hartslagen of overmatige lichaamsbeweging
aan.
Voorgaande metingen opgeslagen in het GEHEUGEN.
Batterijcapaciteitsindicator tijdens de meting.
De batterij is vrijwel leeg als de indicator knippert.
Onstabiele bloeddruk door bewegingen tijdens de meting.
De systolische en diastolische waarden verschillen minder dan
10 mmHg van elkaar.
De drukwaarde nam gedurende het oppompen niet toe.
De manchet is niet goed bevestigd.
De hartslag wordt niet juist gemeten.
Gebruik van de bloeddrukmeter
1. Installeren/verwisselen van de batterijen.
1. Schuif ket klepje van het batterijcompartiment open en neem het klepje
eraf.
2. Doe twee AA/LR03-batterijen in het compartiment. Zorg ervoor dat de
polariteiten (+) en (-) juist geplaatst zijn (Zie indicaties op de manchet).
3. Schuif het klepje van het batterijcompartiment weer in het apparaat.
Let op!
• Plaats de batterijen zoals is aangegeven. Het apparaat
werkt niet als u de batterijen anders plaatst.
• Als op het scherm
(indicator voor lege batterijen) begint te
knipperen dient u beide batterijen door nieuwe te vervangen. Gebruik
geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Daardoor wordt de
levensduur van de batterijen verkort of kan de werking van het apparaat
•
(indicator voor lege batterijen) verschijnt niet als de batterijen volledig leeg zijn.
• De levensduur van de batterijen is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en kan korter zijn bij lage
temperaturen.
• Over het algemeen gaan vier nieuwe R6P batterijen ongeveer 3 maanden mee wanneer er 2 keer per dag wordt
gemeten.
• Gebruik alleen R6P, LR6 of AA batterijen. De batterijen die bij het apparaat zijn geleverd, zijn bedoeld om het
apparaat te testen en kunnen een beperkte levensduur hebben.
• Verwijder de batterijen als het apparaat langere tijd niet gebruikt wordt. De batterijen kunnen lekken en een
storing veroorzaken.
Advies
-
-
-
-
Vervang alle batterijen
Doe de meting opnieuw.
Beweeg zo min mogelijk
gedurende de meting.
Bevestig de manchet op
correcte wijze en doe de
meting opnieuw.
9
11