Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfstelling Lwm - Stiebel Eltron LWA 252 Gebruiks- En Montage-Aanwijzing

Centraal ventilatietoestel met warmwater-warmtepomp
Inhoudsopgave

Advertenties

2.8 Eerste inbedrijfsname
De eerste inbedrijfsname van het apparaat alsmede het instrueren van de gebruiker dienen alleen door een bevoegde installateur gedaan te
worden.
De inbedrijfsname van de LWA dient te geschieden volgens de gebruiks- en montageaanwijzing.
Voor de inbedrijfsname kan men tegen vergoeding om ondersteuning van onze service -dienst vragen .
Voor de inbedrijfsname dienen de volgende punten getest te worden:
 Ventilatie-installatie
Werden de luchtleidingen volgens de regels aangelegd en geïsoleerd?
 Reservoir
Werd het reservoir gevuld (warmwaterkraan open totdat het water uitstroomt)?
 Temperatuurvoelers
Werden de temperatuurvoelers juist aangesloten en geplaatst?
Stel de gebruiker op de hoogte, dat tijdens het opwarmen van het water er water uit het veiligheidsventiel kan druppelen.
Het in bedrijf hebben van de ventilator tijdens de bouw is niet toegestaan.

2.8.1 Inbedrijfstelling LWM

De regeling werd bij Stiebel Eltron zo ingesteld, dat aan de behoefte van de meeste gebruikers wordt voldaan. Indien u de regeling van de LWA
echter aan speciale behoeftes van de gebruiker of de plaatselijke omstandigheden van het woongebouw wilt aanpassen, dan is dat ook mogelijk.
Configuratie van de installatie door de instellingen van de inbedrijfsnamelijst .
De inbedrijfsnamelijst (zie blz. 32) omvat de instellingen voor de werking van de regeling.
Bij foutieve werking van de installatie dienen eerst de instellingen van de inbedrijfsname lijst te worden gecontroleerd.
Resetmogelijkheden
1. Voer een reset uit door de draaischakelaar van Auto naar Reset en weer terug te draaien. De voor de installatie specifieke instellingen
blijven behouden.
2. Uitvoeren van een reset door de draaischakelaar van Auto naar Reset en weer terug te draaien, terwijl gelijktijdig op de PRG-toets wordt
gedrukt. In het display moet hierbij EEPR verschijnen. (Hardware-reset van de EEPROM). De regeling wordt in de fabrieksmatige instelling teruggezet,
dus ook het codenummer.
De bedrijfsurenteller wordt op nul gezet.
Stilstandstijd
Na het afschakelen van de warmtepomp wordt een vast-ingestelde stilstandstijd van 20 minuten aangehouden, ter bescherming van de compressor.
Onder parameter 34 "Installatieanalyse" in de inbedrijfsnamelijst kan geïnformeerd worden naar de nog resterende tijd.
Tijdens deze stilstandstijd knippert bij gesloten klep het
2.8.2 Instellingen (3
Bij inbedrijfsname van de centrale ventilatie-installatie moeten naast de instellingen in het 2
parameters vastgelegd worden. Deze worden in het 3
elkaar getest te worden. Ingestelde waarden dienen in de desbetreffende kolom (installatiewaarde) van de inbedrijfsnamelijst op bladzijde 32 inge-
voerd te worden.
Aanwijzing
Niet alle instellingen geven meteen een wijziging te zien. Vele instellingen worden pas in bepaalde situaties of
na een wachttijd actief.
Nr.
Korte beschrijving
01
Codenummer
Voor het wijzigen van de parameters in het 3
Na indrukken op de PRG-toets (de controlelamp gaat branden) kan het eerste getal met de draaiknop ingesteld worden.
Door nogmaals op de PRG-toets te drukken wordt het getal bevestigd. Door het verdraaien van de draaiknop gaat het tweede getal van het code-
nummer knipperen. Stel deze in door indrukken van de PRG-toets, enz. Bij juiste invoer van het viercijferige codenummer verschijnen er vier strepen
in het display. U heeft nu toegang tot het 3
den ingegeven. Voor het aflezen van de instellingen hoeft het codenummer niet ingevoerd te worden.
02 Codenummer wijzigen
Als het standaardcodenummer gewijzigd moet worden, dan kunt u hier het gewenste nummer invoeren , zoals onder
parameter 01 beschreven.
Bij verlies van de nieuwe codes dient u de regeling te resetten (zie resetmogelijkheden onder punt 2).
28
-symbool.
bedieningsniveau ...)
e
bedieningsniveau ingesteld, welke door codes wordt beschermd. Alle parameters dienen na
e
e
bedieningsniveau moet de juiste viercijferige code ingevoerd worden.
bedieningsniveau. Bij het sluiten of opnieuw openen van de klep moet het codenummer opnieuw wor-
e
bedieningsniveau ook de voor de installatie specifieke
e
Standaardinstelling
1
0
0
0

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lwa 252 sol

Inhoudsopgave