LPD op UNIX-systemen
Configuratie van afdrukwachtrijen voor op BSD gebaseerde systemen
Bewerk het bestand /etc/printcap zodat het de volgende regels bevat:
printer_name|short_printer_name:\
:lp=:\
:rm=node_name:\
:rp=remote_printer_name_argument:\ (dit kan elke gewenste wachtrijnaam zijn)
:lf=/usr/spool/lpd/error_log_filename:\
:sd=/usr/spool/lpd/printer_name:
waarbij printer_name de all-in-one aangeeft voor de gebruiker, node_name de all-in-one aangeeft
op het netwerk en remote_printer_name_argument de aanduiding van de afdrukwachtrij is.
Zie de pagina printcap man voor meer informatie over printcap.
Voorbeeld: vermelding voor printcap
lj1_raw|raw1:\
:lp=:\
:rm=laserjet1:\
:rp=raw:\
:lf=/usr/spool/lpd/lj1_raw.log:\
:sd=/usr/spool/lpd/lj1_raw:
Zorg dat de gebruikers de naam van elke all-in-one kennen, omdat zij deze namen moeten invoeren op
de opdrachtregel voor het afdrukken.
Maak de spooling-directory door het volgende in te voeren. Typ in de hoofddirectory:
mkdir /usr/spool/lpd
cd /usr/spool/lpd
mkdir printer_name_1 printer_name_2
chown daemon printer_name_1 printer_name_2
chgrp daemon printer_name_1 printer_name_2
chmod g+w printernaam_1 printernaam_2
waarbij printer_name_1 en printer_name_2 verwijzen naar de all-in-one-apparaten die worden
gespoold. U kunt diverse all-in-one-apparaten spoolen. In het volgende voorbeeld wordt de opdracht
weergegeven waarmee u spooling-directory's voor all-in-one-apparaten maakt die worden gebruikt voor
het afdrukken.
172
Hoofdstuk 9
Netwerkgebruik
NLWW