Het BIOS configureren
Systeem-setup
Met de opties van Systeem-setup kunt u:
•
De systeemconfiguratiegegevens wijzigen nadat u hardware hebt
toegevoegd, gewijzigd of verwijderd;
•
Een door de gebruiker te selecteren optie instellen of wijzigen;
•
De huidige hoeveelheid geheugen raadplegen of het type van de
geïnstalleerde vaste schijf instellen.
Voordat u gebruikmaakt van het systeemsetupprogramma, wordt u aangeraden
om de informatie in het scherm van het systeemsetupprogramma te noteren voor
later.
WAARSCHUWING: U mag de instellingen van het systeemsetupprogramma
alleen wijzigen als u een ervaren computergebruiker bent. Bepaalde
wijzigingen kunnen ertoe leiden dat uw computer niet langer naar
behoren functioneert.
HOOFDSTUK 4: UW NOTEBOOK GEBRUIKEN
Systeemsetup openen
1.
Start (of herstart) uw notebook.
2.
Terwijl het notebook opstart, drukt u onmiddellijk op <F2> om het BIOS-
setupprogramma te openen. Als er tijdens de POST (Power On Self Test -
zelftest bij opstarten) een fout optreedt, kunt u het BIOS-setupprogramma
ook starten door desgevraagd op <F2> te drukken.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem
verschijnt,
moet
u
blijven
wachten
Microsoft
®
Windows
®
wordt weergegeven. Zet vervolgens de computer uit
en probeer het opnieuw.
OPMERKING: Als een toets gedurende lange tijd wordt ingedrukt, kan dit
leiden tot een storing van het toetsenbord. Om een storing van het
toetsenbord te voorkomen, moet u in gelijkmatige intervallen op <F2>
drukken totdat het hoofdmenu van het systeemsetupprogramma verschijnt.
De schermen van Systeem-setup
Het venster van het BIOS-setupprogramma geeft huidige of veranderbare
configuratiegegevens voor uw notebook weer. De gegevens zijn verdeeld over vijf
menu' s : Main (hoofdmenu), Advanced (geavanceerd), Security (beveiliging), Boot
(opstarten) en Exit (afsluiten).
Onderaan het scherm van het setupprogramma staan functietoetsen en hun
werking binnen het actieve veld.
tot
het
bureaublad
van
028
/
028