Zorg dat de bovenste klep van de documentinvoer gesloten is.
●
Misschien zijn de pagina's niet goed geplaatst. Leg de pagina's recht en stel de papiergeleiders in om de
●
stapel te centreren.
De papiergeleiders werken goed als ze tegen beide zijden van de papierstapel zijn geschoven. Controleer
●
of de papierstapel recht ligt en de geleiders tegen de stapel zijn geplaatst.
De documentinvoer of de uitvoerbak bevat mogelijk meer dan het maximum aantal pagina's. Zorg ervoor
●
dat de papierstapel onder de geleiders in de invoerlade past en verwijder pagina's uit de uitvoerbak.
Controleer of zich geen stukken papier, nietjes, paperclips of andere ongerechtigdheden in de papierbaan
●
bevinden.
Reinig de rollen van de documentinvoer en het scheidingskussen. Gebruik hiervoor perslucht of een schone,
●
pluisvrije doek die is bevochtigd met warm water. Als papier nog steeds verkeerd wordt ingevoerd,
vervangt u de doorvoerrollen.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop
●
de documentinvoerkit en vervang deze indien nodig.
Papierstoringen voorkomen
Probeer de volgende oplossingen om papierstoringen te voorkomen.
1.
Gebruik uitsluitend papier dat voldoet aan de specificaties van HP voor dit apparaat.
2.
Gebruik geen papier dat is gekreukeld, gevouwen of beschadigd. Gebruik indien nodig papier uit een ander
pak.
3.
Gebruik geen papier waarop al eerder is afgedrukt of gekopieerd.
4.
Controleer of de lade niet te vol is. Als dit wel het geval is, dient u de gehele stapel papier uit de lade te
verwijderen, de stapel recht te leggen en een deel van de stapel papier terug te plaatsen in de lade.
5.
Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de geleiders
tegen de stapel papier aan zonder het papier te buigen.
6.
Plaats de lade goed in het apparaat.
7.
Gebruik de handmatige invoer wanneer u afdrukt op zwaar of geperforeerd papier, of papier met reliëf en
voer de vellen een voor een in.
8.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop
ingesteld voor de papiersoort en het papierformaat.
9.
Zorg ervoor dat de omgeving van de printer binnen de specificaties valt.
228 Hoofdstuk 10 Problemen oplossen
Benodigdheden
aan. Controleer de status van
Laden
aan. Controleer of de lade correct is
NLWW