4 4
Optionele handmatige bediening
Er kan optionele handmatige bediening
gespecificeerd zijn voor uw SI-aandrijving.
Voor alle SI-1-Q en SI-2-Q70 & Q80
(SI-2.1-Q70 & Q80) aandrijvingen is optio-
nele handmatige bediening voorzien met
een tandwielkast met handwielbediening
of een hydraulische handpomp.
Voor SI-2-Q110 tot Q130 (SI-2.1-Q110 tot
Q130) aandrijvingen is optionele handmatige
bediening voorzien door een hydraulische
handpomp.
Voor alle SI-1-L en SI-2-L (SI-2.1L) aandrij-
vingen is optionele handmatige bediening
voorzien door een hydraulische handpomp.
WAARSCHUWING:
handmatige bediening mag alleen
worden gebruikt als er geen
voeding wordt geleverd aan
de aandrijving.
Tandwielkastbediening
Voor Fail-closed aandrijvingen (veer werkt
met de klok mee als de aandrijving van
bovenaf wordt gezien) dan moet het
handwiel tegen de klok in worden
gedraaid om de aandrijving te openen.
Zorg ervoor dat het handwiel volledig met
de klok mee is gedraaid voordat u de
voeding naar de aandrijving terug
inschakelt.
Voor Fail-open aandrijvingen (veer werkt
tegen de klok in als de aandrijving
van bovenaf wordt gezien), moet het hand-
wiel met de klok mee worden gedraaid om
de aandrijving te sluiten. Zorg ervoor dat het
handwiel volledig tegen de klok in is
gedraaid voordat u de voeding naar
de aandrijving terug inschakelt.
In de tandwielkast zijn mechanische eindbe-
grenzers geplaatst. Deze moeten worden
aangepast als de aandrijving geen volledige
slag kan uitvoeren.
WAARSCHUWING:
er mogen op de optionele handwiel-
bediening van de SI-aandrijvingen
geen extra hulpmiddelen worden
gebruikt als hefboom, zoals een wiels-
leutel, om meer kracht te kunnen
uitoefenen bij het bedienen van de
klep. Dit kan de klep en/of de aandrij-
ving beschadigen of ervoor zorgen dat
de klep komt vast te zitten in eindpo-
sitie of tegen een obstructie.
Er is op de tandwielkast ook een
vergrendeling geplaatst om het
te vergrendelen in de positie met
een hangslot. Het is aanbevolen
om een hangslot te plaatsen bij
aandrijvingen die worden gebruikt
in een ESD-applicatie.
Handpompbediening
Er wordt een 3-wegs kogelklep gebruikt
met 2 posities voor handmatige bediening
(zie label op kogelklep voor positie). Nadat
de kogelkraan op de handmatige positie is
gezet, kan vervolgens de handpomp worden
gebruikt om de aandrijving hydraulisch te
bedienen. Om de aandrijving te bedienen
met behulp van de veer, dient u de kleine
naaldklep aan de zijkant van de handpomp
open te draaien (tegen de klok in). Sluit de
naaldklep voordat u de handpomp opnieuw
gebruikt of voordat u terugkeert naar auto-
matische bediening.
Koppel de voeding af van de aandrijving
voordat u de handpomp gebruikt. Zet de
aandrijving terug in de fail-safe conditie
voordat u de voeding opnieuw aansluit
op de aandrijving.
WAARSCHUWING:
zie het specifieke label voor handma-
tige bediening geleverd bij de aandrij-
ving voor de correcte procedure.
Voor eenheden uitgerust met een
externe magneetklep is een extra
isoleerklep geplaatst in lijn met
de klep. Deze moet op "handmatig"
worden gezet voor handmatige
bediening.
Er is ook een isolatieklep geplaatst
voor "fail in position" aandrijvingen.
Deze moet op "handmatig" worden
gezet voor handmatige bediening.
Op elke kogelkraan is een
vergrendelmechanisme aangebracht
welke geschikt is om met een
hangslot in positie te vergrendelen.
Het is aanbevolen om een hangslot te
plaatsen bij aandrijvingen die worden
gebruikt in een ESD-applicatie.
7