4.2 Verwijderen van de behuizing van de servomotor
Verwijder de bevestigingsmoer van de behuizing (en eventuele pakking) (16 mm A/F-bus). Voor 1-6 kN servomotoren
houdt u beide zuilen van de servomotor bovenaan vast. Gebruik uw duimen om het deksel er voorzichtig af te halen.
Voor 8kN+ servomotoren is een lichte beweging tegen de wijzers van de klok in nodig, evenals een lineaire kracht
om de behuizing van de servomotor op te tillen.
Opmerking: Let er bij het terugplaatsen van de behuizing op dat de plaatsingsschroefdraad en
de behuizing correct zijn uitgelijnd. Laat de behuizing van de servomotor voorzichtig zakken tot
deze tegen de afdichting aankomt. Druk de behuizing de servomotor stevig aan met een kleine
beweging met de wijzers van de klok mee om ervoor te zorgen dat deze goed vastzit. Plaats de
pakking en de bovenste moer terug en draai ze vast.
4.3 Elektrische aansluiting maken
Een aansluitschema voor de servomotor vindt u aan de binnenkant van de behuizing van de servomotor en in deze
uitgave van de Instructies voor installatie en onderhoud. De bediener is er verantwoordelijk voor dat veilige systemen
voor het gebruik en de handelingen worden toegepast en gehandhaafd en de instructies voor installatie en onderhoud
moeten deel uitmaken van de standaardwerkwijzen voor onderhoud en moeten daarom op een toegankelijke plaats
en in leesbare staat worden bewaard.
Met de servomotor gekoppeld aan een klep zoals beschreven in Deel 3, de spindel van de servomotor in de volledig
uitgeschoven stand, de voeding veilig geïsoleerd en de behuizing van de servomotor verwijderd.
-
Plaats de juiste kabelwartel voor de plaatsing en verwijder de afdekplaat (de servomotor van de AEL7-serie
wordt geleverd met metalen kabelwartels die voldoen aan beschermingsklasse IP65, ervan uitgaande dat de
juiste kabeldiameter is geïnstalleerd. Als deze om welke reden dan ook worden verwijderd en vervangen,
moeten deze op verantwoorde wijze worden gerecycled).
-
Voer de elektrische voedingskabel door de kabelwartel totdat er voldoende lengte in de servomotor aanwezig
is om alle noodzakelijke verbindingen gemakkelijk te kunnen maken.
-
Markeer de voedingskabel ongeveer 10 mm boven de grondplaat van de servomotor, verwijder deze uit de
wartel en strip voorzichtig de buitenste mantel en omhulling. Voer het afval op verantwoorde wijze af.
-
Strip de afzonderlijke aders op een lengte van ongeveer 5 mm van het uiteinde, en zodra de juiste lengte van
de afzonderlijke aders is vastgesteld, moeten de uiteinden worden gekrompen met behulp van de juist
gedimensioneerde en geïsoleerde krimpklemmen (plat of pin type).
-
Leid de aders van de voedingskabel door de wartelhuls en de wartel, en sluit de aders aan op de klemmen van
de servomotor zoals aangegeven in de onderstaande aansluitschema's (of in de kap van de servomotor). Zorg
ervoor dat de geleiding van de aders hen beschermt tegen beschadiging van bewegende delen of tegen
beschadiging bij het vervangen of verwijderen van de behuizing van de servomotor.
IM-P713-01-NL CTLS-UKn-02
Elektrische Servomotor AEL7-serie
23