Navn
Produkt
Version
Udfærdiget af:
7.3
Controle van veiligheidsfuncties
Belangrijk
Controleer de noodstoppen afzonderlijk. Stop het apparaat in geval van defecten
onmiddellijk en zorg dat het niet opnieuw kan starten.
7.3.1 Functietests
Testen van de veiligheidsfunctie
Interval: Wekelijks
1. Druk op de noodstop.
2. Controleer dat er een foutmelding wordt weergegeven op de programmeereenheid.
3. Reset het systeem op de programmeereenheid.
Testen van de robot
Interval: Jaarlijks
1. Houd Freedrive ingedrukt.
2. Controleer dat de robot zijn positie behoudt.
Testen van de Backdrive-functie
Interval: Jaarlijks
Als de robot bijna botst, kan de Backdrive-functie worden gebruikt om de robotarm naar
een veilige positie te bewegen, voordat deze wordt geïnitialiseerd.
1. Druk op ON (Aan) om de stroom in te schakelen, de status verandert naar inactief
(idle).
2. Houd Freedrive ingedrukt, de status verandert naar Backdrive.
3. Beweeg de robot zoals in Freedrive, de remmen van de gewrichten worden losgelaten
waar nodig, maar alleen zolang de Freedrive-knop is ingedrukt. De robot is 'zwaar' om
te bewegen.
4. Test alle gewrichten op deze manier.
Controleren van de veiligheidsinstellingen
Interval: Jaarlijks en in geval van storingen
1. Open een programma (zie de illustratie)
2. Controleer dat de veiligheidsinstellingen de maximaal toegestane waarden niet
overschrijden.
Kracht: Max. 110 N en 140 N/cm²
Vermogen: Max. 80 W
Snelheid: Max. 400 mm/s
Impuls: 8 kg m/s
CoWelder™
UR5/UR10-PI350
F – 15.6.2021
CTM
69