Transport; Opstelling; Montage; Montage Apparaat - Stiebel Eltron LWA 252 Gebruiks- En Montage-Aanwijzing
Centraal ventilatietoestel met warmwater-warmtepomp
Verberg thumbnails
Zie ook voor LWA 252:
- Gebruiks- en montage-aanwijzing (36 pagina's) ,
- Handleiding voor bediening en installatie (32 pagina's) ,
- Handleiding voor bediening en installatie (32 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
2.4 Montage
2.4.1 Transport
Om te voorkomen dat het toestel beschadigd
raakt, dient het verticaal in de verpakking
getransporteerd te worden. Bij beperkte
transportomstandigheden kan het toestel
ook in schuine stand, naar achteren hellend,
getransporteerd worden.
2.4.2 Opstelling
1. Draai de vier schroeven van de
wegwerppallet los.
2. Verwijder de schijven.
3. Neem voordat u het apparaat van de
pallet neemt, de trillingdempers uit het
bijgaande zakje en schroef deze geheel
in het apparaat.
4. Neem het apparaat van de pallet en
breng het op zijn plaats.
5. Stel het apparaat waterpas door het
verstellen van de trillingdempers.
Let erop dat de luchtafvoer naar boven resp.
aan de rechterzijde dient te geschieden (zie
fig. 8).
Aansluitmaten en afmetingen
TWW
17
13
TW
11
15 14
13
Ø160
Afb. 8
22
Condities op de plaats van opstellingcon-
troleren. De ruimte waarin de LWAgeïnstal-
leerd dient te worden, moet aan devolgende
voorwaarden voldoen:
Vorstvrij.
Belastbare vloer (gewicht van de LWA
metwater ca. 500 kg).
De LWA mag niet in ruimtes worden
toege-past die door stof, gas of dampen-
explosiegevaarlijk zijn.
De temperatuur van de naar het appa-
raatgevoerde afgevoerde lucht mag niet
lager zijndan 15° C, aangezien er anders
in deverdamper ijsvorming kan optreden.
Bovendien daalt bij lagere afgevoerde-
luchttemperaturen het rendement van
dewarmtepomp .
Het grondoppervlak van de opstellings-
ruimtemoet tenminste 2 m
eenvolume van minimaal 4 m
De ruimte rond de LWA mag door
dewanden en het plafond niet verder be-
perktworden als aangegeven in fig. 7.
Bij opstelling van de ventilatie-installatie
ineen verwarmingsruimte dient men er
zekervan te zijn, dat het bedrijf van het-
verwarmingsapparaat niet belemmerd
wordt.
504
8
16
10
12
11
9
1
2
bedragen bij
.
3
54
7
3
2
4
5
6
18
2.6 Montage apparaat
2.6.1 Warmwateraansluiting
DIN 1988 en de voorschriften van het plaatse-
lijke waterleidingbedrijf moeten in acht worden
genomen.
Voor de eenvoudige aansluiting aan de warm-
waterinstallatie wordt het toestel geleverd met
bochtsteekverbindingen, buisaansluitingen met
wartelmoeren en pakkingen.
Steekverbinders monteren (zie pagina 27).
Uit oogpunt van roestvorming dient
de wateraansluiting beslist
te worden aangesloten met een vlakke
koppeling en bijbehorende pakking. Het
gebruik van hennep of teflontape is NIET
TOEGESTAAN.
Bij het toepassen van metalen buizen worden
de volgende combinaties aanbevolen:
Koudwaterleiding
Warmwaterleiding
Koperen buis
Koperen buis
Stalen buis
Staal- of koperen buis
De warmwaterleiding moet in overeenstem-
ming met het warmte-isolatiebesluit warmte-
geïsoleerd zijn.
1.
Koudwatertoevoer
2.
Warmwateraansluiting
3.
Condenswaterafvoer
5.
Warmtewisselaar-aanvoer
6.
Warmtewisselaar-retour
7.
Luchttoevoer-aansluiting
8.
Luchtafvoer-aansluiting (naar keuze
aan te brengen)
9.
Vul- en aftapkraan
10. Veiligheidsventiel
11. Afsluitkraan
12. Testaansluiting voor manometer
13. Terugslagklep
14. Controleventiel
15. Reduceerventiel , alleen bij meer
dan 4,8 bar overdruk
16. Doorvoer voor elektrische leidingen
18. 1/2" aansluiting voor collector- of CV
ketel - voeler.
Maten in mm
Advertenties
Inhoudsopgave
