Zonne-energietemperaturen
Met installatieparameter zonne-energietemperaturen kunt u de temperaturen voor zonne-energiebedrijf instellen. Inschakelvoorwaarde is een
temperatuurverschil van
tussen collector- en boilertemperatuur.
Als de ingestelde temperatuur
Temperaturverschil ∆T
Boilertemperatuur
8
in de boiler wordt bereikt, wordt de circulatiepomp van de zonne-energie-installatie uitgeschakeld.
Open de bedieningsklep en draai aan de
wijzersymbool
Als u op de -toets drukt verschijnt in het display het temperatuurverschil ∆T.
Als u nogmaals op de
met de
-knop het gewenste temperatuurverschil wijzigen.
Druk op de
Verdraai de
-knop (de controlelamp gaat branden) en stel de gewenste warmwatertemperatuur in.
Druk op de
-knop de gewenste boilertemperatuur wijzigen.
Druk op de
Met de installatieparameter Info Temp. kunt u parameters 19 en 20 opvragen.
Beëindig het programmeren!
-knop totdat bij de zonne-energietemperatuur het
oplicht.
-toets drukt, gaat de controlelamp boven de
-toets (de controlelamp dooft) om de ingestelde waarde op te slaan.
-knop totdat de max. boilertemperatuur in het display verschijnt. Druk op de
-toets zodat de controlelamp boven de
-knop (de controlelamp dooft) om de ingestelde waarde op te slaan.
-toets branden. U kunt nu
-toets gaat branden. U kunt nu met de