Servicehandboek EDG 650.0
3.5
Instellen van het stomen
1.
Om de soort toebereiding te kiezen op toets
2.
Met de toetsen
3.
indrukken.
3.6
Instellen van de tijdautomatiek
1.
Drukken op toets
2.
Met de toetsen
3.
indrukken.
4.
Met de toetsen
5.
indrukken.
4.
Werkwijze van de stoomoven
4.1
Algemeen
In de oven bevindt zich een uitneembaar 1-liter-waterreservoir (1). Hieruit wordt het water af en toe met
een pomp (2) door een spuitkop (3) in de stoomruimte gepompt. Door contact met de verwarmde stoom-
generator wordt de waterdamp gevormd. Eerst zal de oven zich vullen met water en de temperatuur zal
tot 100 °C stijgen. De activering van de thermo-elektronica (6) sluit binnen 1,5 min. de klep (11) na aan-
vang van het stomen.
Als de eerste fase is bereikt, wordt de dampvorming verminderd om verliezen te compenseren maar ook
om de stoomruimte gevuld te houden.
Om condensvorming op koude plekken te vermijden bedekt een ca. 100 °C warme isolatiemat (5) van
buiten de stoomruimte.
Na het koken opent de thermo-activator (6) een klep waardoor de waterdamp met een ventilator (7) naar
buiten wordt afgevoerd.
Het apparaat wordt door een veiligheidsthermostaat (8) (170 °C) en door een reguleringssonde (9) be-
schermd tegen oververhitting.
Door 4 gaten in de klep wordt de atmosferische druk in de stoomruimte tijdens het koken gelijk gehou-
den.
Dit principe is dus niet vergelijkbaar met het systeem van een snelkookpan die met overdruk kookt. Zijn
voornaamste voordeel is dat kleur en smaak van het voedsel behouden blijven.
Uitsluitend voor intern gebruik
of
de kookduur instellen.
.
of
de kookduur instellen.
of
het kookeinde instellen.
voor koken of
voor ontdooien drukken.
9