UITGAVE 02/2009
GEBRUIKSAANWIJZING
4.4
FUNCTIEBESCHRIJVING
4.4.1
OPBOUW VAN HET SPUITPISTOOL
A
J
I
H
K
L
Omschrijving
A
Ophanghaak
B
Vormluchtregelaar
C
Veerkap
D
Trekker
E
Trekkervergrendeling
F
Luchtaansluiting
G
Materiaalaansluiting
4.4.2
FUNCTIE VAN HET SPUITPISTOOL
Als de trekker (D) bij ontgrendelde arrêtering (E) wordt bediend, wordt eerst de luchtklep
geopend. Verstuiverlucht stromen via de luchtaansluiting (F) naar de luchtkap (I). De mate-
riaalklep opent pas, als de trekker ongeveer voor de helft is overgehaald. De luchthoeveel-
heid voor de verstuiving van de spuitstraal wordt van tevoren via de externe luchtregelaar
ingesteld. Het spuitbeeld kan met de vormluchtregelaar (B) worden veranderd.
Met de trekkervergrendeling (E) wordt het pistool beveiligd (hefboom in spuitrichting ge-
legd en in groef vastgezet).
BESTELNR. DOC394873
B_02697
B
C
E
D
M
F
N
G
Omschrijving
H
Schroef de wartelmoer met
spuitkopbescherming
I
Spuitkop / Luchtkap
J
Pistoolhuis
K
Filterhuis
L
Handgreep
M Draaigeleiding Lucht
N
Draaigeleiding Materiaal
AC 4600 Pro
15