Slijpen van grasmes en grasmaaiblad op pagina
in
73 en gebruik de aanbevolen vijlmal.
•
Controleer de snijuitrusting op beschadiging en
scheuren. Vervang de snijuitrusting indien deze
beschadigd is.
•
Gebruik snijuitrustingen alleen samen
met aanbevolen beschermkappen van de
snijuitrustingen. Raadpleeg
76 .
Trimmerkop
WAARSCHUWING:
voor dat de trimmerdraad strak en
gelijkmatig rond de trommel is gewikkeld om
schadelijke trillingen te voorkomen.
•
Gebruik alleen de aanbevolen snijuitrusting.
•
De lengte van de trimmerdraad is belangrijk. Een
langere draad vereist een groter motorvermogen dan
een korte, ook al is de diameter van de draad even
groot.
•
Verplaats de installatiepositie van de
trimmerbeschermkap niet.
•
Zorg ervoor dat het mes op de trimmerbeschermkap
niet beschadigd is. Dit mes snijdt trimmerdraad op
de juiste lengte.
•
Om de levensduur van de trimmerdraad te
verlengen, kunt u deze gedurende 2 dagen laten
weken voorafgaand aan gebruik.
Terugslag
•
Een terugslag is een plotselinge beweging van
het product naar de zijkant, naar voren of naar
achteren. Een terugslag vindt plaats wanneer het
grasmaaiblad een object raakt dat niet kan worden
gemaaid. Op plaatsen waar u moeilijk kunt zien wat
u maait, is er een groter risico op terugslag.
•
Bij een terugslag bestaat het risico dat het product
of de gebruiker uit zijn positie wordt gebracht. Een
1999 - 005 - 15.12.2023
Accessoires op pagina
Zorg er altijd
bewegend blad kan omstanders raken en er is kans
op letsel.
•
Gooi een blad dat verbogen is, scheuren vertoont of
gebroken of beschadigd is, weg.
•
Gebruik een scherp blad. Het risico op terugslag is
groter als het blad niet scherp is.
Brandstofveiligheid
WAARSCHUWING:
volgende waarschuwingen voordat u het
product gaat gebruiken.
•
Meng de brandstof niet binnenshuis of in de buurt
van een warmtebron.
•
Start het product niet als er brandstof of motorolie op
het product aanwezig is. Verwijder de ongewenste
brandstof/olie en laat het product drogen. Verwijder
ongewenste brandstof van het product.
•
Als u brandstof op uw kleding morst, trek dan direct
andere kleding aan.
•
Zorg dat er geen brandstof op uw lichaam terecht
komt, dit kan letsel veroorzaken. Als er brandstof op
uw lichaam terecht komt, verwijder deze dan met
water en zeep.
•
Start de motor niet als u brandstof op het product of
op uw lichaam hebt gemorst.
•
Start het product niet als er sprake is van een
motorlekkage. Controleer de motor regelmatig op
lekkage.
•
Wees voorzichtig met brandstof. Brandstof is licht
ontvlambaar en de dampen zijn explosief. Ze kunnen
letsel veroorzaken of leiden tot de dood.
•
Adem geen brandstofdampen in, dit kan letsel
veroorzaken. Zorg voor voldoende ventilatie.
•
Rook niet in de buurt van de brandstof of de motor.
•
Plaats geen warme voorwerpen in de buurt van de
brandstof of de motor.
•
Vul geen brandstof bij terwijl de motor is
ingeschakeld.
•
Zorg ervoor dat de motor koud is wanneer u
brandstof bijvult.
•
Draai de tankdop langzaam open en laat de druk
voorzichtig ontsnappen voordat u brandstof bijvult.
•
Zorg voor voldoende ventilatie bij het vullen met en
mengen van brandstof (benzine en tweetaktolie) of
het aftappen van de brandstoftank.
•
Brandstof en brandstofdampen zijn zeer
brandgevaarlijk en kunnen leiden tot ernstig letsel
bij inademing en contact met de huid. Wees daarom
voorzichtig wanneer u met brandstof werkt en zorg
voor voldoende ventilatie bij de brandstofhantering.
•
Draai de tankdop goed vast, zodat er geen brand
kan ontstaan.
•
Verplaats het product minstens 3 m (10 ft) van de
plaats waar u de brandstoftank hebt gevuld, voordat
u het product start.
•
Doe niet te veel brandstof in de brandstoftank.
Lees de
63