1.4 Afstandsbediening RC 1
Met de afstandsbediening RC 1 wordt de
temperatuur van de ruimte gemeten
Bij het aansluiten van de buitenvoeler AFS 2
kan in het 3
bedieningsniveau onder parame-
e
ter 26 een eventuele nachtkoeling ingesteld
worden.
Verder kunt u de ventilatiestanden ook met
de hand omschakelen.
I
continu ventilatiestand 1
Programmabedrijf
III
continu ventilatiestand 3
18
1.5 Belangrijke aanwijzingen
Niet toegestaan is:
Het gebruiken van vethoudende
afvoerlucht, explosieve gassen, met stof
beladen lucht, plakkende aërosols
Het aansluiten van afzuigkappen op het
ventilatiesysteem
De verwarming van andere vloeistoffen
dan drinkwater
Opstelling van het apparaat
a) in de buitenlucht
b) in vorstgevaarlijke ruimtes
c) in natte ruimtes zoals badkamers
Bedrijf van het apparaat
a) zonder toevoer- en afvoerleiding
b) zonder decentrale
luchttoevoerelementen
c) zonder ventilatiefunctie
d) met leeg reservoir
Het in bedrijf hebben van de
ventilator tijdens de bouw is niet
toegestaan.
1.6 Onderhoud en reiniging
De verdamper en de ventilator dienen een-
maal per jaar door een installateur gecontro-
leerd en indien nodig gereinigd te worden.
Condensaatafvoer
Controleer een keer per jaar de
condenswaterafvoer.
Verwijder verontreinigingen en verstoppingen.
Alle andere werkzaamheden aan het
toestel mogen alleen door gekwalifi-
ceerde monteurs uitgevoerd worden. Verstel
nooit toevoer- en afvoerventielen in de
ruimtes. Deze zijn ingesteld bij inbedrijfstel-
ling. Voer geen wijzigingen aan de interne
elektrische installatie van het apparaat en de
besturing door.
1.7 Wat te doen en wan-
neer...?
...er geen warm water beschikbaar is:
Als u geen warm water krijgt, heeft u de
volgende mogelijkheden om hier zelf iets aan
te doen.
Geen stroom:
Controleer de zekering in uw meterkast.
Schakel deze weer in als hij is aangesproken.
Als hij opnieuw aanspreekt, neem dan contact
op met uw installateur.
Wel stroom:
Controleer of het aangesloten lucht-in- en
-uitlaatsysteem vrij is en of er eventueel een
ingebouwd filter verstopt is.
Bij overbelasting van de compressor wegens
een te hoge omgevingstemperatuur of een te
hoge afgevoerde-luchttemperatuur
(>30 °C), of bij een storing in het koelcircuit,
schakelt de thermische motorbeveiliging of
de hogedrukbegrenzer de compressor uit.
De thermische motorbeveiliging schakelt
automatisch weer in.
De drukbegrenzer mag na het ver-
helpen van de oorzaak alleen worden
gereset door de installateur.
...het veiligheidsventiel van de koudwater-
toevoer lekt:
Dit kan tijdens het opwarmen gebeuren en
is volledig normaal, aangezien water uitzet bij
verwarming.
... Afvoer van condenswater druppelt.
Na de eerste ingebruikname of na langere
stilstandtijden kan het voorkomen, dat via de
condenswaterafvoer lucht wordt aangezogen.
Als de warmtepomp een aantal uren in wer-
king is, zal de sifon van de condenswaterafvoer
met condenswater gevuld zijn en zo het
aanzuigen van lucht verhinderen.
Als de rode controlelamp in het
paneel gaat branden en bij alle andere
storingen, dient u altijd contact op te nemen
met uw erkende installateur.